Waterkwaliteit bij deel derogatiebedrijven verslechterd

Bij derogatiebedrijven in het zuidelijke en oostelijke deel van de zandgebieden en de lössregio is de waterkwaliteit onvoldoende. Dat blijkt uit een RIVM-rapport dat landbouwminister Henk Staghouwer donderdag publiceerde.

Waterkwaliteit+bij+deel+derogatiebedrijven+verslechterd
© niels de vries

In het noordelijk deel van de zandregio en de klei- en veengebieden was in 2020 de gemiddelde nitraatconcentratie in het water dat uitspoelt uit de wortelzone lager dan de nitraatnorm van 50 mg/l die voortkomt uit de nitraatrichtlijn. In het zuidelijke en oostelijke deel van de zandgebieden en de lössregio was deze echter hoger dan de norm, meldt het RIVM-rapport.


In 2020 en 2021 daalde de concentratie in de kleiregio, na een stijging in 2019. In de zandgebieden gingen de nitraatconcentraties in 2020 en 2021 nog iets verder omhoog. Tot en met 2017 was in alle regio's duidelijk sprake van een dalende trend in de nitraatconcentraties in het uitspoelingswater.


Nitraatconcentraties

De stijging van de gemeten nitraatconcentraties is volgens het RIVM waarschijnlijk te wijten aan de gevolgen van de landelijke droogte in 2018 en ook de regionaal aanhoudende droogte in 2019 en 2020. Door droogte treedt er minder denitrificatie op, waardoor minder nitraat kan worden afgebroken en dus meer nitraat kan uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater.

Daarnaast kunnen ook zogenoemde indampingseffecten - minder vloeistof ten opzichte van de hoeveelheid nutriënten - optreden. Ook kan de gewasgroei door droogte afnemen, waardoor er meer nutriënten achterblijven in de bodem die kunnen uitspoelen.


Aanvullende maatregelen

Om de waterkwaliteit in de zuidelijke en oostelijke deel van de zandgebieden en de lössregio weer te herstellen, zijn eerder al aanvullende maatregelen aangekondigd op het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. De RIVM-rapportage is een tegenvaller voor landbouwminister Staghouwer die momenteel met Brussel onderhandelt over verlenging van de derogatie.

De bewindsman kon deze week nog geen duidelijkheid verschaffen over de verlenging van de derogatie. Hij legde in een Kamerbrief nogmaals uit dat het zonder meer verkrijgen van derogatie, zoals de afgelopen jaren het geval was, steeds lastiger wordt. Eerder sprak de minister de hoop uit in juni uitsluitsel te kunnen geven. Dat is niet gelukt.

Voor het kabinet zou een onmiddellijk verlies van de derogatie een zware domper betekenen voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Met deze gebiedsgerichte aanpak moeten naast het stikstofprobleem ook de klimaat- en waterdoelen worden bereikt. Het kabinet wil daar tot 2030 voor uittrekken. Het verlies van derogatie zal dat pad van geleidelijkheid doorkruisen en voor nieuwe spanningen in de relatie met boeren kunnen zorgen.


Geen interventies

Juist om de gebiedsgerichte aanpak niet te verstoren, zet minister Staghouwer in op een nieuwe beschikking voor vier jaar en een derogatie voor 2022 op hetzelfde niveau als afgelopen jaren. Voorts wenst de bewindsmand geen tussentijdse interventies vanuit de Europese Commissie in de gebiedsgerichte aanpak gedurende de looptijd van de beschikking.

Een mogelijk scenario is dat Brussel Nederland een afbouw van de derogatie over de gewenste vier jaar voorschotelt. EU-milieucommissaris Virginijus Sinkevicius hintte deze week tijdens een debat in Straatsburg op een 'plan' dat hij is overeengekomen met Nederland. Of hij daarmee op de derogatie doelde is niet duidelijk.


Financieel verlies

Mocht het Staghouwer niet lukken een nieuwe derogatie over de streep te trekken, dan dreigt er een fors financieel verlies voor de Nederlands melkveehouders. Deze schade wordt veroorzaakt doordat er 12,7 miljoen ton mest extra moet worden afgevoerd dat nu nog mag worden uitgereden.

Cumela, de brancheorganisatie voor loonwerkers, berekent de financiële schade daarvan op 190 tot 254 miljoen euro. Afhankelijk van de prijs die melkveehouders moeten betalen voor de afvoer van de mest. Wordt deze geëxporteerd, dan kunnen de transportkosten oplopen tot 20 euro per ton. Naast de kosten voor mestafvoer zal de melkveehouderij zo'n 72,9 miljoen euro extra kwijt zijn aan kunstmest.


Klik voor het complete RIVM-rapport op onderstaande pdf

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    22° / 10°
    5 %
  • Woensdag
    25° / 11°
    60 %
  • Donderdag
    23° / 13°
    60 %
Meer weer