Europees besluit verlengt inzet overgangsmotoren

Het Europees Parlement heeft op 9 juni een tekst aangenomen die de overgangsbepalingen verlengt voor bepaalde machines en trekkers die zijn uitgerust met motoren in het vermogensbereik tussen 56 kW en 130 kW. Dat gebeurt om de impact van de coronacrisis aan te pakken. De stemming maakt de weg vrij voor de definitieve goedkeuring.

Het gaat om de Europese brancheverenigingen Cema, Climmar en Ceettar. Ze verwelkomen de steun van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie om de pandemie door middel van buitengewone maatregelen aan te pakken. De industrie had er gezamenlijk bij Europese instellingen op aangedrongen om machines aan te pakken die zijn uitgerust met overgangsmotoren tussen 56 kW en 130 kW, opgebouwd tot 31 december 2019.

Deadline uitstellen

Secretaris-generaal Jérôme Bandry van Cema: 'Onze industrieën worden nog steeds geconfronteerd met verstoringen van de toeleveringsketen en de productie veroorzaakt door de tweede en derde golf van covid-19. Om de veerkracht van onze agrovoedselketen te waarborgen, hebben boeren en loonwerkers de machines nodig met overgangsmotoren tussen 56 kW en 130 kW, gepland en geproduceerd voor de pandemie.'

Door de deadlines iets uit te stellen, wordt voorkomen dat transitiemotoren niet meer op tijd in de machine kunnen worden ingebouwd en vervolgens worden gesloopt. 'De verlenging van de deadlines voor het gebruik van transitiemotoren die in 2019 in machines zijn ingebouwd, zorgt voor een voortzetting van een gezonde Europese agrovoedingsketen en dus productie.'

Jérôme Roche, secretaris-generaal van Ceetta vult aan: 'De uitbreiding zorgt voor een soepelere overgang voor de hele waardeketen tot aan de eindgebruikers naar een groenere en duurzamere landbouw.'