De keerzijde van de succesvolle terugkeer van 'nieuw wild'

Een escalatieladder voor bevers, interprovinciale plannen voor de wolf, nulgebieden voor wilde zwijnen. Ambtelijke beleidsnotities willen de natuur in Nederland graag in toom houden met jargon, maar de dieren in kwestie trekken zich er weinig van aan. In agrarisch gebied is 'nieuw' wild met een gestage opmars bezig. We lichten vijf overlastgevende dieren uit.

De+keerzijde+van+de+succesvolle+terugkeer+van+%27nieuw+wild%27
© Tony Tati

'Nieuw wild' rukt op in het buitengebied. Soms gaat het om invasieve soorten als de wasbeer, maar dikwijls om dieren die lang geleden uit Nederland verdwenen en inmiddels zijn teruggeplaatst (bever en wildzwijn) of teruggekeerd (wolf).

Boeren en tuinders worden steeds vaker geconfronteerd met de gevolgen. Dan gaat het niet alleen om wolven die schapen doden of wilde zwijnen die grasland omwoelen. Wasberen dringen kippenstallen binnen en bevers graven verraderlijke kuilen in percelen waardoor landbouwmachines beschadigd kunnen raken.

In Nederland worden veel afspraken gemaakt op het gebied van faunabeheer, maar de uitvoering is gebrekkig, stelt Arnold Michielsen, akkerbouwer in Dronten en voorzitter van de LTO-werkgroep Fauna. Gevolg: steeds meer schade voor boeren en tuinders. BIJ12 keerde vorig jaar voor ruim 31,5 miljoen euro schade uit, een toename van 6 miljoen euro te opzichte van het jaar ervoor. 'De werkelijke schade ligt naar schatting een factor vier hoger', denkt Michielsen, zich baserend op een rapport van kennis- en adviesbureau CLM.

Het maatschappelijk draagvlak voor de wolf broos

Peter van Dijck, akkerbouwer en varkenshouder in Ysselsteyn

Veel agrarisch ondernemers accepteren faunaschade, want melden kost veel tijd, schadebedragen zijn gering en de kans op uitkeren wordt klein geacht. Michielsen roept boeren en tuinders op schade toch consequent te melden. 'Alleen op die manier ontstaat een goed beeld van de omvang.'

In Limburg komen veel problemen samen. Akkerbouwer en varkenshouder Peter van Dijck uit Ysselsteyn weet daar alles van. 'Met name de bever zorgt met zijn grote aantallen voor overlast. In droge jaren valt het nog mee, maar dit jaar is nat en dan zie je dat waterlopen niet langer functioneren. Er ontstaat schade aan gewassen, maar ook aan wegen en andere infrastructuur.'

Tekst gaat verder onder video.

Van Dijck pleit voor heldere criteria. 'Wanneer die criteria worden overschreden, moet afschot volgen.' Het feit dat ook andere partijen dan boeren en tuinders overlast ervaren, is volgens Van Dijck in zekere zin een gunstige ontwikkeling. 'Dat vergroot het draagvlak voor serieuze maatregelen.'

Het maatschappelijk draagvlak voor de wolf is broos, constateert Van Dijck. Hij wijst naar de heftige discussies in België, na drie incidenten in Meeuwen, vlakbij Weert. Daar doodden wolven recentelijk twee shetlandpony's en twee koeien, op een steenworp afstand van de paardenfokkerij van Nederlandse springruiter Jos Lansink. De onrust onder de lokale bevolking is groot. 'Wanneer wolven voor grote problemen zorgen, zul je hard moeten ingrijpen.'

De opmars van de wolf

Zaterdag 7 maart 2015 was voor wolvenliefhebbers een mooie dag: toen liep er voor het eerst sinds 1897 weer een wolf rond in de Nederlandse natuur, bij het Drentse Noord-Sleen. Schapenhouders waren een stuk minder blij. Diezelfde dag doodde de wolf bij Westerbork en Nieuw-Amsterdam vier schapen.

In een ver verleden kwam de wolf in heel Europa voor, maar de mens heeft het dier lange tijd bejaagd. In de jaren zeventig was de wolf teruggedrongen tot diep in Oost-Europa en een aantal berggebieden in onder meer Italië. De conventie van Bern uit 1982, die grensoverschrijdende bescherming van kwetsbare diersoorten regelt, luidde het herstel in. Sindsdien groeien de aantallen weer.

In 2000 keerde de wolf terug in Duitsland, inmiddels leven daar ruim 160 roedels van vijf tot tien wolven. Sinds 2015 zijn er in ons land 34 verschillende wolven waargenomen. Nederland telt inmiddels één roedel, op de Veluwe. Volgens kenners zou ons land enkele tientallen roedels kunnen herbergen. BIJ12, dat namens de provincies wildschade afhandelt, meldt over de periode 1 mei tot en met 31 juli 2021 achttien schadegevallen door wolven. Daarbij werden 23 schapen en twee kalveren gedood.

Tekening_Tony_Longread2
Tekening_Tony_Longread2 © Tony Tati

Wasbeer dreiging voor vogels

De wasbeer komt van nature uit Noord-Amerika. In de jaren dertig zijn ze in Duitsland uitgezet, vooral voor de jacht. Vanuit Duitsland heeft de wasbeer zich verder verspreid over Europa, onder meer naar Frankrijk, Zwitserland, Polen, Hongarije en België. Inmiddels telt Duitsland 1,65 miljoen exemplaren. De kern van die populatie bevindt zich rond Kassel, centraal Duitsland, zo'n 300 kilometer van de Nederlandse grens. Afschot heeft de populatie wasberen in Duitsland niet weten in te dammen.

In Nederland leven inmiddels driehonderd tot vierhonderd wasberen, met name in de oostelijke provincies. De wasbeer is in meerdere opzichten schadelijk. Het dier jaagt op (weide)vogels en rooft hun eieren. Verder kan de wasbeer bijvoorbeeld kippenstallen binnendringen. Veel wasberen zijn besmet met een spoelworm die bij mensen kan leiden tot hersenvliesontsteking, met soms fatale afloop.

Bever wordt nu bejaagd

Lange tijd was de bever uitgestorven in Nederland. Het laatste dier legde het loodje in 1826. Het dier werd in 1998 opnieuw geïntroduceerd. Eerst in de Biesbosch. Later ook in de Gelderse Poort, het Maasdal en het Hunzedal. Deze herintroductie is zeer succesvol verlopen. Inmiddels hebben ze zich in alle provincies gevestigd, behalve in Noord-Holland.

De bever kan wel tot 1 meter lang en 35 kilo zwaar worden en is daarmee het grootste knaagdier van Europa. In totaal leven in ons land naar schatting 3.500 bevers en de aantallen nemen nog steeds toe.

In Limburg, met 1.500 bevers, is inmiddels sprake van heuse overlast. Beverdammen in waterlopen zorgen voor een verhoogd waterpeil, met onder meer natte landbouwgronden als gevolg. Ook veroorzaken ze schade aan gewassen. Ze slepen maisstengels weg, nemen complete bieten mee of knagen het gewas op de akker al kapot. Boom- en fruittelers melden vraatschade aan basten.

Bij overlast zijn verjagen of vangen de eerste maatregelen die tegen de bever worden ingezet. In Limburg werkt dat niet meer, daar is men overgegaan tot afschot.

Goudjakhals niet 'invasief'

Een goudjakhals sloeg op 28 oktober 2020 toe in Persingen, bij Nijmegen. Daar doodde het roofdier een schaap. Een dag later werden in Ooij, 4 kilometer verderop, nog eens vier schapen gedood door een goudjakhals, bleek uit DNA-onderzoek.

De goudjakhals is verwant aan de wolf, maar een stuk kleiner en lichter. Hij wordt 10 tot 15 kilo zwaar. Afgelopen voorjaar legde akkerbouwer Jan Kolhorn in het Groningse Uithuizermeeden tijdens het poten van aardappelen het dier vast op camera.

Van oudsher leeft de goudjakhals in Zuidoost-Europa en grote delen van Azië. De laatste jaren breidt hij zijn leefgebied uit in noordelijke en westelijke richting: Oostenrijk, Italië, Zwitserland, Duitsland en Denemarken. Het dier wordt niet als invasief beschouwd, omdat het ons land 'op eigen kracht' heeft weten te bereiken.

De goudjakhals eet van alles: muizen, ratten, konijnen en af toe dus ook schapen. Het dier staat bekend als bijzonder schuw, mede daardoor is niet duidelijk hoeveel goudjakhalzen er precies in Nederland verblijven.

Wildzwijn niet meer alleen op Veluwe

Dat het wilde zwijn in Nederland voorkomt is mede 'te danken' aan prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina. Aan het begin van de negentiende eeuw was het wilde zwijn uit Nederland verdwenen door de intensieve jacht. Prins Hendrik haalde de dieren uit Duitsland naar Kroondomein Het Loo om zo zijn hobby, de zwijnenjacht, in Nederland te kunnen voortzetten. Een aantal zwijnen wist echter te ontsnappen naar de Veluwe.

Naast de Veluwe mogen wilde zwijnen zich in Nederland officieel alleen ophouden in het Limburgse Meinweg. Elders moet het dier worden afgeschoten. Maar de maatschappelijk weerstand tegen dat beleid groeit.

Helder zicht op de populatie ontbreekt, maar alles wijst erop dat de aantallen fors zijn. In 2020 veroorzaakte het wilde zwijn in Noord-Brabant voor ruim 150.000 euro aan wildschade en stond daarmee op nummer 1, nog voor de grauwe gans. En in Limburg werden in 2019 1.142 wilde zwijnen afgeschoten, in 2000 waren dat er slechts 9.

Het wilde zwijn wordt ook gevreesd in verband met de verspreiding van Afrikaanse varkenspest. In het oosten van Duitsland zijn in het afgelopen jaar al meer dan tweeduizend besmette dieren gevonden.

Provincies: pas afschieten bij 'robuuste' populatie

Afschot van bijvoorbeeld de bever blijft voor provincies een 'laatste redmiddel' om overlast te voorkomen. Die optie komt volgens een woordvoerder van het Interprovinciaal Overleg (IPO) pas in beeld wanneer sprake is van een 'robuuste populatie', zoals inmiddels het geval is in Limburg. Tot dat moment is bereikt, gaat het beleid uit van het zoveel mogelijk voorkomen van schade. 'En wanneer schade niet is te voorkomen, wordt deze vergoed.' Bij de wolf is volgens het IPO nog geen sprake van een robuuste populatie. Bovendien gaat het bij dit dier om een West-Europese populatie, die zich in meerdere lidstaten ophoudt. Het Europees recht bepaalt dat inheemse diersoorten zelf mogen weten waar ze voorkomen. Er is volgens het IPO grote behoefte aan 'een internationaal wolvenbeheerplan'. De wasbeer is een ander verhaal, die is invasief en wordt bestreden met vangen of afschot om vestiging in Nederland te voorkomen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer