‘Het is niet vanzelfsprekend om genoeg te verdienen met koeien melken’

Ramona Schalkwijk (42) runt met haar ouders Harry (70) en Anneke (68) een regeneratief landbouwbedrijf in het Utrechtse Montfoort. In de afgelopen jaren is de bedrijfsvoering flink veranderd. Schalkwijk vindt dat de boer aan de basis staat van een gezonde maatschappij.

%E2%80%98Het+is+niet+vanzelfsprekend+om+genoeg+te+verdienen+met+koeien+melken%E2%80%99
© Jorien Slager

In de afgelopen zes jaar heeft Schalkwijk de bedrijfsvoering stap voor stap veranderd naar een regeneratief landbouwbedrijf. Een voorbeeld is de aanpassing van het fokkerijsysteem. Zo worden de Holsteins gekruist met robuuste rassen, zoals Fleckvieh en Brown Swiss. ‘We willen gezondere koeien die zich prettig voelen en waarvan minder gevraagd wordt.’

Wel geeft Schalkwijk aan dat de balans tussen gezonde en robuuste dieren én het behouden van een goede melkproductie een uitdaging is. ‘We kunnen nog stappen maken op het gebied van melkproductie en zijn aan het sturen naar het optimum in evenwicht met gezonde dieren’, vertelt de ondernemer uit Montfoort.

Schalkwijk heeft gestudeerd aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen. Ze wilde altijd veearts worden, maar is nu fysiotherapeut en heeft een eigen praktijk op de boerderij. Als fysiotherapeut houdt ze zich vooral bezig met het verhelpen van gezondheidsproblemen. Op een gegeven moment bedacht ze zich dat ze meer wilde gaan focussen op het voorkomen van problemen. ‘De boer staat aan de basis van een gezonde maatschappij en kan met eerlijk en goed voedsel de samenleving gezond houden.’

Het taboe dat aanpassingen en bijverdiensten worden gezien als een zwakte, moet weg

Ramona Schalkwijk, regeneratief ondernemer in Montfoort

Regeneratief boeren past het beste bij haar bedrijf en visie, licht Schalkwijk toe. Om de bedrijfsvoering daadwerkelijk aan te passen aan haar ideaalbeeld heeft ze zich bij meerdere studieclubs gevoegd en is ze vaak naar bijeenkomsten over regeneratief boeren geweest. ‘De stappen die wij maken, zijn niet onbezonnen. Er zit echt studie en kennis onder verscholen.’


Extra inkomsten

Volgens Schalkwijk kunnen agrarisch ondernemers de kost tegenwoordig bijna niet meer verdienen met simpelweg koeien melken. ‘Als het goed in kaart wordt gebracht, dan doet elke boer wel iets extra’s om een goede boterham te kunnen verdienen.’

Ze maakt zich daar zorgen over. ‘Als voedselproduct kan je niet altijd voldoende verdienen. Daardoor is het noodzakelijk om buitenshuis te werken of om een goedlopende neventak te hebben.’

En omdat Nederland een handelsland is, wordt er volgens haar niets gedaan aan het extra beschermen van eigen boeren en hun toekomst. ‘Het baart mij zorgen dat het produceren van melk die alleen aan de fabriek wordt geleverd, voor velen niet kostendekkend is.’

De zorgen van Schalkwijk maken indirect dat ze er op dit moment voor kiest om geen nieuwe investeringen te doen. ‘We wachten op meer duidelijkheid over het toekomstige beleid van de overheid.’ De onzekerheid vanuit de regering laat haar even pauzeren. ‘Je probeert een richting op te gaan waarvan je denkt dat het passend en toekomstbestendig is.’

De boerin legt uit dat samenwerken met de maatschappij en andere ketenpartijen voor haar nu de enige manier is om verder te komen.


Boeren met bomen

Daarnaast is het bedrijf van Schalkwijk deelnemer aan het concept Boeren met bomen. ‘Doel is een beweging te creëren van melkveehouders die agroforestry willen toepassen. Daarbij richten wij ons vooral op voederbomen’, legt de ondernemer uit.

Ook staan in de koeienweide bij Schalkwijk notenbomen die zorgen voor een alternatieve teelt, zodat ook andere producten kunnen worden aangeboden. ‘Wij verwachten dat deze bomen de voedselopbrengst per hectare verhogen. Dit omdat wij meerdere producten van één areaal kunnen halen.’

Naast het bedrijf van familie Schalkwijk zijn er nog twee melkveebedrijven en kennisinstelling VKON gaan samenwerken. Het planten van de bomen kwam voort uit een samenwerking met de omgeving. ‘Ons bedrijf staat in de buurt van een nieuwbouwwijk. Veel bewoners waarderen deze verandering van hun uitzicht’, zegt Schalkwijk.


Het bedrijf van familie Schalkwijk ligt nabij de bebouwde kom van Montfoort.
Het bedrijf van familie Schalkwijk ligt nabij de bebouwde kom van Montfoort. © Jorien Slager

Ook voederhagen zijn op het pad van Schalkwijk gekomen. Voederhagen bieden een bijdrage aan de biodiversiteit. Daarnaast kunnen de koeien ervan eten. De hagen hebben een andere kwalitatieve voedingswaarde. ‘De combinatie van mineralen en vitaminen is hoger dan in gras. Binnen het project zijn daar meetanalyses op losgelaten. Voederhagen kunnen de mineralen in het krachtvoer aanvullen.’

Op de vraag of intensiveren of extensiveren beter bij het bedrijf past, zegt Schalwijk zonder te twijfelen extensiveren. ‘Het kostenaspect speelt daarin een belangrijke rol. De kosten voor aanvoer van ruwvoer en krachtvoer en de afvoer van mest is voor ons een reden geweest om minder dieren te houden.’

Dit is ook goed te zien, want wie de stal binnenloopt, valt gelijk op dat de koeien veel ruimte hebben.


Kruidenrijk grasland

Schalkwijk heeft 30 procent van het grasland omgezet naar kruidenrijk grasland. ‘Het voordeel hiervan is dat wij geen kunstmest meer aan hoeven te kopen. Dat past beter bij mijn visie.’

In deze beslissing heeft ze ook biodiversiteits-, klimaat- en gezondheidsaspecten meegenomen. Schalkwijk legt uit dat ze pas voor een nieuwe ontwikkeling kiest als het meerdere facetten samenvoegt. ‘Elke keuze die ik maak, moet op meerdere punten een positief effect hebben voor mijn bedrijf.’

Als kruidenrijk grasland alleen meer biodiversiteit had opgeleverd, dan had ze nooit zo’n grote aanpassing gedaan. ‘Het inzaaien van kruidenrijk grasland neemt een ander management en rantsoen voor onze koeien mee. Dat is niet een keuze die ik zou maken als het mij maar één ding oplevert’, zegt Schalkwijk.

Een klein deel van de melk wordt verwerkt in eigen producten, die Schalwijk in een winkeltje aan huis en in een Oogst in het Utrechtse Woerden verkoopt. Oogst is een franchise tussen zelfstandig ondernemers en eigenaren van de keten. ‘We openen waarschijnlijk een tweede winkel met Oogst in het Utrechtse Leidsche Rijn. Die winkel komt midden in de stad, zodat het makkelijk bereikbaar is voor de consument die graag voedsel koopt uit de korte keten maar niet de hele polder wil afrijden.’

Een ijsmaker uit Montfoort verwerkt een deel van de melk tot boerenijs. Nog een ander deel wordt verkaasd door De KaasProducent in het Gelderse Haaften. Het ijs en de kaas worden beide verkocht in de winkels. Daar liggen ook producten van andere lokale natuurinclusieve of regeneratieve bedrijven.

Door alle aanpassingen die zijn gedaan, is het bedrijf van Schalkwijk een demobedrijf geworden voor andere boeren. ‘Tegen betaling vertel ik andere boeren over onze transitie.’


Door middel van een windmolen en zonnepanelen is het bedrijf zelfvoorzienend in stroom.
Door middel van een windmolen en zonnepanelen is het bedrijf zelfvoorzienend in stroom. © Jorien Slager

Het geeft haar nog een extra steuntje in de rug. ‘Veel boeren die mijn verhaal willen horen, staan er net zo in als ik’, vertelt Schalkwijk. ‘Ik vind het leuk om te vertellen over ons bedrijf en om boeren net dat zetje te geven om misschien wel de bedrijfsvoering te veranderen.’

Wat Schalkwijk wil uitleggen, is dat deze transitie bij haar bedrijf past en dat het vooral belangrijk is dat iedereen kan ondernemen op zijn of haar eigen manier. Het bedrijf zoals Schalkwijk dat heeft ingericht, is dus niet voor elke boer het ideale plaatje. ‘Dit is voor mij interessant, maar het is ook nodig en dat is pijnlijk’, zegt ze. ‘Het is nooit onze tactiek geweest om te verzwijgen dat dit nodig is.’

Schalkwijk legt uit dat ondanks dat de aanpassingen interessant en leuk zijn, ze ook essentieel zijn om het bedrijf voort te zetten en een goede boterham te verdienen. ‘Het taboe dat veel mensen al die aanpassingen en bijverdiensten zien als een zwakte, moet weg.’


Een goede boterham verdienen

Door werkzaamheden te verbreden, verdient Schalkwijk nu een betere boterham. Dat ziet ze als een kans. ‘In deze tijd is het niet vanzelfsprekend om genoeg te verdienen met alleen koeien melken. De meeste ontwikkelingen die ik in de afgelopen jaren heb aangenomen, zijn in samenwerking geweest met andere partijen’, vertelt ze.

De keuze om met andere partijen samen te werken, is een bewuste keuze. ‘Zo verlagen we de risico’s en dragen we de financiële kant gezamenlijk. Beide partijen hebben er behoefte aan en kunnen er hun voordeel uit halen.’


Ramona Schalkwijk
Ramona Schalkwijk © Jorien Slager

Bedrijfsgegevens

Het bedrijf van Ramona Schalkwijk (42) in het Utrechtse Montfoort telt 110 melkkoeien en 69 stuks jongvee. De Holsteins worden gekruist met Brown Swiss en Vleckvieh. De productie bedraagt 7.600 kilo melk, met 4,35 procent vet en 3,3 procent eiwit. Het vervangingspercentage is 28 procent. Van de 57 hectare grond (grasland) is 20 hectare kruidenrijk grasland.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 6°
    50 %
  • Zondag
    16° / 9°
    40 %
  • Maandag
    16° / 8°
    70 %
Meer weer