Stikstofcrisis: 'Praat over perspectief in plaats van krimp'

Rapport na rapport is verschenen waarin krimp van de veestapel wordt genoemd als route uit de stikstofcrisis. 'Een beetje krimp, gecontroleerd en autonoom, is prima', vindt voorzitter Linda Verriet van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). 'Maar ik vrees dat we gruwelijk doorslaan in het opkopen van bedrijven.'

Stikstofcrisis%3A+%27Praat+over+perspectief+in+plaats+van+krimp%27
© Twan Wiermans

De Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer krijgt 9 november, ruim een maand voor de presentatie van het regeerakkoord, een technische briefing van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Op dat moment liggen vanuit de ministeries van Landbouw en Economische Zaken twee varianten van beleid voor om de stikstofproblematiek aan te pakken.

Wat opvalt: in beide gevallen krimpt de Nederlandse veestapel met tientallen procenten. Onderzoekers spreken over variant A waarbij vooral de melkveehouderij moet wijken. De varkenshouderij en de pluimveesector krimpen iets minder dan in de huidige structurele aanpak stikstof tot 2030. Maar in variant B gaat het mes in alle sectoren en verdwijnt ook ruim de helft van het aantal kippen en ruim veertig procent van de varkens via opkoopregelingen.


In gesprek

Verriet ging met de onderzoekers in gesprek. 'Ik wil weten welke aannames zijn gedaan en met welke cijfers over de varkenshouderij de onderzoekers rekenen. Daarnaast is het altijd goed om te laten zien welke stappen we als sector al hebben gezet met ammoniakreductie en nog gaan zetten met het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij.'

De kritische depositiewaarden in Nederland zijn onhaalbaar en onrealistisch

Linda Verriet, voorzitter Producenten Organisatie Varkenshouderij

'De krimp van de veestapel lijkt tot doel verheven en dat is compleet uit de lucht gegrepen', zegt Wil Meulenbroeks, terugtredend voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. 'Ik raak dan ook niet in paniek van de beleidsscenario's. Wij hebben als melkveehouderij ook een stevige reductie van ammoniakuitstoot gerealiseerd.'


Innovatie effectiever

In het onlangs gepresenteerde coalitieakkoord leest Meulenbroeks dat de opgaven voor stikstofreductie evenredig over de sectoren, ook buiten de land- en tuinbouw, zullen worden verdeeld. Hij is daar blij om, maar noemt de uitdaging ook erg groot. 'Ik hoop ook op meer geld voor innovatie en minder voor opkoopbeleid. Elke euro aan innovatie is negen keer effectiever besteed dan aan opkoop, blijkt ook uit onderzoek.'

Verriet is overigens niet tegen krimp van de sector of tegen natuurherstel ('mits de maatregelen aantoonbaar effect hebben'). Ze wil ook praten over verplaatsing van bedrijven. 'Maar we hebben natuurlijk nog de buikpijn van de reconstructie: varkenshouders moesten vertrekken, maar ze konden nergens heen.'


Eerst perspectief

De POV-voorzitter spreekt nu al veel jonge ondernemers die willen investeren in een nieuwe duurzame stal, maar keer op keer vastlopen in het vergunningstraject. 'We willen eerst duidelijk perspectief voor de varkenshouderij, met alle ruimte die daarvoor nodig is. De adviezen die daarvoor nu op tafel liggen, bieden geen houvast en maken ons nog waakzamer dan daarvoor.'

Welke maatregelen ook van stal worden gehaald: de gewenste stikstofreductie, uitgedrukt in kritische depositiewaarde (KDW) wordt door reductie van de veestapel nooit bereikt, concluderen beide bestuurders. 'Wij waren al tegen de stikstofwet met reducties die daarin benoemd werden. De KDW's in Nederland zijn onhaalbaar en onrealistisch', zegt de POV-voorzitter.


Vrees voor wisselgeld

En dus blijft de vrees dat veehouders wisselgeld worden voor uitbreidingen in mobiliteit, woningbouw of industrie, terwijl de natuur er niets mee opschiet. Verriet en Meulenbroeks pleiten voor een integrale aanpak van de stikstofproblematiek. 'Los van de enorme kosten die met opkoop gemoeid gaan, is het hypocriet', zegt Verriet.

'Met de groeiende vraag naar dierlijk eiwit zal voor elk varken dat wij minder houden, een veelvoud terugkomen in het buitenland. Het resultaat is een grotere belasting van het milieu en lagere standaarden op het gebied van dierenwelzijn, en import van varkensvlees tegen lagere standaarden.'


Ketenpositie

Vaak bepaalt de opdrachtgever, met de neergelegde vraagstelling, de uitkomst van een rapport, zeggen de bestuurders. De sector moet zich, zegt Meulenbroeks, focussen op de beschikbaarheid van grond, in plaats van hoeveel koeien er straks zijn.

'We zetten ons in voor een sterke positie in de keten, wat ook in het coalitieakkoord staat. We moeten oog houden voor de grote opgaves in klimaat, water en stikstof waaraan we als sector positief kunnen bijdragen zonder dat krimp van de veestapel een uitgangspunt is.'


Regeerakkoord kondigt versnelling stikstofreductie aan

In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) is bindend vastgelegd hoe voor stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie onder de kritische depositiewaarden (KDW) moet zijn gebracht. In 2025 moet dit gelden voor ten minste 40 procent van de hectares, in 2030 voor de helft van het areaal en in 2035 voor bijna driekwart. In het nieuwe regeerakkoord is een versnelling aangekondigd waarbij in 2030 de laatste doelstelling is gehaald. Met het Nationaal Programma Landelijk Gebied komt tot 2035 25 miljard euro beschikbaar in een stikstoffonds. 'Het is op z'n minst opmerkelijk dat de financiering niet gelijkloopt met de doelstelling in tijd', merkt LTO-bestuurder Wil Meulenbroeks op. De melkveehouderij zet zich binnen de Coalitie Toekomstbestendige Melkveehouderij in voor het reduceren van de uitstoot van stikstof. Het gaat om maatregelen als voermanagement, mestaanwending en weidegang en de verdere ontwikkeling van de biologische systeemlandbouw. De keuzevrijheid voor de melkveehouder en het ontwikkelen van kennis staan daarbij voorop. Het zijn ook onderwerpen die – althans gedeeltelijk – terugkomen in het coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie.

Gebiedsgerichte aanpak van stikstofproblematiek

Het coalitieakkoord rept over 'grote aanpassingen in het landelijk gebied' en over een 'gebiedsgerichte aanpak'. Het RIVM becijferde in opdracht van het demissionaire kabinet dat het 15 tot 39 procent effectiever is om de stikstofuitstoot gerichter aan te pakken dan de uitstoot van elk landbouwbedrijf in Nederland te verminderen. Hoe dichter een landbouwbedrijf bij een natuurgebied ligt, hoe groter het effect op de depositie in dat gebied is, concluderen de rekenmeesters. Ook is voorgesteld om Nederland in zones in te delen met mogelijkheden en onmogelijkheden voor de agrarische sector. 'Gelukkig is van zonering geen sprake, maar gaat het in het coalitieakkoord over een gesprek op het boerenerf en mogelijkheden als innoveren, extensiveren, verplaatsen of stoppen', merkt Wil Meulenbroeks van LTO-vakgroep Melkveehouderij op. 'We kunnen dus als melkveehouderij niet alles wat we nu hebben overeind houden, maar wel een belangrijke speler blijven in voedselvoorziening en als beheerders van het buitengebied. We houden de komende jaren oog voor de bedreigingen, maar ik ben ook positief over de mogelijkheden en het maatwerk dat geboden wordt.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer