Boomkwekerij Klanderman levert vele soorten en maten

'De Canadese rooimachine is misschien wel groot en lomp, maar geschikt voor kluiten van 70 tot 140 centimeter', weet Alwin Klanderman. 'Dat is magnifiek als je iedere vier jaar je bomen verplaatst om ze geschikt te maken voor het planten op verschillende locaties.'

Hij legt uit dat hij voor gek werd verklaard toen hij de machine voor zo'n 20.000 euro aanschafte, maar dat er inmiddels nog twee in Nederland zijn. Het geeft ook de internationale gerichtheid van de boomkweker aan, die na zijn HAS-opleiding, richting bedrijfseconomie, een aantal jaar in Canada en het Verenigd Koninkrijk werkte. 'Vooral door mijn ervaringen in Canada weet ik hoe goed de teeltomstandigheden hier in ons vlakke land met het milde klimaat zijn. Daar heb je te maken met strenge winters en hete zomers.'

Gemengd bedrijf

Klanderman wilde al van jongs af aan werken in de kwekerij die zijn opa in 1936 als gemengd bedrijf begon. Zijn vader bouwde dit in de jaren zeventig uit tot een boomkwekerij en hoveniersbedrijf. Als huidige eigenaar trad hij in 2007 toe en nam het bedrijf vorig jaar helemaal over. Dat gebeurde nadat de hovenierstak in 2009 was overgedragen aan een ander bedrijf. 'Ik ben veel op pad, omdat ik persoonlijke contacten en betrokkenheid bij mijn klanten belangrijk vind. Een keertje bij een ander in de keuken kijken, is ook waardevol.'

De kweker bezoekt regelmatig projecten in het buitenland om nieuwe ideeën op te doen. 70 procent van zijn bomen is bestemd voor de export. De kwekerij levert in Nederland veel aan hoveniers, voornamelijk in Oost-Nederland; van Nijmegen tot Zwolle. Hij staat dan ook vaak op beurzen als de Landleven Fair en de Farm & Country Fair in het Gelderse Aalten. De eerste maanden van de coronacrisis waren spannend door de sluiting van tuincentra en het uitstel van projecten. 'Dat heeft ons een paar ton gekost, maar dat haalden we vorig jaar dubbel en dwars in.'

Karaktereigenschappen

Zo'n 5 procent van de bomen verkoopt Klanderman aan particulieren. Die adviseert hij bij het maken van een goede keuze, zoals een plek die past bij de karaktereigenschappen van een boom. Daarnaast levert hij aan overheidsorganisaties als gemeentes en provincies. Om op de wensen van zijn klanten in te kunnen spelen, heeft de kwekerij een breed assortiment.

Dat varieert van eik, linde, sierkers, lijsterbes, esdoorn en meidoorn tot appel- en perenbomen. 'De prijzen lopen enorm uiteen. Een fruitboompje gaat weg voor 25 euro, maar ik heb ook bomen van 4,5 ton, die 2.500 euro kosten. Groen heeft de afgelopen jaren meer waardering gekregen, maar het blijft natuurlijk een luxeproduct dat goed loopt als het goed gaat met de economie. Na zeven goede jaren volgen vaak zeven slechte.'

De kweker legt uit dat erop dit moment sprake is van schaarste, waarbij bomenleveranciers de markt in handen hebben. 'Er is vooral veel vraag uit Duitsland en ook uit Engeland, ondanks de brexit. Vaak vragen Engelse klanten om een aantal leveringen te verzamelen, zodat die in één vrachtwagen naar één adres kunnen. Er gaat namelijk al snel 400 euro papierwerk in een zending zitten.'

Klanderman verwacht dat het boomaanbod de komende jaren nog verder afneemt vanwege de droge zomers de afgelopen jaren, wat tot kwalitatief minder goed bomenzaad leidde. 'De prijs voor uitgangsmateriaal is nu al verdrievoudigd en dat zie je terug in de verkoopprijs van volwassen bomen.'

Bollen en coniferen

Voor projecten in het buitenland koopt Klanderman ook materiaal in dat niet in zijn assortiment zit, zoals bollen en coniferen, om een volledig pakket te kunnen leveren. 'Het is lastig om bomen te vervoeren en om dat wat efficiënter te kunnen doen, vullen we het transport vaak aan met wat kleiner spul.' Voorheen liep het bomenseizoen van oktober tot april, tegenwoordig kan de kwekerij jaarrond leveren doordat een deel van de bomen op een containerveld staat. Airpots, potten met gaatjes, zorgen daarbij voor de ontwikkeling van een sterk wortelgestel.

Klanderman is ervan overtuigd dat een goede bodem de basis vormt voor sterke en vitale bomen. Onkruid verwijderen doen zijn mensen vooral mechanisch en van chemie maakt hij nauwelijks meer gebruik. 'Omdat wij niet aan massaproductie doen en de bomen niet dicht bij elkaar staan, hebben we weinig last van ziektes en schimmels. Mezen en merels eten de pitten van de zonnebloemen die we als groenbemester inzetten en vangen luizen en rupsen. Als boomkwekerij hebben we een bedrijf dat CO2 opneemt en niet uitstoot, daar mogen we best eens wat minder bescheiden over zijn.'