'Wormen zijn de boeren van de bodem'

Regeneratieve landbouw is een populaire maar ietwat vage term die steeds vaker opduikt. Wat is het precies, waarom zou je eraan beginnen en waar begin je dan? Christiaan Kapper heeft zes jaar ervaring met deze manier van boeren op zijn kleinschalige akkerbouwbedrijf in Baak.

%27Wormen+zijn+de+boeren+van+de+bodem%27
© Job Hiddink

‘Als je een manier bedenkt waarmee je de bodem niet of nauwelijks hoeft te bewerken, krijgen de meeste onkruiden veel minder kans. Als dat lukt, hoef je ook minder te spuiten. Minder bewerken betekent bovendien minder brandstof en het scheelt tijd. De basiskosten van het bedrijf zakken. Als we dit systeem goed in de vingers krijgen en de opbrengsten blijven gelijk, gaat het saldo omhoog’, is de overtuiging van akkerbouwer Christiaan Kapper in Baak.

De Gelderse ondernemer werkt sinds de start van zijn bedrijf volgens de principes van regeneratieve landbouw. Een begrip dat vaak vraagtekens oproept onder boeren. Wat kan ik ermee, waarom zou ik eraan beginnen en waar moet ik beginnen?


Akkerbouwer Christiaan Kapper vult het vat met zaaizaad.
Akkerbouwer Christiaan Kapper vult het vat met zaaizaad. © Job Hiddink

‘Bij regeneratieve landbouw is het bodemleven de basis. De bodembiologie ga je in je voordeel gebruiken. Zelf volg ik vijf basisprincipes: biodiversiteit verhogen, zorgen voor jaarrond levende planten, geen monocultuur, minimale chemische en mechanische bewerking en waar het kan dieren of dierlijke mest integreren.’

Wanneer je in de grond roert, grijp je in op schimmelnetwerken. Die zijn juist zo belangrijk

Christiaan Kapper, akkerbouwer in Baak

Wie regeneratief boert, maakt meer gebruik van natuurlijke processen. Kapper: ‘Het is van belang om altijd bodemleven te hebben. Organismen in de bodem moeten eten en worden door elkaar opgegeten. Dan komen er constant nutriënten vrij. Er ontstaat een soort kringloop in de bodem. Het gaat erom dat die kringloop uiteindelijk zo groot mogelijk wordt.’


Kiezen voor meer diversiteit

In de bouwvoor op Kappers’ percelen zit, net als in veel andere gronden, zo’n 6.000 kilo stikstof per hectare. Vaak kan de bodemlevering meer worden benut. Ook bij Kapper lukt dat niet helemaal. Volgens hem kunnen boeren mineralen uit bodemvoorraden beter benutten wanneer ze het bodemleven verder stimuleren door onder meer de plantdiversiteit te verhogen. Hierdoor krijg je meer en verschillende (bodem)organismen die met elkaar gaan samenwerken.


‘Zo teelde ik afgelopen seizoen tarwe als hoofdgewas en daarbij zaaide ik bloemen. Door de polycultuur trok het perceel meer natuurlijke vijanden aan en kon ik een luizenbespuiting weglaten. Door een goede afstelling van de combine raakte ik het lichtere bloemenzaad zo kwijt’, legt Kapper uit.

De ondernemer is fan van groenbemesters. De bodem knapt ervan op en het verbetert de structuur. Kapper steekt met een schep een stuk grond uit de bouwvoor. ‘Moet je zien hoeveel wormen hier rondkruipen. Ze werken het bovenste deel van de bodem om, creëren gangetjes en maken daarmee de grond luchtig. De kanalen gebruiken de planten als snelweg voor hun wortels. Wormen zijn eigenlijk de boeren van de bodem.’


Kapper zaaide het graan rechtstreeks in de groenbemester.
Kapper zaaide het graan rechtstreeks in de groenbemester. © Job Hiddink

Meer wormen in de bodem kun je volgens de teler creëren door te kiezen voor een groenbemestermix, met iedere soort zijn eigen specialiteit. Geeft dat dan geen nadelen met aaltjes? ‘Nee, want als je de bodem diverser maakt en kiest voor goede plantcombinaties, krijgt een negatieve soort vrijwel nooit de overhand. Er leven meer goede aaltjes in de bodem dan slechte. Bovendien zijn maaigewassen minder gevoelig voor aaltjes dan rooivruchten.’

Onder de regeneratieve principes van Kapper valt ook minimale grondbewerking. Hij heeft nu percelen waar hij al vier jaar geen grondbewerking heeft gedaan. ‘Wanneer je in de grond roert, grijp je in op schimmelnetwerken. Dit wil ik zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Schimmelnetwerken zijn juist zo belangrijk voor de bodemvruchtbaarheid.’


Een zaaizaadmix van wintertarwe en winterrogge.
Een zaaizaadmix van wintertarwe en winterrogge. © Job Hiddink

In 2023, toen Kapper voor het vierde jaar soja verbouwde, zaaide hij dit gewas in een perceel winterrogge. In het gewas van ruim 1,6 meter hoog bracht hij met een omgebouwde maiszaaimachine de soja in de grond. No-till, dus zonder grondbewerking.

Na het zaaien ging de akkerbouwer met de cambridgerol over het land. ‘Bij een volop bloeiende rogge zit alle energie bovenin. Dus als je dan de rogge knakt, onderbreek je de sapstroom en legt de plant het loodje. De dode plant bedekt de grond, waardoor onkruid minder kans krijgt.’

Toch bleek niet alle rogge het te hebben opgegeven. Daarom spoot de teler in de perceelsranden de rogge dood en voerde hij een onkruidbestrijding uit. ‘Liever een chemisch middel dan alsnog een grondbewerking.’ Naast de werking tegen onkruid zorgde de platgerolde rogge voor een isolatielaagje.

‘Toen het in het natte voorjaar op het eind toch even droog werd, droogde de bodem niet zo snel uit en lag er een mooie dichte mat met organisch materiaal. Daardoor heb ik geen zwarte nachtschade en meldes gezien, onkruiden die vaak bovenkomen op kaal land als het gewas nog niet helemaal dichtstaat', vertelt Kapper. 'Nadeel is dat je geen bodemherbiciden kunt spuiten, dus je hebt niets achter de hand.’ De bedoeling is om in 2024 soja op dezelfde manier te verbouwen.


Naast de werking tegen onkruid zorgde de platgerolde rogge voor een isolatielaagje.
Naast de werking tegen onkruid zorgde de platgerolde rogge voor een isolatielaagje. © Christiaan Kapper

Het eiwitgehalte was in 2023 ongeveer 2 procent hoger dan bij collega-sojatelers. ‘Rogge houdt van stikstof en nam dus de stikstof in de bodem op. Vervolgens komt de soja in relatief stikstofarme grond’, weet Kapper.

‘Dit dwingt de plant om in het begin te investeren in stikstofknollen', vervolgt de ondernemer. 'De dode rogge verteert, waardoor er later in het seizoen wel nutriënten voor de soja vrijkomen, die op dat moment al goede stikstofknollen heeft aangemaakt. De planten hadden dan ook opvallend grove stikstofknollen en waren korter en steviger met relatief veel peulen.’

Kapper geeft aan dat niet overal alles goed ging. ‘Daar waar de rogge niet goed doodging, is de soja slecht geworden. Het gewas vergroeide in de rogge. Ik ben er nu achter dat de rogge overal goed dood moet zijn.’ Daarom gaat hij de rogge komend seizoen agressiever rollen.


Soja geteeld in winterrogge.
Soja geteeld in winterrogge. © Christiaan Kapper

Daarnaast had de ondernemer pech met de oogst. ‘Ik was laat met zaaien, dus ook laat met oogsten. Een stuk van de soja heb ik niet kunnen combinen vanwege onvoldoende draagkracht door de vele regen. Dat was half oktober.’ De opbrengst kwam uit op bruto 2 ton per hectare, maar 3 ton moet volgens Kapper ook haalbaar zijn. Een vergelijkbare teeltmethode kan ook goed werken voor mais.

‘In het voorjaar de rogge sleepslangen en rundveedrijfmest erop. Daarna maiszaaien en de rogge doodspuiten of rollen. De grond is dan onbewerkt, je hebt weinig onkruid en de bedekte grond blijft koel. Ook zal de bodem beter vocht vasthouden’, stelt de teler.


Een groenbemestermix op de huiskavel van Christiaan Kapper.
Een groenbemestermix op de huiskavel van Christiaan Kapper. © Job Hiddink

Kapper gebruikt rundveedrijfmest en nauwelijks kunstmest. In 2023 bleef de bemesting beperkt tot 40 kilo stikstof uit urean per hectare in tarwe. ‘De opbrengst? 7,5 ton per hectare. Dat is lager dan wat kan in dit gebied.’ Een groot voordeel is dat zijn inputkosten lager zijn, doordat hij bespaart op bewerking-, kunstmest- en gewasbeschermingskosten.

‘Ik heb alleen maar hoeven zaaien en oogsten. Mijn bruto saldo is ongeveer 1.000 euro per hectare. Niet omdat de kilo’s zo hoog zijn, maar omdat de kosten zo laag zijn. Als je dit systeem goed onder de knie krijgt, kan regeneratieve landbouw helpen je financiële zekerheid te geven’, aldus Kapper.


Speciaal voor Nieuwe Oogst demonstreerde Kapper zijn omgebouwde maiszaaimachine.
Speciaal voor Nieuwe Oogst demonstreerde Kapper zijn omgebouwde maiszaaimachine. © Job Hiddink

Vanwege de kleinschaligheid van zijn bedrijf, moet Kapper het vooral hebben van speciale teelten. In 2023 verbouwde hij veertien gewassen op 13,5 hectare. Hij teelt, op een stuk tafelaardappelen na, alleen maaigewassen; naast soja en graan onder meer klaver, pastinaak, wikke en enkele andere bloemen voor zadenteelt.


De ondernemer streeft naar uitbreiding van zijn areaal, om op termijn met regeneratieve akkerbouw een boterham te kunnen verdienen. Wie wil overstappen op regeneratieve landbouw, staat volgens Kapper voor een serieuze verandering. Maar, zegt hij, je kunt simpel beginnen door maximaal groenbemesters in te zetten.

‘In het volgende teeltjaar zie je direct effect. Het aantal wormen groeit vlot en je ziet het aantal vogels en vlinders toenemen.’ Kapper benadrukt dat zijn ingeslagen weg niet het walhalla is. ‘Mijn gevoel zegt wel dat we deze vorm van landbouw meer kunnen toepassen. Er bestaat geen systeem waarin alles volledig tot zijn recht komt. Het is een bepaalde manier van denken waar iedere ondernemer van kan leren.’


Christiaan Kapper (43), akkerbouwer in het Gelderse Baak.
Christiaan Kapper (43), akkerbouwer in het Gelderse Baak. © Job Hiddink


Bedrijfsgegevens

Christiaan Kapper (43) heeft in het Gelderse Baak een akkerbouwbedrijf van 13,5 hectare. Op leemhoudende zandgrond verbouwt hij veertien verschillende gewassen. Het betreffen vooral maaigewassen, zoals graan, soja en inheemse bloemen voor zaaizaad. Al vanaf de start van het bedrijf teelt de ondernemer zijn gewassen volgens de principes van regeneratieve landbouw. Daarnaast werkt Kapper drie dagen per week in het laboratorium van NutriControl.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer