Rechter wijst verzoek Animal Rights af, schapenhouder beschermt tegen wolf

De dierenrechtenorganisatie had de minister verzocht om op te treden tegen een schapenhouder uit Vledder omdat deze geen of onvoldoende voorzorgsmaatregelen zou hebben genomen om zijn schapen te beschermen tegen aanvallen door een wolf. Volgens Animal Rights is dat in strijd met het Besluit houders van dieren (artikel 1.6, derde lid) waarin staat dat veehouders hun vee tegen roofdieren zo nodig moeten beschermen.

Tijdens aanvallen door de wolf zijn de afgelopen jaren in totaal 36 schapen van de veehouder gedood. Daarnaast is een aantal dieren bij deze aanvallen zo ernstig gewond geraakt dat een dierenarts ze moest afmaken. Ondanks dat de schapenhouder een wolfwerend raster heeft laten plaatsen, hebben ook daarna nog aanvallen op zijn schapen plaatsgevonden.

Geen wettelijke bescherming

De minister heeft het handhavingsverzoek afgewezen. Volgens hem bevindt Nederland zich in een transitiefase in relatie tot de wolf. Tijdens deze fase is er nog geen wettelijke verplichting tot bescherming van de wolf. Onderzocht wordt hoe deze verplichting concreet moet worden ingevuld. Daarom vindt Adema dat veehouders die nu nog geen wolfwerende maatregelen hebben genomen, niet in overtreding zijn als het gaat om artikel 1.6. Ook als er wel sprake zou zijn van een overtreding, moet eerst duidelijk zijn welke maatregelen effectief werken tegen aanvallen van wolven. Nu is nog onvoldoende duidelijk welke beschermingsmaatregelen tegen de wolf verlangd kunnen worden, stelt Adema. Volgens Animal Rights was het raster niet in orde, maar de rechter vindt daarvoor geen bewijs.

De schapenhouder vindt dat hij alles heeft gedaan binnen de huidige regelgeving wat in zijn vermogen ligt om de schapen maximaal te beschermen. Hij heeft nog meer gedaan dan andere veehouders, meent hij. Zo schafte hij voor al zijn percelen (mobiele) wolfwerende rasters aan.

Daar is de voorzieningenrechter het mee eens. Volgens de rechter heeft de veehouder er alles aan gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden om aanvallen op zijn schapen te voorkomen en zijn dieren tegen wolven te beschermen, zodat er geen sprake is van overtreding. Een preventiekit met daarin maatregelen zoals ophokken, afrasteringen en kuddewaakhonden schrijft veehouders op geen enkele wijze dwingend voor om in een aangewezen wolventerritorium een wolfwerend raster aan te brengen. De rechter ziet daarom geen aanleiding om de minister opdracht te geven op te treden.