Losse grond geeft eggen kans op zware klei

De bestrijding van duist in tarwe is met de veldspuit steeds uitdagender. Daarom pakken akkerbouwers in het Groningse Oldambt weer vaker de schoffelmachine en wiedeg. De zware klei is vaak te nat of te droog om te bewerken. Een voorbewerking moet ervoor zorgen dat 'verzachtende omstandigheden' helpen bij het aanpakken van onkruid.

Losse+grond+geeft+eggen+kans+op+zware+klei
© Niels van der Boom

Proefboerderij SPNA Ebelsheerd in Nieuw Beerta gaf begin maart een demonstratie met twee machines van Carré en APV. Die maakten de grond in een perceel wintertarwe voorzichtig los en tegelijk werd geprobeerd om onkruid weg te werken. Dit bleek ondanks de vochtige omstandigheden goed te kunnen.

Onder auspiciën van biologisch teeltadviseur Christoffel den Herder van Ceres Horti Advice werd met de twee bewerkingsmethodes ervaring opgedaan op zware kleigrond van 65 procent afslibbaarheid. Een demo met publiek was niet mogelijk vanwege de coronamaatregelen.


Mechanisch onkruid bestrijden

Deze demo gaf antwoord op een onderzoeksvraag die leeft in het project 'Biologische Landbouw Groningen'. 'Veel conventionele akkerbouwers in het Oldambt vragen of het mogelijk is om mechanisch onkruid te bestrijden. Omdat het in dit gebied vooral om de graanteelt draait, is duist de grootste uitdaging', legt SPNA-onderzoeker Margriet Dilling uit.

In het Oldambt is duist in graanteelt de grootste uitdaging

Margriet Dilling, onderzoeker SPNA

'De klei blijft vroeg in het voorjaar lang nat door een uitstekende capillaire opstijging en krijgt bij lange droge periodes een harde korst. Daar is met een eg niet doorheen te komen. Een schoffelmachine maakt schotsen die de tarweplanten te veel beschadigen. Daarom het idee van een voorbewerking.'


Roterende schoffelmachines

Den Herder kreeg Pool Agri in Vroomshoop, importeur van de Franse Carré-machines, en Kruse Ootmarsum, importeur van APV uit Oostenrijk, bereid om naar het Oldambt te komen. Beide machines zijn roterende schoffelmachines, maar werken volgens totaal verschillende principes. Zo weegt de Carré Rotanet 1.500 kilo en de APV slechts 700 kilo. Een vermogen van 65 pk volstaat daarom. Ook het prijskaartje is met 15.800 euro minder gewichtig.

Beide machines werden gebruikt achter de 130 pk-trekker van SPNA, die voor de teelt op rijpaden op een spoorbreedte van 3,20 meter staat. Ook de tarwe op het demoperceel wordt binnen dit systeem biologisch geteeld.


Ook in mais en soja

De Carré Rotanet werkt met in de rijrichting lopende elementen die de grond met gekromde 'lepeltjes' losmaakt, zowel in als tussen de gewasrijen. Van grote beschadiging aan het gewas is weinig sprake, wat volgens de importeur komt door de tandvorm. Ook in gewassen als mais en soja heeft het merk goede ervaringen opgedaan.

De 6,5 meter brede demomachine is het nieuwste Control-model en beschikt over een hydraulische instelling van de sterwieldruk. De sterwielen zijn per zes stuks aan een veerbelast frame bevestigd. Je verstelt ze allemaal tegelijk, maar de fabrikant peilt de interesse in een sectiebesturing.

Het verstellen van de druk is direct goed merkbaar. Er wordt beduidend meer grond losgewoeld en de machine volgt de contouren van de bodem perfect. Wil je niet in de rij werken, dan kun je elementen individueel handmatig uitheffen.


Verende tanden

Ook de APV RH 600 M1-rolschoffel werkt met sterwielen. Deze hebben 6 millimeter verende tanden die door het gewas en tussen de rijen kammen. In stapjes van 5 graden zijn ze tussen 0 en 30 graden te verstellen.


De APV RH 600 M1 is een lichte machine die achter kleine trekkers is in te zetten.
De APV RH 600 M1 is een lichte machine die achter kleine trekkers is in te zetten. © Niels van der Boom

De veertig elementen zijn met een veer in verschillende stapjes op te spannen, waardoor ze de bodem moeten volgen. Dat viel in deze demo nog wat tegen. De machine werkt zachter door zijn lagere gewicht en kleinere tanden, maar trok gemakkelijk planten uit de grond. Hierdoor liepen de elementen vol met grond en plantendelen.


De elementen zijn met veren op te spannen en de werkhoek van de sterwielen (rechts) zijn in trapjes van 5 graden instelbaar.
De elementen zijn met veren op te spannen en de werkhoek van de sterwielen (rechts) zijn in trapjes van 5 graden instelbaar. © Niels van der Boom


Gezamenlijk inzetten

De Rotanet Control kon beter met de natte omstandigheden uit de voeten en reinigt bovendien zichzelf bij rijsnelheden tot 20 kilometer per uur. Hierdoor ligt de capaciteit op een hoog niveau. 'Het idee is dat bijvoorbeeld meerdere telers deze machine gezamenlijk inzetten', legt Den Herder uit.

Ruim 19.000 euro voor een versie van 6 meter is niet goedkoop. 'Je hebt deze machine misschien niet altijd nodig, maar alleen wanneer de grond te hard of te nat is om te eggen en schoffelen. Deze machine is te duur om ongebruikt in de schuur te laten. Ik zie ook goede mogelijkheden om mest in te werken in een staand gewas. Zo is de Rotanet Control breder inzetbaar.'

Pool Agri gaat dit jaar met een demomachine het land door. 'We onderzoeken welke uitvoering het beste past op bedrijven in Nederland', zegt vertegenwoordiger Niels van Rossum.


Mooi kiembed

Het idee van Den Herder om een laagje losse grond te creëren pakte goed uit. 'Hiermee heb je een mooi kiembed voor nieuwe onkruidzaden en een kans om bestaand onkruid aan te pakken', legt hij uit. 'Meerdere bewerkingen met de schoffelmachine en/of wiedeg blijven wel nodig. De onkruiden die al in het veld stonden, het meeste paarse dovenetel en kamille, zijn niet aangepakt. Sporadisch is een plantje uit de grond getrokken.'

De nabewerking rekent hier wel mee af, zegt de biologisch teeltadviseur. 'Zelfs op een grijze dag zie je het land na twee uur al opdrogen dankzij de bewerking. De nog natte ondergrond laat goed de grote uitdaging van deze grond zien, waarbij de ene machine er beter mee overweg kan dan de andere. De voordelen van de afstelmogelijkheden van de APV zie je terug in het veld.'


Vooral de Carré Rotanet Control maakt de bovenlaag van de kleigrond goed los. Onkruid ontsnapt meestal de dans.
Vooral de Carré Rotanet Control maakt de bovenlaag van de kleigrond goed los. Onkruid ontsnapt meestal de dans. © Niels van der Boom


Project 'Biologische Landbouw Groningen'
Provincie Groningen financiert sinds 2018 het project 'Biologische Landbouw Groningen'. Bij proefboerderij SPNA in Nieuw Beerta en Kollumerwaard wordt onderzoek uitgevoerd. Dat gebeurt ook bij het akkerbouwbedrijf van Arjan Prins in Meeden. 'Zo hebben we proeflocaties op drie totaal verschillende grondsoorten', legt SPNA-onderzoeker Margriet Dilling uit. 'Dit zijn zware klei, lichte zavel en zandgrond. Doel is om vragen uit de praktijk te beantwoorden. In het Oldambt is dat hoe er al vroeg in het seizoen kan worden geschoffeld en geëgd. Deze voorbewerking moet dit effectiever en eenvoudiger maken. De grond blijft lang nat, maar kan ook keihard opdrogen. Dat maakt het lastig.' Op donderdag 25 maart geeft SPNA een toelichting op de demonstratie en worden foto- en filmbeelden gedeeld. Dit gebeurt tijdens een webinar dat vrij toegankelijk is. Meer informatie op spna.nl.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 2°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer