Democratie in het waterschap, maar wat brengt het de boer?

15 maart kunnen we naar de stembus voor Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen. Voor de één een lust, voor de ander een last. In ieder geval gaat het ons weer nieuw inzicht geven in de politieke verhoudingen in het Waterschap.

De zogeheten geborgde zetels zijn door een eerder kabinetsbesluit geminimaliseerd. Daarmee is nu bijna een eind gekomen aan de al jaren slepende discussie als zouden de waterschappen het boerenbolwerk zijn van de 21ste eeuw.

Iedereen heeft graag zijn of haar gelijk, maar dit zijn de feiten, hier moeten we het mee doen en u mag nu democratisch kiezen. Maar wat doen we vervolgens met thema's als peilbesluit, watervoorziening, natuurvriendelijke oevers, duurzaam waterbeheer en nog veel meer wat op het menu staat van onze toekomstige waterschap bestuurders?

Aantredende bestuurders

Het is te hopen dat bestuurders de moed en eensgezindheid op kunnen brengen om zich vooral bezig te houden met deze onderwerpen en daarmee prominent op de agenda van uw waterschap komen. Helaas, op basis van eerdere waarneming, ben ik verontrust dat deze ploeg aantredende bestuurders zich wederom wil gaan profileren als stikstoffanaat, klimaatdeskundige, ecoloog, visspecialist, ga zo maar door!

Samen verenigd in groene partijen, een ouderenclub, gevestigde politieke partijen die hun lokale achterban ook een keus willen geven, partijen die kiezen voor Nederland en vooral niet voor asielzoekers en ook nog een nieuwkomer die ieder maatschappelijk probleem pragmatisch op wil lossen, dat lijkt de keus te worden voor de kiezer.

Daarbij moet gelijk worden vastgesteld dat zaken als bijvoorbeeld ruimtelijk ordening, woningbouw, normen voor waterkwaliteit, landbouwbeleid allemaal buiten de directe bestuurlijke invloedssfeer vallen van waterschappen. Verrassend? Nee niet echt!

Eigenlijke taak

De eigenlijke taak van de op 15 maart te kiezen waterschapsbestuurders is het binnen de kaders van de wet- en regelgeving beleid ontwikkelen en er vervolgens op toezien dat de organisatie het naar behoren in de praktijk brengt, binnen de gestelde financiële kaders! Dat bestuurders daarbij kijken naar verleden, heden en toekomst lijkt mij logisch.

Wanneer de keus is om als waterschap mede zorg te dragen voor een vitaal platteland geeft dat de meeste kans op de zo broodnodige verbinding tussen Stad en Platteland. Want is het niet één van de grootste bedreigingen, de leegloop van het platteland. Daarom mijn oproep aan bestuurders, ga in gesprek met de boer en de burger, luister en maak keuzes die er toedoen!