‘Weidevogelbeheer mag boeren niet frustreren’

Melkveehouders zijn de komende jaren vooral gericht op de gevolgen van het wegvallen van het melkquotum. Veel boeren kochten met het oog op mestbeleid meer land.
‘Als ze voor 60.000 euro zo’n stuk land hebben aangeschaft, bedenken zij zich wel extra of ze dat dure land nog wel gaan inzetten voor natuurbeheer. Daar moet echt iets tegenover staan. Zodra weidevogelbeheer gaat frustreren, krijg je een aantal boeren niet meer over de streep’, zegt Miedema.
De melkveehouder in Blessum is bezig met het formeren van een collectief voor weidevogelbeheer voor West-Friesland onder de naam Westergo. Hij wordt voorzitter.
Zeven zelfstandig opererende collectieven zijn het toekomstbeeld voor Friesland voor 2016. Komend jaar gaat de beloning van agrarisch natuurbeheer nog op de reguliere wijze, maar in 2016 worden de collectieven operationeel. Het nieuwe natuurbeheerplan dat daarbij hoort, wordt eind dit jaar gepresenteerd. In het najaar wordt ook duidelijk welk budget er komt.
Miedema is al actief als penningmeester van agrarische natuurvereniging Oer de Wjuk, dat 500 hectare in beheer heeft. Hij vindt dat provincie Fryslân haar verantwoordelijkheid voor het weidevogelbeheer moet nemen.
Naast de beschikbare 14 miljoen euro vanuit Brussel en Den Haag kan ook de provincie een duit in het zakje doen.
‘Dan laat je ook zien waarvoor je staat. Weidevogel- en natuurbeheer is namelijk een afkalvend systeem, want het gaat over twee jaar om aaneengesloten natuur. Dat is in ons geval een gebied van 250 hectare’, licht de melkveehouder toe.
Miedema zit mijn zijn bedrijf in het deelgebied Blessum dat uit 180 hectare weidevogelgebied bestaat. ‘Bij de nieuwe normering blijft daar 50 hectare van over, terwijl in dat gebied liefst zestig tot zeventig gruttoparen zaten. Heel jammer.’

Grote wegen

De weliswaar nog premature rekensom leert dat er per collectief behoorlijk aan subsidiabel gebied wordt ingeleverd. ‘Met de grote wegen die ons gebied doorkruisen, wordt aaneengesloten natuurgebied voor ons een moeilijk verhaal’, beseft Miedema. Hij vreest dat er juist dan meer veehouders af zullen haken. ‘Natuurlijk, de liefhebbers blijven zich inzetten voor de weidevogels, maar een aantal zal zich ook volledig op de melkgift richten.’
Maar misschien zal het zo’n vaart niet lopen. De resultaten in het gebied waar Miedema actief is, zijn namelijk goed. Een aantal boeren kiest voor een deel plasdras. ‘Het gekke is dat dit jaar de paren bij mij op het meest intensief benutte weiland zaten. Zodra ik ging maaien, week het jonge grut uit naar de kruidenrijke delen en de plasdras.’