Akkerbouwer ontvangt minder, maar betaalt ook minder in 2020

Aan het eind van het vierde kwartaal steeg de gemiddelde stand op de lopende rekening van akkerbouwbedrijven tot ruim 30.000 euro. Deze stand is ongeveer 1.300 euro hoger dan vorig jaar rond dezelfde tijd. De stijging van de liquiditeit in het vierde kwartaal is mede te danken aan het restant van de betalingsrechten door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de uitbetaling van de compensatieregeling voor fritesaardappelen.

Dit blijkt uit de Liquiditeitsmonitor Akkerbouw die ABN Amro elk kwartaal samenstelt met Wageningen Economic Research, in opdracht van het ministerie van LNV. Akkerbouwers hebben volgens ABN Amro in het hele kalenderjaar 2020 minder geld ontvangen voor hun verkochte producten dan een jaar eerder. Maar daartegenover betaalden ze ook minder belasting, werd er minder afgelost en werd er ook minder geïnvesteerd.

Ontwikkeling onvoorspelbaarder

Voor het begin van 2021 verwacht ABN Amro een verslechtering van de liquiditeitspositie op de akkerbouwbedrijven. De kosten voor de komende teelten worden al gemaakt, terwijl er weinig inkomsten tegenover zullen staan. ABN Amro voorziet in de afzet van akkerbouwproducten nog wel beperkingen vanwege corona en de brexit.

Hierover meldt de bank dat de inkomens voor de akkerbouwbedrijven voor oogstjaar 2020 lager worden geraamd dan het jaar ervoor. De ontwikkeling van de kaspositie is door de coronacrisis onvoorspelbaarder dan anders. Bovendien zal een deel van de uitgestelde betalingen alsnog moeten worden voldaan. Verder blijven vervangingsinvesteringen op termijn noodzakelijk.