Verplaatsen konikpaarden 'groot risico' voor landbouw

Eind augustus verplaatste Staatsbosbeheer de paarden, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Dit tot de onaangename verrassing van het college van burgemeesters en wethouders van Noardeast-Fryslân. De gemeente heeft het ministerie inmiddels verzocht om het besluit te heroverwegen.

De verplaatsing van de dieren vond plaats door de aanwezigheid van de grote klis in het Oostvaardersveld. Dit is een plant met stekelige bolletjes die blijven hangen in de manen van de paarden en kan leiden tot tranende ogen, oogontstekingen of oogletsel bij de dieren.

Overvallen door verplaatsen konikpaarden

'Wij voelen ons overvallen dat Staatsbosbeheer hierover niet vooraf met ons overlegd heeft. Los van het welzijn van de paarden zelf, kunnen de gevolgen voor het Lauwersmeergebied groot zijn', stelt wethouder Pieter Braaksma.

Door de verplaatsing van de konikpaarden kan niet worden uitgesloten dat plantmateriaal en zaad van de grote klis zijn meegenomen door de dieren. Met alle gevolgen van dien voor de landbouw in het gebied. De plant kan immers gaan groeien op aangrenzend landbouwgebied, in bermen en bij paarden- en rundveehouderijen.

Braaksma: 'De aanwezigheid van de grote klis vormt een grote bedreiging voor onze landbouwgrond en aangrenzende gemeentelijke bermen. Het welzijn van de paarden en andere dieren die in het Lauwersmeergebied leven komt daar nog bij. Al met al heeft niemand, mensen, dieren of overheid, baat bij deze verhuizing.'