Zeeuwse akkerbouwer wapent zich tegen verzilting

'Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg', zei natuurkundige Albert Einstein ooit. Dit gezegde gaat niet op voor het akkerbouwbedrijf van Gillis Klompe in het Zeeuwse Dreischor. 'We moeten alles doen om ons weerbaar te maken tegen klimaatverandering', zegt hij.

Zeeuwse+akkerbouwer+wapent+zich+tegen+verzilting
© Job Hiddink

Klompe heeft op zijn bedrijf te maken met toenemende problemen met verdroging en verzilting. Hierdoor blijven de gewasopbrengsten achter. 'Magere oogsten zijn niet aantrekkelijk, want afnemers zitten niet te wachten op kleine aardappelen of uien.' De teler op Schouwen-Duiveland legt dit jaar als proef peilgestuurde drainage aan en plaatst een stuw om te voorkomen dat het zoute water bij een hoog zomerpeil terugstroomt in de sloot.

'Dat zijn kleine stappen die helpen, maar ze zijn op termijn niet robuust genoeg', stelt Klompe. 'In mijn ogen is het technisch gezien mogelijk om actief zoetwater naar het eiland te halen. Dan is het verziltingsprobleem voor bepaalde gebieden al opgelost.' Hij voorziet dat verziltingsproblemen toenemen door de stijgende zeespiegel. Het zoute water komt daardoor hoger in het bodemprofiel en de gewassen nemen dan bij droogte zoutwater op.


Sluis

Volgens Klompe verspilt Nederland veel zoetwater en moet het waterbeheer op de schop. 'Zoutwater vanuit de Noordzee bij Rotterdam trekt te ver het land in. Dat wordt met zoetwater uit de rivieren teruggedrongen. Een sluis kan voorkomen dat het zoute water Nederland inkomt en dan sparen we zoetwater', legt hij uit.

Hier is onvoldoende goed water om de spruitenteelt in de benen te houden

Gillis Klompe, akkerbouwer in Dreischor

'Op Tholen wordt zoetwater ingelaten. Niet het complete eiland beschikt over zoetwater, maar daar worden wel stappen gezet. Met een pijpleiding vanuit het Haringvliet naar Schouwen-Duiveland zouden we hier ook zoetwater heen kunnen krijgen.'

De Zeeuwse ondernemer boert in een maatschap samen met Frans van der Linde. Ze verbouwen consumptieaardappelen, pootgoed, zomergerst, wintertarwe, kapucijners, suikerbieten, zaaiuien en spruiten. Aanvankelijk teelden ze 60 hectare spruiten, nu nog 30 hectare en over een paar jaar is het helemaal gedaan met de spruitenteelt. 'We hebben zowel kwalitatief als kwantitatief niet genoeg water beschikbaar om de teelt in de benen te houden. Jammer, want de afzet loopt best goed', betreurt Klompe.


Verdroging groter probleem

Overigens denkt de ondernemer dat de verdroging voor de gewassen nu een groter probleem is dan verzilting. 'Op den duur is het vocht op en dan groeien de gewassen niet meer. De spruitenteelt is lastig. Het gewas is gevoelig voor insecten en de druk neemt toe door de warmere zomers', stelt hij.

'Zodra de plant stagneert in groei en we proberen de insecten te bestrijden, wordt het middel niet goed opgenomen', vervolgt de akkerbouwer. 'Plaaginsecten krijgen de kans om toe te slaan en de plant groeit onvoldoende. Dat leidt tot te weinig opbrengst van een goede kwaliteit.'


Ruimte voor rustgewassen

'Nu we de spruitenteelt langzaam afstoten, komt er meer ruimte voor rustgewassen en om te werken aan een betere bodem. Ook zorgen groenbemesters voor meer aanvoer van organische stof', weet Klompe. Het verhogen van het organischestofgehalte is een belangrijk doel om weerbaarder te zijn tegen verdroging en verzilting. De ondernemers willen meer zoetwater vasthouden en het infiltrerend vermogen van de grond verbeteren.

'Door de stevige vorst half december is de groenbemester kapotgevroren', zegt Klompe. 'Ik zoek naar een groenbemestermix die beter tegen vorst kan. Een groen gewas in de winter neemt meer vocht op en buffert water. Daarnaast is de capillaire aanvoer in het voorjaar beter. Ook zorgt het vocht ervoor dat het zaad makkelijker kiemt.'


Weersextremen

Verder probeert Klompe ingrepen die het bodemleven geweld aan doen te beperken. Dat houdt in: reductie van chemiegebruik en het achterwege laten van zoute meststoffen. Een verbeterde bodemconditie is volgens de akkerbouwer niet alleen van belang om water vast te houden, maar ook om het overtollige water af te voeren. 'De extremen nemen toe. Afgelopen zomer was hier een droogterecord, nu is het bovengemiddeld nat. De bodem moet dat water allemaal zien te verwerken.'

Binnen het project Living Lab Schouwen-Duiveland gaat Klompe dit voorjaar aan de slag met peilgestuurde drainage. Hierbij komen de drainbuizen op 1,35 meter diepte te liggen. Bijna een halve meter dieper dan normaal. 'Doel is om meer zoetwater in het bodemprofiel op te slaan. Zoet drijft op zout. Een dikker pakket zoetwater wordt zwaarder en zal het zoute water verdringen', verwacht de teler.


Dubbele drainage

'Bij droogte stijgt het zoute water naar boven. Voordeel is dat eerst het zoete water beschikbaar komt voor het gewas.' Een collega-teler legt voor het project dubbele drainage aan. Hierbij voert een buis op 1,40 meter diepte het zoute water af. In dezelfde sleuf ligt op 90 centimeter diepte een buis voor de aanvoer van zoetwater, komende vanuit een bassin.

Het bodemprofiel stroomt voller met zoetwater en het zoute wordt afgevoerd. Een andere projectdeelnemer experimenteert met de afvoer van neerslagoverschot van het zoete water. Dit volume kan worden opgeslagen in een bassin.


Profiel verzadigen

Naast de aanleg van peilgestuurde drainage, neemt Klompe nog een andere maatregel. 'We hebben een zoete sloot met een EC van 0,6 in de winter. Met een stuw houden we het zoete water op een hoger niveau om het profiel goed verzadigd te laten raken met zoetwater. De sloot ligt vlak bij een zoute hoofdwatergang. Bij het zomerpeil wordt daarin het waterniveau hoger en wordt de zoete sloot ook zout. Door het hogere waterpeil stroomt het zoute water terug de sloot in. De stuw moet dat tegenhouden.'

Overigens is Klompe ervan overtuigd dat een droge sloot beter is dan een zoute. 'Het gevaar is dat je sommige plekken zelf verzilt. Zo heb ik ook mijn twijfels over druppelirrigatie met water met een hoger zoutgehalte. Bij een experiment op proefboerderij Rusthoeve leek het best goed te gaan, maar op termijn zou het effect negatief kunnen uitpakken.' Natrium bindt aan kleideeltjes, waardoor de bodemstructuur volgens Klompe hard achteruitgaat. 'Daarbij is druppelirrigatie een kostbaar systeem.'

Klompe beweert dat het lastig wordt hoogrenderende gewassen te telen als er over tien jaar nog steeds beperkt zoetwater beschikbaar is. 'Veredeling speelt daarin een belangrijke rol.' Ook ziet hij duidelijk geen perspectief voor zilte teelten. 'Verwacht niet dat de Nederlander snel zeekralen op het menu zet. De vraag is er niet en zilte groenten zullen daarom altijd nicheproducten blijven.'



Landkaart Nederland waar verzilting speelt
Landkaart Nederland waar verzilting speelt © Deltares/WUR/Universiteit Utrecht

Systeem kustgebied onder druk


Grondwater speelt een prominente rol bij het verziltingsvraagstuk. Via zoute kwel komt zout grondwater aan het oppervlak. Door de stijging van de zeespiegel, bodemdaling en de verandering van neerslagpatronen in de zomer en winter komt het grondwatersysteem in het kustgebied onder druk te staan. Dat voorziet Perry de Louw, grondwaterexpert bij waterinstituut Deltares.

Hij sprak onlangs op het openingssymposium van het Kenniscluster voor Verziltingsvraagstukken in Delta's. In regio’s waar verzilting speelt, zit de grens van zoet-zout grondwater tussen 0 en 5 meter beneden maaiveld.

Onder meer door de zeespiegelstijging en bodemdaling neemt de kans op zoute kwel toe. 'Bij zoute kwel stroomt zout grondwater vanuit het eerste watervoerende pakket naar het oppervlak en dat leidt tot verzilting van oppervlaktewater, ondiep grondwater en de wortelzon', zegt De Louw. 'Door het laatste ontstaat gewasschade.'

In West-Nederland is zoute kwel via wellen de belangrijkste verziltingsbron in diepe droogmakerijen. 'Wellen zijn scheuren in de bodem en ontstaan door opbarstingen van de bodem. Hierdoor kan het omhoog stromen van kwelwater sneller verlopen. Door de hoge stroomsnelheid trekken wellen diep en zout grondwater aan. Het water dat via wellen naar boven komt, is daardoor zouter dan het water dat traag naar boven stroomt', legt de grondwaterexpert uit.


Constant 11 graden

Wellen zijn te signaleren doordat ze het hele jaar constant 11 graden zijn. De Louw schat dat circa 70 procent van de verziltingsproblemen in diepe polders, zoals de Haarlemmermeerpolder, ontstaan door wellen.

Verder neemt de verzilting toe doordat regenwaterlenzen in zoute kwelgebieden dunner worden. Zo'n regenwaterlens zorgt ervoor dat het zoute water niet tot aan het oppervlak komt. Door verandering in neerslagpatronen wordt een goede verdeling van zoet-zout in de ondergrond een steeds grotere uitdaging.



Robin Lomulder, adviseur hydrologie bij Fugro
Robin Lomulder, adviseur hydrologie bij Fugro © Herman Brink

Adviseur Robin Lomulder: 'Zie water in bodem als ondergrondse spaarrekening'


'Je bent spekkoper als je zoetwater in een verziltingsgebied kunt oppompen om te beregenen', zegt hydrologieadviseur Robin Lomulder van Fugro. Een geodataspecialist die bodemgegevens verzamelt en daarbij geotechnisch en hydrologisch advies aflevert.


Hoe kunnen boeren verzilting de baas worden?

'Door water in natte tijden in de bodem op te slaan. Zie de bodem als een ondergrondse spaarrekening waar je water op stort. Bij droogte kun je het water weer oppompen en gebruiken om te beregenen.'


In hoeverre is dat technisch mogelijk?

'Een Duitse wetenschapper kwam erachter dat op bepaalde punten in de bodem water gemakkelijk wegloopt. Hierdoor is de Düsen Saug Infiltration (DSI)-retourbemaling ontstaan. Dat is al een bekend fenomeen in de bouwwereld.

'Met de DSI-techniek worden bronnen geboord tot in een geschikte zandlaag waarin een speciaal filter wordt geplaatst. In deze laag kan overtollig regenwater worden geretourneerd. Als je precies op de optimale infiltratiepunten het water inlaat, kun je veel meer water kwijt dan met klassieke retourbronnen.

'Bij DSI-bronnen vormt zich bij drukverhoging een soort platte pannenkoek. Als je weet hoe het drukpatroon zich gaat ontwikkelen, kun je veel water in de bodem verdeeld krijgen. Fugro kan met een speciale techniek deze optimale punten opsporen en het verloop van het drukpatroon berekenen.'


Wat is de capaciteit van één bron en hoeveel kun je in de bodem opslaan?

'Dat is afhankelijk van de bodemdoorlatendheid. Maar met één DSI-bron kun je bijna 10 kuub water per uur opslaan. Als op 1 hectare een bui van 20 millimeter valt, moet je dus 200 kuub in de bodem krijgen.

'De kunst is om de waterbel zo ondiep mogelijk te creëren. Het liefst in de bovenste 10 meter. Hoe dieper je gaat, hoe zouter het wordt.'


Zijn er nog knelpunten?

'In zilte gebieden is de hele omgeving rondom een zoetwaterbel zout. Zodra de bel kleiner wordt, gaat het zoute water zich langzaam mengen met het zoete. We onderzoeken hoe snel zich dat vermengt en hoe dat kan worden voorkomen.'


Waarom wordt dit systeem niet al gebruikt in de landbouw?

'Onbekend maakt onbemind. We zijn al eerder met dit systeem de boer op gegaan bij overheden om veenoxidatie tegen te gaan. Daar was toen geen budget voor en het was niet duidelijk wie de probleemeigenaar was. De politieke realiteit is nu wel anders, maar het komt nog niet van de grond.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer