Vleeskuikenhouders puzzelen met Beter Leven

De beslissing van supermarkten om vanaf volgend jaar alleen verse kip met minimaal één Beter Leven-ster te verkopen, betekent dat een flinke groep vleeskuikenhouders bezig is de stallen geschikt te maken. Dat valt niet altijd mee.

Vleeskuikenhouders+puzzelen+met+Beter+Leven
© Henk Riswick

De indruk bestaat dat vleeskuikenhouders in het noorden van het land van de overheden sneller groen licht krijgen om hun bedrijf geschikt te maken voor Beter Leven dan hun collega's in de zuidelijke provincies. Dat zegt Gert-Jan van Beek, specialist leg- en vleeskuikenhouderij bij ABZ Diervoeding. 'Vooral in Noord-Brabant werken de regels voor stalderen en de Brabantse Zorgvuldigheidsscore belemmerend.'

Van Beek en zijn collega's zien dat veel vleeskuikenhouders stappen zetten om te kunnen produceren onder het Beter Leven-keurmerk. 'Vrijwel alle vleeskuikenhouders die nu produceren voor een tussenconcept zijn ermee bezig. Want zodra Beter Leven 1 ster de norm is voor Nederlandse supermarkten, verdwijnen al die tussenconcepten. En de meeste vleeskuikenhouders met conceptkuikens willen niet terug naar reguliere productie.'

Ook diverse vleeskuikenhouders die nog niet deelnemen aan een concept overwegen volgens Van Beek het geschikt maken van de stallen voor Beter Leven. 'Onder meer omdat op Europees niveau de overgang naar de European Chicken Commitment eraan komt. En dat brengt ook huisvestingseisen met zich mee', constateert Van Beek.

Zodra Beter Leven 1 ster de norm is, verdwijnen alle tussenconcepten

Gert-Jan van Beek, specialist leg- en vleeskuikenhouderij ABZ Diervoeding

De enige groep vleeskuikenhouders waarin slechts weinigen bezig zijn met stalaanpassingen, is volgens de ABZ-specialist de groep met ondernemers die nu al duidelijk hebben dat ze op termijn hun bedrijf gaan beëindigen.

De belangrijkste eisen waaraan de stal bij 1-ster productie moet voldoen: een overdekte buitenuitloop (minimaal 20 procent van het totale staloppervlak), daglicht en een lagere bezetting van maximaal twaalf kuikens per vierkante meter. Andere eisen zijn onder meer vroege voeding, zo min mogelijk antibiotica, 100 procent groene stroom en een circulaire mestverwerking.

Voorlichters als Van Beek krijgen veel vragen over praktische aspecten van het geschikt maken van vleeskuikenstallen voor Beter Leven. 'Ieder bedrijf is anders. Soms is er weinig ruimte om een voldoende grote overdekte uitloop te maken. Binnen de bestaande stalmuren een uitloop realiseren kan, maar kost extra vleeskuikenplaatsen en kan daardoor te duur zijn.'


Nieuwe omgevingsvergunning

Het maken van een overdekte uitloop betekent op de meeste plekken dat het aanvragen van een nieuwe omgevingsvergunning nodig is. Soms is het vergunningvrij bouwen van de uitloop mogelijk. Als de overdekte uitloop buiten het bouwblok moet komen, kan dat de vergunningsprocedure behoorlijk vertragen.

Een aandachtspunt is dat de stal ook na de ombouw vanwege de Beter Leven-eisen moet blijven voldoen aan de eisen van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Dit geldt ook voor de overdekte uitloop als je die meetelt als leefoppervlak; iets wat bij het Beter Leven-keurmerk is toegestaan. De meeste vleeskuikenhouders maken gebruik van deze mogelijkheid omdat ze daarmee voorkomen dat de stalbezetting nog verder omlaag moet.


Meestal is het voldoen aan de Rav-normen geen punt. Doorgaans is de techniek die de ammoniakemissie reduceert in een bestaande stal afgestemd op een stalbezetting van 42 kilo per vierkante meter. Bij omschakeling naar Beter Leven gaat de stalbezetting fors terug. In de meeste gevallen betekent dit dat het niet nodig is de overdekte uitloop te voorzien van emissiereducerende technieken.


Overleggen met verzekering

Verzekeraars zijn niet altijd blij met overdekte uitlopen. Zeker niet als deze de ruimte tussen bestaande stallen volledig opvullen. Hierdoor kan het gebeuren dat je niet meer voldoet aan de eisen die gelden voor brandcompartimenten. Van Beek: 'Overleg altijd met de verzekering voordat je uitlopen gaat bouwen. Soms kun je door bijvoorbeeld andere materialen te gebruiken, bereiken dat de verzekering wel instemt met de aanpassing.'

Omschakelen naar Beter Leven 1 ster vergt investeringen in overdekte uitloop en daglicht in de stal. Door de bank genomen kost alleen al de vrije uitloop tussen de 200 en 300 euro per vierkante meter. Door de lagere stalbezetting en de tragere groei van de kuikens tikt dit extra door per kilo vlees.

Peter van Horne van Wageningen Economic Research berekende vorig najaar in opdracht van de pluimveehoudersorganisaties LTO/NOP en NVP de kostprijsstijging ten opzichte van reguliere productie. Als je rekent met een afschrijvingsperiode van vijf jaar, is het aandeel van de overdekte uitloop in de kostprijs per kilo afgeleverd gewicht 8,6 cent. Daglicht kost 1,9 cent. De totale kosten inclusief arbeid komen voor Beter Leven 1 ster op 138,50 euro, ten opzichte van 94,90 euro per kilo afgeleverd gewicht bij regulier.


Terugverdientijd

Alfa Accountants en Adviseurs rekende uit dat investeringen om van regulier naar Beter Leven 1 ster te komen, meestal in vier tot zes jaar terug te verdienen zijn. 'Daarmee zijn de investeringen globaal gezien binnen de looptijd van één contract terug te verdienen en af te lossen', constateert bedrijfskundig adviseur Herald Aalderink van Alfa Accountants en Adviseurs.

Aalderink stelt dat dit zakelijk gezien wenselijk en noodzakelijk is. 'Want het is niet waarschijnlijk dat de stap naar Beter Leven 1 ster de laatste stap van verandering in de sector zal zijn. Er moet dus financieringsruimte blijven voor toekomstige investeringen.'



Effect op emissies van ammoniak, fijnstof en geur

Wat de milieueffecten zijn van het geschikt maken van een vleeskuikenstal voor het Beter Leven-concept is niet geheel duidelijk. 'Er is weinig informatie beschikbaar over de emissie van fijnstof, ammoniak en geur van houderijconcepten zoals Beter Leven 1 ster. Simpelweg omdat er nog nooit aan een dergelijk concept is gemeten', zegt onderzoeker Jan van Harn van Wageningen Livestock Research.

'Het gebruik van een ander type kuiken, een ander voer, de lagere bezetting, een overdekte uitloop en omgevingsverrijking geven elk een effect op de emissies van ammoniak, geur, fijnstof, methaan en lachgas. Daarnaast kunnen de factoren elkaar versterken, maar ook afzwakken. Het uiteindelijke effect op de emissies van alle factoren samen is daarom niet eenvoudig in te schatten', redeneert de Wageningse onderzoeker.


Emmie kan gelijk blijven

Als een bedrijf omschakelt naar trager groeiende dieren en geen stallen bijbouwt, kunnen er minder dieren worden gehouden. 'De vraag is of de emissie uit de stal dan afneemt. Als het staloppervlak even groot blijft, is er weliswaar per dier meer oppervlak, maar ook meer ruimte voor ontlasting waaruit ammoniak vrijkomt. De emissie uit de stal kan daardoor gelijk blijven aan die van voor de omschakeling', aldus Van Harn.

De fijnstofemissie per dierplaats zal toenemen door de omschakeling van regulier naar Beter Leven 1 ster. Redenen van de toename zijn het drogere strooisel, de grotere activiteit van de gebruikte dieren en de langere productieperiode, dus de lagere leegstand.
Effecten op de emissie van geur verwacht Van Harn niet.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer