OM eist werk- en voorwaardelijke gevangenisstraf na dierverwaarlozing

Het OM legt daarnaast bijzondere eisen neer, zoals een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting en een houdverbod van koeien en schapen gedurende drie jaar. Het bedrijf uit Garrelsweer is vanaf 2017 onder de aandacht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

'Talloze interventies hebben plaatsgevonden zonder resultaat. Ook eerdere veroordelingen vanwege verwaarlozing van zijn vee hebben het tij niet kunnen keren. In tegendeel: de verdachte vindt zelf helemaal niet dat hij slecht voor zijn dieren zorgt', stelt de officier van justitie.

Beschimmeld en verrot voer

Volgens het OM gaat het om vieze, onhygiënische en gebrekkige stallen, geen of te weinig beschimmeld en verrot voer en geen tot te weinig schone drinkwatervoorzieningen. Daarbij komen een slechte verzorging van de dieren en een gebrek aan een veilige leefomgeving. Dat is voor de officier van justitie reden voor een 'forse' eis.

De drie ten laste gelegde strafbare feiten zijn: het niet voorzien van een schone hygiënische verblijfplaats, het niet voorzien van voldoende geschikt voer en water op de controledata in juli en augustus en het niet tijdig voorzien van de kalveren van oormerken. De verdachte is in zijn verplichtingen als bedrijfsmatig houder van productiedieren ernstig te kort geschoten en dit verwijt het OM hem.

De rechtbank doet op 14 december uitspraak.