Boer en tuinder wacht een ambitieus Landbouwakkoord

Een stevig pakket maatregelen als basis voor een concept-Landbouwakkoord wordt de komende week doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Zijn de gemaakte afspraken voldoende om de milieudoelen te halen? LTO geeft het kabinet ondertussen nog een maand. 21 juni moet er meer duidelijkheid zijn. Maar wat als het akkoord er niet komt?

Boer+en+tuinder+wacht+een+ambitieus+Landbouwakkoord
© Dirk Hol

De sectorplannen zijn gereed op die van melkveehouderij na. De grasland- en GVE-norm zijn twee van de heikele punten die nog niet zijn afgekaart. Premier Mark Rutte moest er in het nachtelijke overleg aan te pas komen om juist over dit punt te onderhandelen. En om de hoofdtafel bij elkaar te houden.

Het lukte Rutte om de boerenorganisaties aan tafel te houden door toezeggingen te doen namens het kabinet. Doel van het hoofdtafeloverleg was om zo ver te komen dat een set afspraken voorgelegd kon worden aan het PBL. Die rekent het concept door op doeleffect en financiën. Dat doel van het overleg is gehaald, al wordt dit door de buitenwereld niet als zodanig herkend.

Andere pijnpunten zijn geld voor uitvoering van de gemaakte afspraken en landschaps- en natuurbeheer en bescherming van boeren en tuinders in de gebiedsprocessen.

Adema's investeringsfonds van 6 tot 7 miljard euro is nog niet gevuld

Thema's die zijn uitonderhandeld zijn grond, grondgebruik, plantgezondheid, mestverwerking, water, bodem, markt en keten. Wat betreft de laatste: supermarkten willen een nieuwe duurzaamheidsstandaard introduceren. Dit moet resulteren in een extra vergoeding voor het Nederlands versproduct in het winkelschap. Vergelijkbare producten uit het buitenland moeten eveneens aan die standaard voldoen.

Supermarkten gaan ook een deel van het assortiment geleidelijk omschakelen naar biologisch. Dit moet de vraag naar bioproducten aanjagen om tot 15 procent bio-areaal te komen.

De banken zijn inmiddels bereid een investeringsfonds op te tuigen voor verduurzaming van de landbouw. Hieruit moeten financieringen met een totale waarde van 3 tot 4 miljard euro worden verstrekt. De voorwaarden zijn nog niet bekend. Rabobank werkt nog aan twee speciale financieringsregelingen.

6 tot 7 miljard euro voor investeringsfonds

Adema wil 6 tot 7 miljard euro bij elkaar krijgen voor het investeringsfonds. De helft is nu binnen via de banken, het overige deel moet uit de keten komen. Het ziet er echter niet naar uit dat dit gaat lukken. Toeleveranciers en afnemers weigeren tot nu toe een bijdrage te leveren.

Minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) heeft aangegeven geld te willen overhevelen vanuit het transitiefonds op voorwaarde dat dit direct bijdraagt aan de reductie van de stikstofuitstoot. Dat fonds is dinsdag met een krappe meerderheid aangenomen in de Tweede Kamer.

Landbouwminister Piet Adema werd dinsdagmiddag in de Tweede Kamer tijdens het vragenuur kritisch ondervraagd over de stand van zaken rond het Landbouwakkoord. Uit de uitkomst van het marathonoverleg in de nacht van vorige week woensdag op donderdag trekt vooral de oppositie de conclusie dat een akkoord met de agrarische sector nog ver weg is. Onterecht vindt Adema.

Laura Bromet (GroenLinks) herhaalde de twijfels die de linkse oppositie bij voorbaat al had bij het Landbouwakkoord. 'Wij geloven niet dat je met de kalkoen aan tafel moet vergaderen over het kerstmenu.'

Verduurzamen met hele keten

BBB-Kamerlid Caroline van der Plas vernam dat de gesprekken met de veevoerindustrie nog niet tot resultaten hebben geleid. Adema stelde dat hij ook de toeleveranciers van boeren nodig heeft om met de hele keten een verduurzamingsslag te maken. Hij benadrukte dat ook de toeleverende bedrijven in de agrarische sector een bijdrage moeten leveren aan het verduurzamen van de voedselketen.

'De overheid kan ook zeggen het is genoeg geweest, dat kan gebeuren. Maar ik heb er vertrouwen in dat er een voldragen en gedragen akkoord komt', zegt de landbouwminister. Volgens hem wordt uit het nachtelijke overleg van vorige week de verkeerde conclusie getrokken dat een akkoord ver weg is.

Een resultaat van dat marathonoverleg is dat deelconcepten van het akkoord voor beoordeling naar het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn gestuurd. Ook Wageningen University & Research en het Louis Bolk Instituut gaan zich buigen over de conceptversie van het akkoord, waarbij vier pijnpunten niet of slechts gedeeltelijk worden meegenomen. Zij zullen het afsprakenpakket toetsen aan 'ecologisch, economisch en maatschappelijk doelbereik, verdienvermogen, natuurinclusieve kringlooplandbouw en biologische landbouw, inclusief enkele varianten', schreef Adema vorige week aan de Tweede Kamer.

Er is onder meer gesproken over betalingen voor ecosysteemdiensten en de invoering van een afrekenbare mineralenbalans op bedrijfsniveau. Beide onderwerpen komen weliswaar in het akkoord maar zijn nog niet 'af'.

Grootste struikelblok tot nu toe is de wens van het kabinet om te komen tot een norm voor het aantal grootvee-eenheden (GVE) per hectare. Onduidelijk is ook waar het kabinet de grens wil leggen. Een topgroep van ambtenaren zou daarbij kiezen voor 1,7 GVE per hectare. Volgens Adema is de GVE-norm een 'bouwsteen' voor het Landbouwakkoord.

Het is een ingrijpende norm waar al jaren over gesteggeld wordt. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek over 2021 blijkt dat ruim 40 procent van de melkveebedrijven onder de 2 GVE per hectare zit. Ruim 55 procent komt onder de 2,3 GVE en ruim 80 procent onder de 2,6 grootvee-eenheden per hectare.

De regionale verschillen zijn groot, ook dat blijkt uit die CBS-cijfers. In het Westelijk Peelgebied in Brabant bijvoorbeeld zat 66 procent van de 434 bedrijven boven de 2,6 GVE per hectare. Van de bedrijven die groter zijn dan 150 GVE, grofweg 120 melkkoeien, zat daar in 2021 ruim 93 procent van de 146 bedrijven boven de 2,6 GVE.

Ook zou er sprake van zijn dat de politiek wil praten over een norm voor, nog specifieker, het aantal koeien per hectare grasland. Daarmee worden meer doelen ondersteund, zoals de waterkwaliteit. Voor melkveehouders moet het grasland dan concurreren met akkerbouwteelten zoals aardappels.

Bescherming

Ander heikel punt is de bescherming van boeren en tuinders. De milieudoelen die gehaald moeten worden zijn ambitieus en het tijdspad stevig. De boerenorganisaties vinden dat het risico van het niet halen van doelen niet kan komen te liggen op het boerenerf. Het is de vraag of overheid en keten voldoende willen en kunnen leveren om de boerenorganisaties over de streep te krijgen.

LTO, NAJK en Biohuis pleiten daarom voor tussentijdse ijkmomenten. De hoofdtafel moet het hervormingsproces, en de positie van de boer en tuinder daarbij, blijvend monitoren, indien nodig bijsturen en gezamenlijk bepalen hoe dit gebeurt.

Grote boerenprotesten

Hoewel politiek en sector vaak sceptisch zijn over de voortgang van het Landbouwakkoord, wees Adema de Tweede Kamer er dinsdag op waar het proces vorig jaar stond. De grote en wilde boerenprotesten leidden in de maatschappij tot veel wantrouwen en polarisatie. Het was een meerderheid in het parlement die vroeg om een bemiddelaar. Dat werd Johan Remkes. Het Landbouwakkoord komt voort uit zijn adviezen.

'Het vertrouwen tussen boeren en overheid moet weer groeien', stelde Adema. Daarbij wees de minister naar een opmerking van NAJK-voorzitter Roy Meijer die het overleg weleens een 'therapiesessie' noemde. Adema: 'We voeren een open gesprek over de toekomst van de landbouw en we gaan stapje voor stapje vooruit. We willen niet weer in dezelfde situatie terecht komen als vorig jaar.'


Sjaak van der Tak (LTO)
Sjaak van der Tak (LTO) © Dirk Hol

‘21 juni is de nieuwe en laatste deadline’

Volgens Sjaak van der Tak moet in juni echt duidelijkheid komen of het Landbouwakkoord kans van slagen heeft of niet.

Het is niet de eerste keer dat LTO met een deadline komt. ‘Maar drie keer is scheepsrecht’, zegt Van der Tak. ‘Ik houd me hier nu echt aan. Het kan ook zijn dat er op 21 juni geen akkoord is, maar dan is het echt klaar.’

De datum komt volgens Van der Tak voort uit het moment waarop het Planbureau voor de Leefomgeving met de doorrekeningen komt. Begin juni wordt de uitkomst van de doorrekening verwacht. Naar verwachting heeft het kabinet dan nog enkele weken nodig. ‘Dat is onze deadline.

Ondertussen staan de onderhandelingen over het Landbouwakkoord niet stil. ‘We zijn dagelijks in gesprek met LNV maar ook met onze bestuurlijke achterban en leden. Het is van belang voor de sector dat dit akkoord er komt mits de vier pijnpunten worden opgelost.’

Van der Tak blijft positief over een goede afloop. ‘We gooien anders wel heel veel weg en wat ons dan wacht is opnieuw vertraging en stilstand. We kunnen alleen akkoord gaan als het een versterking oplevert van de hele agrarische sector. Lukt een landbouwakkoord niet, dan zal de overheid zelf het beleid maken.’


Roy Meijer (NAJK)
Roy Meijer (NAJK) © Harry Tielman

‘Positie van boer en tuinder moet beter’

‘Niet ontevreden’ is NAJK-voorzitter Roy Meijer over de vorderingen van het Landbouwakkoord.

‘We hebben in twee à drie maanden tijd al echt veel kunnen bespreken en ook uitonderhandeld. Het gaat nu nog om de laatste vijf pijnpunten. Voor ons is het vijfde punt bedrijfsovername.’ Meijer zet de onderhandelingen op een nuchtere wijze in perspectief.

‘Kijk, we zijn bezig om de hele sector te verduurzamen en te hervormen. Dan gaat niemand over één nacht ijs, ik ook niet. Het kost nu eenmaal tijd. Dat het nu nog vastzit op de laatste vijf punten, daar ben ik niet ontevreden over. Ook al kunnen deze punten het akkoord nog maken of breken’, stelt Meijer.

‘De laatste bijeenkomst van de hoofdtafel vorige week wilden we een pakket gereed hebben dat doorgerekend kan worden door het PBL. Dat pakket ligt er’, vervolgt de NAJK-voorzitter.

Voor Meijer staat bovenaan dat de bescherming van boeren en tuinders geregeld moet zijn. ‘De opgave wordt stevig en de tijdsdruk is groot. De overheid en de keten zullen moeten leveren. Als dit niet lukt dan kan het risico niet bij de boer en tuinder komen te liggen. Het verdienmodel van boeren en tuinders in gebiedsprocessen moet centraal staan. Dat moeten we goed zien te borgen.’


Erwin Wunnekink (LTO)
Erwin Wunnekink (LTO) © Robin Britstra

‘GVE moet voor grote groep haalbaar zijn’

Voor Erwin Wunnekink, voorzitter van LTO Melkveehouderij, hoeft een GVE-norm niet. ‘Het draagt niet bij aan doelen. Het is een duidelijke wens vanuit de politiek.’

Wunnekink hoorde dat er vanuit de overheid de wens zou zijn dat er een norm 2,3 GVE per hectare komt. Ook circuleren getallen als 0,35 hectare grasland per grootvee-eenheid, wat neerkomt op 2,5 GVE per hectare grasland en ander grondgebruik niet meetelt. ‘Ook daar krijg je geen draagvlak voor want het is niet realistisch voor een grote groep melkveebedrijven.’

Met een GVE-norm per hectare grasland worden wel meer doelen ondersteund, zoals de waterkwaliteit. ‘Maar dan moet je ook rekenen met alle vormen van grasland. Verder moet grasland kunnen concurreren met akkerbouwgewassen omdat de grond veel waard is voor bijvoorbeeld de aardappelteelt.’

Daarnaast vindt de vakgroepvoorzitter flankerend beleid belangrijk. Daarbij moet grond van stoppers worden herverdeeld onder de bedrijven die grond nodig hebben.

‘Wanneer de norm onhaalbaar is voor een grote groep boeren, dan kunnen we er onze handtekening niet onder zetten’, stelt Wunnekink, die zelf aan een sectortafel deelnam aan de gesprekken.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
Meer weer