Tijdelijke mrl chloorprofam wordt 0,4 ppm

Dat is goed nieuws voor aardappeltelers, zegt LTO-bestuurder Hendrik Jan ten Cate over het vastgestelde residuniveau. 'We hebben hier als sector hard voor gelobbyd. Deze mrl geeft zekerheid en voldoende mogelijkheden om ook in de nabije toekomst op een goede manier onze aardappelen te kunnen bewaren.'

Het besluit om te komen tot een t-mrl van 0,4 ppm is deze week definitief genomen door de Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (ScoPaff) van de Europese Commissie. De bestaande mrl voor chloorprofam van 10 ppm is waarschijnlijk nog tot de zomer van 2021 van toepassing, meldt BO Akkerbouw.

Intensief reinigen

'Het geeft ons de mogelijkheid om komend jaar intensief te monitoren op de gehaltes aan chloorprofam die ook na reiniging nog terug te vinden zijn in de bewaarruimten en op de aardappelen. Het is nu wel heel belangrijk dat telers absoluut geen Chloor IPC of vergelijkbare producten meer toepassen, ook niet als er nog wat restanten van het product op een bedrijf over zijn.'

Gebruik van het verboden middel is in de keten snel genoeg terug te vinden, waarschuwt Ten Cate. Voor de kiemremming van aardappelen mogen aardappeltelers in de Europese Unie vanaf dit seizoen geen middelen op basis van chloorprofam meer toepassen.

T-mrl voor maximaal tien jaar

De t-mrl is voorlopig geldig voor een periode van twee jaar, dat is dus vanaf het najaar van 2021. Daarna kan de Europese Commissie de tijdelijke verhoging van het residuniveau nog vier keer verlengen tot een maximale periode van tien jaar. Uiteindelijk gaat ook voor chloorprofam als residulimiet een detectiegrens gelden van 0,01 ppm.