Turbosplitter bemest met precisie

Het brein achter deze uitvinding is akkerbouwer André Capelle. Op beperkte schaal boert hij nog in Nagele, in de Noordoostpolder. Maar van meet af aan was hij al bezig met techniek, met als specialisme de bemestingstechniek.

Als we Capelle bezoeken is hij druk bezig in zijn werkplaats. Hij is onderdelen in de juiste vorm aan het persen. Hij maakt deze zoveel mogelijk zelf. Van een staalbedrijf betrekt hij onderdelen die nauwkeurig met een lasersnijmachine zijn uitgesneden om ze vervolgens zelf in het juiste model te persen.

Twintig jaar geleden ontwikkelde de Flevolandse akkerbouwer een eigen bemestingssysteem waarmee hij aardappelruggen kon bemesten. Hij deed er veel loonwerk mee. Steeds zag hij verbeteringen en werden de machines weer aangepast. Zo ontwikkelde hij ongeveer negen jaar geleden de eerste Turbosplitter. Dat is een systeem achter de mesttank die de mest verdeelt over de meerdere uitlopen.

Continu hoge snelheid

De naam Turbosplitter zegt het al. De mest wordt met een continu hoge snelheid vanuit de tank door de slangen naar de splitters geblazen. In de splitter wordt de vloeistofstroom met dezelfde snelheid verdeeld over zes tot maximaal twaalf uitlopen die de mest via de kouters of slangen naar de grond brengen.

Capelle ontwierp het systeem en liet daarvoor roestvrijstalen componenten maken. Hij laste ze zelf in elkaar. Op dit moment gaat hij nog een stap verder en wordt het roestvrijstalen onderdeel vervangen door een kunststof verdeelunit. Niet alleen het materiaal is nieuw, ook het ontwerp van de splitter of verdeelkop is dat.

Even kort door de bocht geredeneerd kun je het systeem van de verdeelkop vergelijken met de verdeelkop van een pneumatische zaaimachine. Alleen wordt hier de mest met een spuitmond tegen een stalen plaatje in de holte van de verdeelunit gespoten, onder een druk van 0,4 tot hooguit 4 bar. En de mest wordt, vermengd met lucht, verdeeld over de zes tot maximaal twaalf uitlopen. Tussen de uitlopen bevinden zich plaatjes waarlangs eventuele vezels of stroresten naar beneden op de grond kunnen vallen.

Mest niet te dik

Voor een goede werking moet de mest niet te vezelrijk of te dik zijn. 'Vuistregel is dat wat met een sleepslangbemester kan, ook met de Turbosplitter mogelijk is', zegt Capelle. 'We praten over mest, maar allerlei stoffen kunnen via de slangen worden uitgereden. Denk aan vinasse, digestaat, spuitwater en efluwent.' Met de ketsdoppen kan Betacal of papierpulp worden uitgereden als bemesting of stuifbestrijding.

Volgens de uitleg van Capelle is het vooral de snelheid van het uit te rijden materiaal die de goede werking mogelijk maakt. Zo is er tijdens het uitrijden steeds weinig materiaal in de slangen onderweg en wordt met de Turbosplitter een aanzienlijke gewichtsbesparing ge-realiseerd.

40 procent goedkoper

Het scheelt in totaal ongeveer de helft in gewicht. Daarnaast is het Turbosplitter-systeem zo'n 40 procent goedkoper dan een conventionele verdeler, doordat er geen hydromotor op zit. Het is dus ook brandstofbesparend.

Capelle maakt de vergelijking met een conventionele verdeelmolen, waarvan het hele verdeelsysteem niet alleen meer dan de helft zwaarder is, maar van tijd tot tijd ook onderhoud nodig heeft. Een Turbosplitter heeft geen draaiende delen. Een molen verdeelt de mest pulserend door de slangen en dan zit het hele systeem vol mest.

Aan de zijkant is een leiding ingebouwd waardoor een kleine hoeveelheid water door de verdeelkop wordt gespoten. Daardoor gaat de bemestingsmachine voor transport met inwendig schone slangen de weg op.

Drie modellen

Van de Turbosplitter komen drie modellen op de markt. Model S voor gebruik met spuitmachines met de spuitboom als basis. Model SL voor een speciale boom en voor werkbreedtes tot wel 45 meter met secties van 1,5 tot 3 meter. En tenslotte Model Max, geschikt voor zode-, bouwland- en sleepslangbemesters.

Bij deze bredere werkbreedtes die zijn uitgerust met meerdere Turbosplitters, kunnen de secties met gps worden aangestuurd. Daardoor wordt nauwkeuriger bemest.