Aardwarmteproductie neemt in kleine stapjes toe

Met de productie van 6,8 petajoule aan aardwarmte is 193 miljoen kuub aardgas en 365.000 ton CO2 bespaard. 'Dat staat gelijk aan de hoeveelheid aardgas die huishoudens in een stad met de omvang van Utrecht vorig jaar verbruikten', beschrijft Bolscher. Hoewel de voorzitter tevreden is met die cijfers, geeft hij ook aan nog ver verwijderd te zijn van de ambitie van Geothermie Nederland om in 2030 zo'n 40 tot 50 petajoule aan aardwarmte te produceren.

Geothermie Nederland verwacht dat ongeveer 25 procent van de Nederlandse warmtevraag in de toekomst duurzaam ingevuld kan worden met geothermie. Voor de glastuinbouw ligt dat percentage zelfs op meer dan 50 procent. 'Er komen elk jaar meer locaties en aardwarmtedoubletten bij, maar het kost tijd voordat deze daadwerkelijk aardwarmte produceren', geeft Bolscher aan. Dit heeft onder meer te maken met de doorlooptijd van vergunningen en het intensieve boorproces.

Veel projecten in pijplijn

Uit cijfers van Geothermie Nederland blijkt dat er momenteel meer dan honderd projecten in de pijplijn zitten. Een voorbeeld is het aardwarmteproject Polanen in het Zuid-Hollandse Monster. Daar is op 8 februari de eerste warmteleiding van bijna 500 meter via een horizontaal gestuurde boring onder de kassen door aangesloten op het aardwarmtenet. Dit moet in de toekomst duurzame warmte leveren aan ongeveer 200 hectare aan kassen in Monster.

Om alle projecten van de grond te krijgen, is volgens Bolscher wel een integrale en gecoördineerde aanpak van de warmtetransitie nodig. In een interview op Nieuwe Oogst gaf de voorzitter eerder al aan dat hij hoopt op een betere samenwerking tussen betrokken organisaties en een stroomlijning van de processen. 'Dat zal ervoor zorgen dat de neuzen dezelfde kant op staan. Iets wat de realisatie van projecten gemakkelijker maakt.'

Verder geeft Bolscher aan dat ook de warmteafzet bij de al bestaande aardwarmtelocaties belangrijk is voor de hoogte van de productie. 'Door de hoge energiekosten liggen bijvoorbeeld in de glastuinbouw bepaalde kassen al sinds vorig jaar leeg. Op die locaties is logischerwijs ook minder aardwarmte geproduceerd.'