Raad van State komt op voor Overijsselse boeren

Meer dan vijftig grondeigenaren maakten eerder bij de raad bezwaar tegen de plannen voor de Natura 2000-gebieden Dinkelland en Landgoederen Oldenzaal. Die gebieden hebben te maken met verdroging en verzuring. Ze worden volgens de plannen van de provincie vernat en er worden beperkingen opgelegd aan de agrarische bedrijven in de omgeving.

Er zijn strikte regels opgelegd voor beweiding en bemesting. Volgens de boeren is daardoor een rendabele bedrijfsvoering niet meer mogelijk. Ook dreigt de agrarische functie van hun gronden ondergeschikt te worden aan de natuurfunctie.

Vernietigend oordeel

Volgens de provincie zijn de gevolgen voor sommige boeren inderdaad ingrijpend. Maar de natuur gaat voor, aldus de provincie. Er is geld beschikbaar voor compensatie als een beperkende maatregel voor schade zorgt. Daar neemt de Raad van State geen genoegen mee.

De raad stelt dat de provincie zelf erkend dat sommige bedrijven door de beperkingen geen toekomst meer hebben op hun huidige locatie. Toch heeft de provincie nagelaten om in die gevallen te kijken naar een vergoeding voor een bedrijfsbeëindiging.

'De provincie heeft daarbij het natuurbelang laten prevaleren boven het bedrijfsbelang. Zonder zicht te hebben op de gevolgen voor het bedrijf en mogelijke oplossingen indien het gehele pakket van gebruiksbeperkingen en maatregelen wordt uitgevoerd', oordeelt de raad. De provincie had volgens de raad ook veel gedetailleerder moeten kijken naar de inbreuk op de belangen van de vele boeren. De provincie zal dus maatwerk moeten leveren.