LTO Noord en KAVB willen verder met windmolenplan Duin- en Bollenstreek

De roep om een verkenning wordt groter nu gemeenten in de Duin- en Bollenstreek niet deelnemen aan het project. 'We moeten het als sector zelf doen', stelt Erwin Haveman van LTO Noord. Volgens de land- en tuinbouworganisatie zijn voor het verduurzamen van het totale energieverbruik van alle agrarische bedrijven tien of veertien windmolens nodig met een ashoogte van respectievelijk 98 of 54 meter. De productie bedraagt 6.064 en 4.313 megawattuur per jaar.

Naar de haalbaarheid van kleinere boerderijmolens met een ashoogte van maximaal 45 meter is ook gekeken, maar deze bieden te weinig potentie. Dit blijkt uit eerder onderzoek van LTO Noord in opdracht van Greenport Duin- en Bollenstreek.

Niet rendabel

Slechts een van de zes bedrijven met een jaarlijks verbruik kleiner dan 100.0000 kilowattuur zou een haalbare businesscase krijgen. Voor de andere 25 bedrijven die jaarlijks meer dan 100.000 kilowattuur verbruiken, was het niet rendabel.

Onderscheidend is de manier waarop dit project wordt gefinancierd, stelt Haveman. 'Agrariërs investeren de kosten per geproduceerd kilowattuur voor. Alle investeringskosten, zoals de realisatie en vergunningen, en de jaarlijkse kosten voor bijvoorbeeld onderhoud en verzekering worden omgerekend naar de totale energieopbrengst gedurende de looptijd van dergelijke projecten. Minimaal vijftien jaar.'

Als duidelijk is wat de kostprijs per kilowattuur is, kan voor elk bedrijf worden berekend hoeveel kosten voor energie worden gerekend om energieneutraal te zijn tegen de kostprijs voor minimaal vijftien jaar lang, licht Haveman toe.

Besparing

'Ondernemers behalen een besparing op de inkoop van energie, doordat de kostprijs lager is dan de prijs die ze betalen aan de markt. Daar zit een schakel tussen die winst maakt, de energieleverancier. Geproduceerde stroom wordt dus door de agrarische bedrijven verbruikt', zegt Haveman.

De partijen hopen in december of januari te starten met het onderzoek.