Onderzoeker Degroote: 'Balans in zeugenfokkerij kan beter'

Bij het fokken van zeugen lijkt er meer aandacht nodig voor uierkwaliteit en het aantal spenen. Dat vindt Jeroen Degroote van de Universiteit Gent. De waarde van een extra functionele speen en een actief uierpakket is groot.

Onderzoeker+Degroote%3A+%27Balans+in+zeugenfokkerij+kan+beter%27
© Tony Tati

Voor zijn lezing op het symposium van Ceva Santé Animale en Trouw Nutrition had Degroote een aantal onderzoeken over melkproductie, aantallen biggen, spenen en uierkwaliteit op een rij gezet.

De melkproductie van een zeug is bij de eerste worp nog niet maximaal. Een jonge zeug produceert 75 tot 78 procent van de melkproductie van oudere zeugen. In de tweede tot en met de vierde worp produceren de zeugen het meeste. Daarna gaat de productie omlaag. Dat zal doorgaans komen doordat een of meer spenen/uierpakketten niet meer functioneren.

Een jonge zeug moet zoveel mogelijk functionele spenen en goed functionerende uierpakketten hebben. Degroote liet aan de hand van literatuurdata en een Amerikaans ondezoek zien dat de winst hiervan groot is. Een speen extra bij een zeug levert al een positieve bijdrage, maar het helpt pas goed als het een functionele speen is. Dat levert 0,33 big extra op en 1,53 kilo meer toomgewicht. En de uitval daalt met 2,73 procent.

Elk actief uierpakket extra betekent bijna één big meer spenen


Actief uierpakket

Nog groter is het voordeel als het uierpakket ook actief is en blijft tot aan het spenen. Elk actief uierpakket extra betekent bijna één big meer (0,96) bij spenen, een 5,39 kilo hoger toomgewicht en 7,47 procent minder uitval.

Bij hun eerste lactatie moeten zeugen dan ook zoveel mogelijk spenen hebben. Het aantal spenen kan het beste minimaal gelijk zijn aan het aantal levend geboren biggen dat een zeug werpt. Vervolgens is het nodig dat de uierpakketten goed worden gestimuleerd zodat ze actief worden.

Het aantal spenen bij de bepaalde hoogproductieve zeugenrassen is niet goed in overeenstemming met het aantal biggen dat ze werpen, stelt Degroote. De selectie was te veel gericht op het aantal biggen en onvoldoende op het aantal spenen. De balans in de fokkerij kan volgens de onderzoeker dan ook beter.


Haalbaarheid van selecteren op spenen

'Selectie op een functionele tepel en goed werkend uierpakket is niet moeilijk. De erfelijkheidsgraad van het aantal spenen is niet erg hoog, met 0,20 tot 0,40, maar wel hoger dan de worpgrootte. Die is maar 0,07 tot 0,13. Dus selecteren op meer spenen is zeker haalbaar', laat Degroote weten. 'En dat is ook bewezen door de recente verbeteringen die werden gerealiseerd voor dit kenmerk bij bepaalde rassen.’

Uit Deens onderzoek blijkt dat de selectie in de zeugenlijnen bij verschillende fokkerijorganisaties niet hetzelfde oplevert. In dit onderzoek was het aantal spenen bij de TN70 14 tot 18 en bij de DanBred 12 tot 16. Het aantal levend geboren biggen bij de TN70 was in dit onderzoek met zeugen op een biologisch bedrijf 15,7 met gemiddeld 1,45 kilo biggewicht. Bij de DanBred 18,2 bij 1,28 kilo.


Grootte van zeugen

Op de afmeting van zeugen kan mogelijk ook beter worden geselecteerd. Een onderzoek door het Deense instituut Seges liet zien dat de Deense zeugen tussen 2004 en 2017 niet groter zijn geworden. Of een grotere zeug per definitie beter is is de vraag. Het kan invloed hebben op de baarmoedercapaciteit. Maar het is niet zeker dat er een rechtstreeks verband is. De baarmoedercapaciteit van de zeugen is de in ieder geval wel met gestegen gezien het grote aantal biggen dat zeugen kunnen werpen.

Het gegeven blijft dat het aantal spenen en het aantal biggen kort bij elkaar liggen. Naast het fokken op een goede balans tussen spenen en biggen zal de zeugenhouder aan de slag moeten om ervoor te zorgen dat alle spenen en uierpakketten functioneel blijven.


Tekst gaat verder onder kader.

Topigs Norsvin: wel evenwicht in fokdoel zeugen

Fokkerijorganisatie Topigs Norsvin herkent zich niet in de opmerking van onderzoeker Jeroen Degroote dat er een onbalans is in het fokdoel van de moderne zeugen. 'We streven ernaar dat er voor iedere levend geboren big ook een speen beschikbaar is', stelt marketing- en projectmanager Roy Strikkeling. 'En dat lukt ook. De bijna 200.000 in 2020 geboren TN70-geltbiggen waarvan de data is meegenomen in de fokwaardeberekening hebben momenteel gemiddeld 16 spenen. Daarbij ligt het aantal levend geboren biggen in Nederland gemiddeld op 15,5. Dus er is voor iedere big een speen beschikbaar. De komende jaren gaat het aantal levend geboren biggen volgens onze berekeningen ook bijna gelijk op met het aantal spenen. In zes jaar tijd komt er 0,9 big per zeug bij en ruim 0,7 speen. Ons doel is al jaren dat de zeug haar eigen biggen kan grootbrengen.' Of de zeugen ook zijn gegroeid kan Strikkeling niet met harde cijfers bevestigen. 'We meten de lengte van de zeugen niet. Maar kijk je rond in de praktijk, dan is heel duidelijk dat de zeugen de afgelopen jaren flink zijn gegroeid. Dat moet ook wel, anders kunnen we ons streven naar een goede speenplaatsing niet bereiken.'

Voor een goed functionerend uierpakket zijn de biggen onmisbaar. Die moeten aan de spenen zuigen om de melkproductie te stimuleren. Een dag lang niet zogen zorgt al voor een daling van de melkproductie en na 72 uur niet zogen stopt de productie geheel.

De dierverzorger moet zorgen voor rust in de kraamafdeling, zodat zoogbeurten niet worden onderbroken. De eerste dagen moet hij ook helpen bij het aanbieden van de onderste spenen van de zeugen. Die worden lang niet altijd goed gebruikt. De vloer van het kraamhok speelt hierbij ook een rol. Net als het fokken op een mooie rij goed geplaatste spenen.


Goede voeding nodig

De varkenshouder moet zorgen voor een goede voeding tijdens de dracht, zodat de zeugen met voldoende reserves in het kraamhok komen. Voorkomen van hittestress is een aandachtspunt. De magere zeugenrassen zijn daar volgens Degroote gevoeliger voor en gelten zijn gevoeliger dan oudere zeugen.

Door hittestress daalt de voeropname. De zeugen mobiliseren meer lichaamsreserves, maar toch daalt de melkproductie. Om dit te voorkomen is een goed afgesloten biggennest nodig en koeling van de inlaatlucht voor de zeug of de vloerplaat. Het aantal voerbeurten moet minimaal drie zijn en voeren moet bij hitte tijdens de daluren.


DanBred fokt op grootbrengend vermogen zeug

In de fokdoelen van DanBred ligt de focus op de moedereigenschappen en het grootbrengen van zoveel mogelijk volwaardige biggen en uiteindelijk vleesvarkens. Volgens leidinggevende Trine Lund Pedersen van DanBred is er sinds 2004 niet meer direct gefokt op het vergroten van de toomgrootte. De aandacht is gelegd op vroege overleving van biggen via LP5, levende biggen op dag 5 na het werpen. Dit stijgt jaarlijks met 0,3 big per zeug. Als extra kenmerk is daar het vergroten van de dagelijkse groei van de eigen biggen aan toegevoegd. Als blijkt dat extra spenen de verzorgingscapaciteit van de zeug vergroot, zal DanBred dit in het fokdoel opnemen. Uit een proef in 2020 is juist gebleken dat de DanBred-zeugen meer eigen biggen kunnen zogen dan ze spenen hebben. Dat is goed voor de gezondheid en groei. Doordat de lichaamsomvang van de DanBred-zeugen niet is toegenomen, hebben ze per big minder onderhoudsvoer nodig en produceren ze veel goede biggen. Dit neemt niet weg dat de varkenshouder moet zorgen voor goede omstandigheden voor zeug en biggen. Dat wil zeggen: gericht voeren en zorgen voor een kraamhok met genoeg ruimte voor de dieren.


Live debat: Toekomst van de varkenshouderij in Nederland

Waar staat de Nederlandse varkenshouderij in 2030? Waaraan moeten varkenshouders voldoen op korte en middellange termijn? Tijdens de aftrap van de Dutch Pork Expo bespreekt Esther de Snoo, hoofdredacteur van Nieuwe Oogst, deze ontwikkelingen met prominente en inspirerende beleidmakers, varkenshouders en kenners van de varkenssector, onder wie Linda Janssen (voorzitter POV), René Veldman (sectormanager Rabobank), Theo Vernooij (varkenshouder), Koen van Bergen (directeur livestock en supply chains bij Vion), Angela van der Sanden (Connecting Agri & Food), Sener Celik (JoinData) en William Meulendijks (varkenshouder). De Dutch Pork Expo is op 12 en 13 oktober in de Brabanthallen in Den Bosch. Het debat is bij de start, op dinsdag 12 oktober om 14.00 uur op de beurs en is ook online te volgen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 9°
    65 %
Meer weer