Geen verspreiding van quarantaine-boktor in Zuid-Holland

Dat blijkt uit een omgevingsonderzoek dat afgelopen week is uitgevoerd naar aanleiding van een eerdere vondst begin december van een larve van de boktor Apriona in een geïmporteerde Enkianthus-plant. De besmette partij planten is inmiddels vernietigd en aansluitend worden alle maatregelen op het bedrijf opgeheven, meldt de NVWA.

Begin december is op een boomkwekerij in Zuid-Holland een larve van de boktor Apriona aangetroffen. Deze heeft in Nederland een quarantainestatus en moet daarom worden uitgeroeid. In een straal van 100 meter rondom de percelen waar de besmette partij heeft gestaan, hebben NVWA-inspecteurs daarom alle mogelijke waardplanten onderzocht. Hierbij zijn geen nieuwe vondsten gedaan van Apriona of andere quarantaine-boktorren.

Aangetaste delen uitgezaagd

Tijdens het onderzoek zijn diverse planten gevonden met symptomen die overeenkomen met de symptomen van boktorren, zoals Apriona en Anoplophora. De aangetaste delen van deze planten zijn uitgezaagd en experts hebben deze vervolgens onderzocht. Uit dat onderzoek bleek dat in geen van de gevallen sprake was van quarantaine-boktorren. Veelal betreft het schade van inheemse soorten, meldt de NVWA vrijdag.

Op basis van de resultaten van het omgevingsonderzoek concludeert NVWA dat de besmetting beperkt is gebleven tot de geïmporteerde partij Enkianthus. Aanvullende maatregelen om de boktor uit te roeien, zijn daarom niet nodig. De NVWA zal in de zomer van 2022 nog een onderzoek uitvoeren in de omgeving van deze vondst.

Extra controle in 2022

Deze extra controle wordt standaard uitgevoerd bij de vondst van quarantaine-boktorren om te controleren of de besmetting inderdaad is uitgeroeid. Op basis van een steekproef zullen dan weer percelen in deze omgeving worden bezocht. De belangrijkste waardplanten van Apriona worden daarbij onderzocht op symptomen.