Deskundigen: 'Maisteler onderschat schade aaltjes'

Maistelers onderschatten hoeveel schade aaltjes kunnen aanrichten, stellen deskundigen. Aaltjes veroorzaken niet alleen schade in de mais zelf, maar ook in volggewassen. Bij landruil kan dit problemen geven.

Deskundigen%3A+%27Maisteler+onderschat+schade+aaltjes%27
© Persbureau Noordoost

Aaltjes vormen een toenemend probleem, stellen Leendert Molendijk van Wageningen University & Research en Mark de Beer van Groeikracht. Dat komt doordat veel veehouders de maisteelt grotendeels overlaten aan hun loonwerker en omdat er tijdens het groeiseizoen vaak geen tijd is om regelmatig in het gewas te kijken.

Het komt ook omdat een opbrengstvermindering van 10 tot 15 procent met het blote oog niet snel is te zien. 'Pas bij 10 tot 15 procent schade beginnen de meeste telers wat te merken of het moet zijn dat een loonwerker of een adviseur er oog voor heeft', constateert Molendijk. Daar komt bij dat mais een laagrenderend gewas is. 'Het duurt lang voordat de schade zo groot is dat telers wakker worden', stelt hij vast. 'Meestal reageren ze niet snel op opbrengstvermindering.'


Verlies van voedingsstoffen

Aaltjesschade is meer dan alleen minder tonnen. Het betekent ook geen opname en dus verlies van voedingsstoffen, zoals stikstof. 'Dat is nu misschien wel de grootste trigger', zegt de onderzoeker.

Meestal reageren telers niet snel op opbrengstvermindering

Leendert Molendijk, Wageningen University & Researc

Bij grondruil is er een extra reden om alert te zijn op aaltjes. Want aaltjes die goed gedijen op maiswortels, kunnen forse schade geven in het volggewas. Steeds meer akkerbouwers huren of ruilen percelen van veehouders om er hoogrenderende gewassen op te telen, zoals aardappelen of waspeen. Aaltjesschade heeft in die gewassen een grote impact.


Verwijten maken

Anderzijds wijten veehouders een lagere opbrengst soms aan het gewas dat een akkerbouwer het jaar ervoor op het perceel teelde. 'Akkerbouwers en veehouders maken elkaar over en weer verwijten', stelt Molendijk vast.

De Beer constateert dat het voor akkerbouwers steeds moeilijker is om schone grond te vinden zonder schadelijke aaltjes. 'Bijvoorbeeld voor waspeen is dat een uitdaging', zegt hij. Voorheen stelden telers daarvan eerst het bouwplan vast en zochten daar grond bij, nu is dat andersom. Eerst zoeken ze hoeveel schone grond beschikbaar is en daarna bepalen ze het bouwplan. Steeds vaker laten ze percelen bemonsteren op schadelijke aaltjes, voordat ze die huren of ruilen.


Veel soorten

Slechts een klein aantal van de in Nederland voorkomende soorten aaltjes veroorzaakt schade. Het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) is er een van. Dit aaltje vermeerdert extreem sterk op mais en veroorzaakt matige schade aan de mais zelf. Planten blijven pleksgewijs achter in de groei. In een later stadium kleurt een deel van de wortels bruin.

Dit aaltje veroorzaakt ook schade aan veel volggewassen. Het kan grote schade veroorzaken aan waspeen, aardbeien en boomkwekerijgewassen en matige schade aan aardappelen en bloembollen.


Trichodoris

Een andere soort die veel schade kan veroorzaken, is het vrijlevende wortelaaltje, de Trichodoris. Schade is in mais herkenbaar aan gewasrijen die volledig achterblijven, afgewisseld met onaangetaste rijen. Deze soort vermeerdert zich matig op mais, maar kan wel vrij veel schade aanrichten in het gewas. De meest voorkomende is de Trichodorus similis. Deze vermeerdert zich goed in gras. Daarom is deze soort in een vruchtwisseling met alleen gras en mais lastig te voorkomen.

'Gras is het grootste probleem', zegt De Beer. 'Vooral bij veel gras in het bouwplan, zoals bij derogatie, vermeerderen deze aaltjes zich makkelijk.'


Problemen aanpakken

Er is niet één oplossing om aaltjesproblemen te tackelen. Vruchtwisseling is een van de tools waarmee dat kan. Op aaltjesschema.nl is te zien welke aaltjes in welke gewassen vermeerderen en schade kunnen geven.

Ook een goede onkruidbeheersing heeft effect. Bepaalde onkruiden kunnen aaltjes sterk vermeerderen. Het onkruidvrij houden van een perceel helpt om de opbouw van aaltjes te beperken.

Voor akkerbouwers en tuinders die land van veehouders huren en voor loonwerkers die de gewassen oogsten, is het belangrijk om oogstmachines schoon te maken tussen verschillende percelen en om de oogst te beginnen op schone percelen. Daarnaast is het belangrijk om aaltjesvrij uitgangsmateriaal te gebruiken en om sorteergrond altijd terug te brengen naar het perceel waar het vanaf komt.


Wat zijn aaltjes?

Aaltjes of nematoden zijn minuscule wormpjes. Ze leven in vocht, zowel in buitenwater, in grond, in dieren als in mensen. In grond en water komen in Nederland 1.200 soorten voor, waarvan ongeveer honderd soorten voor planten schade kunnen veroorzaken. Slechts een kwart hiervan is een probleem voor landbouwgewassen. Deze schadelijke aaltjes prikken in de wortels, waardoor de groei afremt en de plant verzwakt of vergroeit. Dit soort aaltjes is 0,2 tot 10 millimeter lang en met het blote oog meestal niet zichtbaar. De bodem is aaltjesrijk, in een gezonde bodem zitten 4 tot 10 miljoen aaltjes per vierkante meter bouwvoor. De meeste aaltjessoorten zijn juist nuttig voor de landbouw. Het zijn bacterie-eters, schimmeleters of insectenparasieten.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer