Dierenarts De Groot: 'Zet die emmer biest niet buiten. Regel een koelkastje'

Biestmanagement is op veel bedrijven nog niet optimaal. Maar met wat aanpassingen is veel te winnen. Marco de Groot, dierenarts en jongvee-expert bij de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk (ULP) in Harmelen en rundveedierenarts Betsie Krattley van Royal GD maken zich hier hard voor.

Dierenarts+De+Groot%3A+%27Zet+die+emmer+biest+niet+buiten%2E+Regel+een+koelkastje%27
© Rianne den Balvert

Biest wordt ook wel het vloeibare goud genoemd. Best logisch, want het is de startmotor van een kalf. In tegenstelling tot baby's krijgen kalveren in de baarmoeder geen immuunstoffen mee van de moeder. Een kalf is na de geboorte dus een compleet kwetsbaar wezen.

De meeste winst valt te behalen door het pasgeboren kalf eerder en meer biest te geven

Betsie Krattley, rundveedierenarts van Royal GD

Krijgt het kalf onvoldoende afweerstoffen via de biest? Dan gaat de ontwikkeling van het dier flink haperen.

Dierenarts De Groot voerde samen met zijn collega's en Royal GD een biestproject uit. Hier werkten zeventien melkveehouders met weinig kalveropfokproblemen aan mee. 'Het doel van het gezamenlijke project was om te kijken waar kansen liggen voor verbetering van het biestmanagement', zegt rundveedierenarts Krattley.


Niet alle biestmonsters halen de gewenste kwaliteit. Hoe zit dat?

De Groot: 'De veehouders uit ons project checkten de brixwaarde van de biest met een refractometer. Het is belangrijk om dat regelmatig te doen. Bij dikke gele biest denk je wellicht dat het wel goed zit met die afweerstoffen. Maar de kleur en dikte zeggen niet alles. Dunne biest kan een veel hogere brixwaarde hebben.

'We hadden in totaal 85 biestmonsters waarvan 36 procent niet de streefwaarde van minimaal 23 brix haalde. Onder deze grens bevat biest mogelijk te weinig antistoffen, ook wel immunoglobulines. De belangrijkste wordt IgG genoemd. En juist die immuunstoffen zijn cruciaal.'


Wat is de invloed van biest op de ontwikkeling en latere prestaties van een kalf?

Krattley: 'Kalveren die voldoende antistoffen via biest binnenkrijgen hebben minder kans op diarree, luchtwegproblemen, zwakte en sterfte. Daarnaast is er ook op lange termijn een gunstig effect van biest. Onderzoek laat zien dat kalveren die kort na de geboorte veel biest krijgen een hogere groei per dag behalen, eerder afkalven en een hogere melkproductie kunnen behalen.'


Biest bevat ook groeihormonen, hoe belangrijk zijn die?

De Groot: 'Kalveren hebben die nodig voor de ontwikkeling van diverse organen en het immuunsysteem. Bij voldoende opname geeft dit een betere groei in met name de vroege ontwikkeling. Deze dieren kunnen meer voer opnemen, waardoor ze sneller groeien en op latere leeftijd meer melk produceren. In de eerste lactatie kan zo'n dier al snel 600 liter melk meer geven dan een vaars die destijds niet op tijd voldoende biest kreeg.'


Hoe zorg je voor een hoge brixwaarde in biest?

Krattley: 'Meerdere factoren bepalen waarom de biest van de ene koe meer antistoffen heeft dan die van de andere. Vaarzen hebben vaak een lagere biestkwaliteit dan oudere koeien. Ook wisselt het per ras.

'Voor een hoge brixwaarde is het droogstandsrantsoen een belangrijke factor, het ruweiwitgehalte in het droogstandsrantsoen moet voldoende hoog zijn. Maar minstens zo belangrijk is het moment van uitmelken. Doordat de melkproductie op gang komt wordt de biest verdund.'

De Groot: 'Voor veel antistoffen in het bloed is een goede hygiëne een must. Bacteriën in de biest zorgen ervoor dat immuunstoffen samenklonteren, waardoor ze in de darmen minder goed worden opgenomen.'


Wat zijn tips voor een goede hygiëne?

De Groot: 'Laat die emmer met biest niet buiten staan, dan groeien de bacteriën erop los. Best wat veehouders uit onze praktijk kochten daarom al een koelkastje. Ook je eigen hygiëne is belangrijk. Was je bijvoorbeeld je handen voordat je die verse koe gaat uitmelken? Doe je dat niet dan kan het kiemgetal in de biest oplopen.

'Verder is het aan te raden om de emmer of fles na elke biestmaaltijd goed te reinigen met heet water, minstens 65 graden. Trek hierbij ook de spenen door. De meeste boeren uit ons project reinigen het materiaal bij elke melkgift.'


Hoeveel afweerstoffen moet je een pasgeboren kalf geven?

De Groot: 'Binnen zes uur na de geboorte dient een kalf 200 tot 250 gram IgG binnen te krijgen. Hoe lager de brixwaarde, hoe meer liters biest je het kalf geeft om die 200 tot 250 gram te halen.

'Een brix van 23 komt ongeveer overeen met 50 gram IgG per liter melk en een brix van 21 staat gelijk aan slechts 26 gram IgG. Bij goede biest met een brix van meer dan 23 heb je bij de eerste portie dus minimaal 4 liter nodig.'


Jullie hameren erop het kalf meteen na de geboorte biest te geven. Waarom?

Krattley: 'De meeste winst valt te behalen uit sneller en meer biest geven. Dat bleek uit het project. Liever binnen dertig minuten na afkalven dan na twee uur. En geef dan meteen 3 liter of meer.

De Groot: 'Ook al is het nacht. In die eerste uren daalt het absorptievermogen van de darmen al met 50 procent. Een tip bij die eerste biestgift is om een fles van 4 liter te gebruiken. Pak je een fles van 2 liter dan moet je die tussendoor bijvullen, wat niet altijd gebeurt.

'Laat het kalf de eerste keer zoveel drinken als het maar wil. Het euvel is dat de darm zich na de eerste biestgift versneld zal sluiten voor de opname van afweerstoffen, zeker als de biest minder rein is en veel kiemen bevat.'


Wat vinden jullie van het gebruik van een sonde bij een pasgeboren kalf?

De Groot: 'Soms is een kalf na de geboorte te slap om zelf te drinken en kun je een sonde gebruiken. Uit ons project blijkt dat bijna alle bedrijven dat weleens doen.

'Reinig de sonde voor gebruik heel goed met heet water en een desinfectiemiddel. Geef het kalf slechts eenmaal 4 liter biest met de sonde, anders kan de pensinhoud gaan rotten. Direct na de geboorte is de pensinhoud immers steriel.

'Het is overigens wel zinvol om nog na te gaan waarom het kalf zo slap is, mogelijk ligt de oorzaak bij het droogstandsrantsoen.'


Jullie adviseren ook om langer biest te verstrekken. Waarom?

Krattley: 'Op die manier blijven hun darmen beschermd tegen lokale infecties en bacteriën. In de tweede en derde biestgift zitten ook nog heel veel voedingsstoffen en belangrijke elementen zoals lactoferrine en groeihormonen. De lokale immuniteit van de darmen wordt hierdoor verbeterd.'


Antistoffen in het bloed

In het bloed van kalveren kun je het gehalte immunoglobuline (IgG) meten, dit kan met de Biestopnamecheck van Royal GD. De uitslag vertelt of kalveren op tijd de juiste hoeveelheid en kwaliteit biest krijgen. Dit helpt bij het optimaliseren van het biestmanagement. De check werd ook uitgevoerd in het project van Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk in het Utrechtse Harmelen en Royal GD. Bij de helft van de onderzochte kalveren lag het gehalte op het optimale niveau boven 18 gram IgG per liter. 'De potentie van veel kalveren wordt dus nog niet volledig benut', zegt Royal GD-dierenarts Betsie Krattley. 'De check is interessant bij gezondheidsproblemen en vertelt of je optimaal gebruikmaakt van de positieve effecten van biest.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer