LTO Noord vreest voor toekomst boerencampings bij natuur in Noord-Holland

Het is volgens LTO Noord zelfs goed denkbaar dat agrarisch ondernemers als gevolg van de ontwikkeling van nieuwe natuur hun agrarische activiteiten door veranderend provinciaal beleid noodgedwongen moeten stoppen, omdat de continuïteit van de nevenactiviteit in gevaar komt.

Provincie Noord-Holland wil de voorwaarde dat deze functie een meerwaarde heeft voor het gebied aanscherpen door niet alleen naar de meerwaarde van vogelhutten te kijken, maar ook naar verblijfsrecreatie als campings. Die mogen de rust, stilte en donkerte in natuurgebieden niet verstoren.

Overdreven

LTO Noord vindt deze meerwaarde overdreven om het landelijk gebied leefbaar te houden. Volgens de organisatie is het voldoende om aan te tonen dat de activiteiten geen significant negatief effect op de natuurwaarden hebben.

Het gevolg hiervan is dat nieuwe verblijfsaccommodaties, zoals boerencampings, niet meer worden toegestaan, stelt LTO Noord. Bestaande accommodaties zijn nog wel mogelijk, maar deze mogen alleen onder strenge voorwaarden beperkt worden gewijzigd.

Bedrijfsvoering lastig

Het verbieden van de mogelijkheid om nieuwe verblijfsaccommodaties te exploiteren en het bemoeilijken van het wijzigen van bestaande verblijfsaccommodaties maken het de ondernemers onmogelijk om hun bedrijfsvoering door te ontwikkelen, vindt LTO Noord.

'Dit gaat de provincie bij de verwerving van Natuurnetwerk Nederland-gronden flink voor de voeten lopen. Een agrarisch ondernemer in het Natuurnetwerk Nederland-gebied, die de ambitie heeft de tweede tak te ontwikkelen en de gronden aan de provincie over te dragen, wordt op deze wijze toekomstperspectief ontnomen. Het gevolg zal zijn dat de ondernemer zijn agrarische bedrijfsvoering continueert en niet genegen zal zijn om mee te werken aan bestemmingswijziging van zijn gronden', schrijft LTO Noord West-Nederland in de zienswijze op het ontwerp Tweede herziening Omgevingsverordening Noord-Holland.