Van der Wal overweegt regeling voor minder vee op bedrijf

Volgens Boswijk zijn boeren, vooral in de leeftijd van 55 jaar of ouder, vaak best bereid om vrijwillig hun veestapel te krimpen. Op dit moment is voor verkleinen van de veestapel op een bedrijf nog geen regeling van kracht vanuit de overheid. Binnen de huidige stoppersregelingen bestaat wel de mogelijkheid om niet het gehele bedrijf, maar slechts een locatie te beëindigen.

Volgens Boswijk heeft het vervroegen van het stikstofreductiedoel van 50 procent van 2035 naar 2030 een belangrijk demografisch nadeel. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben zestienduizend boeren geen opvolger. Hiervan is 60 procent boven de 55 jaar. Hij wijst erop dat stoppen voor veel boeren die nu 55 zijn nog geen optie is, maar over twaalf jaar wel. Het jaar 2030 komt voor deze groep boeren te vroeg.

Voor de toekomst

De CDA'er zou graag zien dat het mogelijk wordt voor deze boeren om zich alvast voor een stoppersregeling in te schrijven die voor de onontkoombaarheid ook notarieel wordt vastgelegd. De stikstofwinst kan voor de toekomst dan alvast worden ingeboekt, maar pas van kracht worden op het moment dat de betreffende boer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Van der Wal vindt het een sympathiek idee, maar volgens haar is dat juridisch niet mogelijk. Ze verwijst naar de uitspraak van de Raad van State waarmee in 2019 de PAS-wetgeving onderuit werd gehaald. 'Uit de PAS-uitspraak is gebleken dat het niet mogelijk is vooruit te lopen op toekomstige stikstofwinst, zoals in de Programmatische Aanpak Stikstof was opgenomen.'

De jurisprudentie is daar volgens haar heel helder over. 'Uiteraard kunnen boeren die bijvoorbeeld geen opvolger hebben in een gebiedsproces straks aangeven dat ze op een gegeven moment willen stoppen. Dit kan bijdragen om de opgave in een gebied te halen.'