Melkveehouder Harberink: 'Moeten we niet eens praten over minder kunstmest?'

Volgens Annette Harberink, melkveehouder en oprichter van Caring Farmers, moeten we toe naar een ander soort landbouw. Met veel minder vee, meer plantaardige productie, efficiënter landgebruik, beter gebruik van reststromen, een lage CO2-footprint en een gesloten kringloop. 'Als we daar nu mee beginnen en ieder jaar een stapje zetten, hebben we in 2040 opnieuw het beste landbouwsysteem van de wereld.'

Melkveehouder+Harberink%3A+%27Moeten+we+niet+eens+praten+over+minder+kunstmest%3F%27
© Ruben Meijerink

'Iedereen die in de landbouw werkt, heeft het maar over die stip op de horizon.' Annette Harberink was dan ook blij dat landbouwminister Carola Schouten drie jaar geleden met haar visie voor kringlooplandbouw kwam. 'Yes, nu gaat het dan eindelijk gebeuren, zo dacht ik.'

Dieren voeren met voor humane consumptie geschikte producten kan niet meer, dat hebben we in 2040 verboden

Annette Harberink, melkveehouder bij Deventer

Harberink probeert op haar boerderij Keizersrande bij Deventer de kringloop te sluiten. Ze was een van de boeren die werd geconsulteerd door de minister. 'Maar tot nu toe is het bij een plan gebleven. Er is nog steeds geen concrete uitwerking. De kringlooplandbouw is gekaapt door de stikstofproblematiek.'


Waarom moet er een stip komen?

'Het systeem loopt vast. De rapporten van het klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties zijn voor mij heel duidelijk. De wijze waarop mensen land gebruiken en voedsel produceren moet op de schop. Het rapport roept expliciet op tot structurele veranderingen. We zullen land efficiënt moeten gaan gebruiken. Voor mensen, welteverstaan. En niet voor dieren of energie.

'Ook op de boerenerven loopt het vast. Neem de fosfaatproblematiek, de stikstof. En dan hebben we het nog niet gehad over het terugdringen van broeikasgassen. Die discussie komt nog. Als we niks doen, blijven we van maatregel naar maatregel hollen. Maatregelen die de sector steeds meer geld gaan kosten.

'Een boer moet steeds meer geld lenen, marges komen onder druk te staan, daardoor is het nodig om weer meer koeien te houden enzovoort. Het wordt zo steeds lastiger voor jongeren om een bedrijf over te nemen. Laat staan voor mensen van buiten de landbouw, zoals ikzelf. We houden geen geld over voor broodnodige innovaties.


'Daarom moet er een plan zijn. Dan kun je wat er aankomt op voorhand tackelen, er op inspelen. Schouten heeft daar hard aan gewerkt. Ze heeft daarover met mij, maar ook met heel veel andere boeren gesproken. Ik had haar de rust en de mogelijkheden gegund om haar visie uit te werken.'


Wat voor stip ziet u?

'Het is voor mij heel eenvoudig. De belangrijkste verandering is minder vlees en zuivel eten. En dat kan prima. Het houden van vee heeft veel negatieve effecten. Dat lezen we in allerlei rapporten. Dan is het de vraag: moet je hier niet eens over gaan praten?'


Praten kan altijd. Maar hoe geef je echt handen en voeten aan zo'n verandering?

'Laten we er een twintigjarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan door het opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald.

'Als we dit twintig jaar lang doen en starten in 2020, dan hebben we onze veestapel in 2040 tot 35 procent ingekrompen, ten opzichte van het huidige aantal dieren. We hebben dan niet alleen een efficiënter landgebruik, ook de CO2-footprint van ons voedsel wordt aanzienlijk teruggebracht. Op die manier groei je toe naar een ander soort landbouw.'


Hoe ziet die landbouw er dan uit?

'Door inkrimping van de veestapel kunnen we dieren veel diervriendelijker gaan houden. Dieren voeren met voor humane consumptie geschikte producten kan niet meer, dat hebben we dan verboden. Landgebruik zal altijd voor humane consumptie moeten dienen.

'We houden koeien op land waar alleen gras kan groeien, we beheersen het gebruik van maaisel als meststof en stikstof binden we via vlinderbloemigen. Dieren die we nog houden, kunnen we ook inzetten als afvalverwerker in ons voedselsysteem. Of voor natuurbeheer.


Tekst gaat verder onder kader.

Zomerserie over toekomst

De toekomst van de landbouw, de rol van boeren en tuinders in onze samenleving en het belang van een eigen voedselproductie staan ter discussie. Daarom maakt Nieuwe Oogst deze zomer een serie interviews over de vraag: hoe ziet de toekomstige landbouw eruit en welke plek hebben de boeren en tuinders in onze veranderende samenleving? De interviews zijn niet bedoeld om de toekomst te voorspellen, maar om denkrichtingen te bieden over hervormingen van de landbouw, de rol van voedsel, mondialisering, regionalisering, gezondheid en technologie. • Bekijk de interviews die tot nu toe zijn verschenen

'Reststromen gaan we veel beter benutten. Niet alleen aan dieren voeren, maar mogelijk ook via nieuwe technieken verwerken tot producten voor de mens. Aardappels konden we immers ook pas eten nadat we ze gingen koken. 'Reststromen kunnen ook terug naar het land als bemesting. Vlees, eieren en melk kunnen we vervangen door plantaardige producten, via schimmels uit het laboratorium of nieuwe kweekvleesmethodes.

'Het grootse lek in de kringloop is de mens zelf. Daar moet je ook wat aan doen. We kunnen humane mest gebruiken. Er wordt al druk gewerkt om mineralen terug te winnen uit het riool. In de toekomst kan er technologisch gezien nog veel meer.'


Wie gaat dat betalen?

'Wat we nodig hebben is ondersteuning, om boeren niet met de financiële consequenties op te zadelen. Je kunt beginnen met anders om te gaan met langetermijninvesteringen. Nu schrijf je nog af op een stal in twintig jaar. Maar je moet zorgen dat je dat in tien jaar terugverdient. Dat is nu niet zo en daarom kunnen boeren ook niet snel schakelen.

'Het ministerie zou met een transitiefonds kunnen komen. 300 miljoen euro per jaar kan zomaar voldoende zijn. Dit is amper 0,5 procent van ons bruto binnenlands product (bbp).

'Verder moet er een sociaal plan komen om boeren en aanverwante industrie te helpen met omschakelen naar nieuwe werkzaamheden. Er zijn ooit ook sociale plannen opgesteld voor mijnwerkers en de textielindustrie. Subsidies, nu nog bestemd voor de intensieve landbouw, zouden hieraan kunnen worden besteed.

'De samenleving moet dit dragen. Want wil je transitie, dan moet er geld op tafel komen. Ook banken moeten daarin hun verlies nemen. Je kunt dat niet allemaal bij de boer op zijn bordje neerleggen.'


Eten we in de toekomst nog vlees en zuivel?

'Veel minder. Volgens Wagenings onderzoek kunnen we bij optimaal landgebruik en optimale verwerking van restproducten 20 gram dierlijk eiwit per persoon per dag eten.


Bij dit verhaal hoort ook dat je zoveel mogelijk regionaal voedsel produceert.

'Dat klopt, al blijven we ook heus wel voedsel importeren en exporteren. Maar veel beperkter. We moeten veel meer inzetten op regionale, gecontroleerde afzet.'


Is dit allemaal realistisch?

'Natuurlijk kunnen we niet voorbijgaan aan problemen die ontstaan bij het afbouwen van de veestapel. Maar dat neemt niet weg dat we al wel kunnen kiezen een heel andere weg in te slaan. Ik denk dat de consument in West-Europa er klaar voor is. Het landbouwbedrijfsleven kijkt ook verder. De Vions en FrieslandCampina's van deze wereld zijn heus al bezig met het ontwikkelen van plantaardige producten.'


Je bent een van de initiatiefnemers van Caring Farmers, die al een stap proberen te zetten in de richting die je schetst. Wat willen jullie?

'Als Caring Farmers zoeken we met elkaar naar die stip op de horizon. We vormen een bont gezelschap met grote bedrijven, maar ook heel kleine. Biologisch, maar ook gangbaar. Wat we gemeen hebben, is dat we vooruit willen, enthousiast zijn en ons op het eigen bedrijf inzetten voor een meer gesloten bedrijfssysteem.



'Dat kan nu nog niet, maar we gaan eerst op zoek naar manieren om minder afhankelijk te zijn van de import van veevoer en kunstmest. Ieder jaar een stapje. We willen geen onzichtbare hectares elders op de wereld gebruiken voor veevoer.

'We werken bovendien aan een vruchtbare bodem en meer biodiversiteit. We wisselen met elkaar kennis uit, dwingen elkaar om over ons eigen bedrijf na te denken. Daar krijg je energie van en het inspireert enorm.'


Zijn er al veel boeren die zich bij jullie aansluiten?

'Ja, steeds meer. Maar het peloton krijgen we nog niet mee, helaas. Toch denk ik dat er aandacht is voor onze boodschap. Voor boeren die verandering willen. We lobbyen bij overheden, delen onze ervaringen en geven aan waar we tegenaan lopen in de praktijk. Daar hebben beleidsmakers wat aan. Het gaat bij de lobby niet meer om de aantallen, maar om de waarden waarvoor je staat.'


Hoe kijken andere boeren tegen jullie aan?

'Men vindt wel dat wij polariseren. Maar dat willen we absoluut niet. Iedereen kan zich bij ons aansluiten. Als boeren zijn we soms weinig collegiaal. Er is vaak commentaar op elkaar. 'Ja, die kan dat dat allemaal doen, want hij is goed uitgekocht', 'ze maken er niet veel van, het is daar een rotzooi op het bedrijf' of 'die redt het alleen vanwege alle subsidie'.

'Wees eens aardig, je mag elkaar ook wel complimentjes geven. Dat doen andere branches veel beter, daar wordt ook vaak veel beter samengewerkt. In de agrarische sector zijn veel groepjes en koninkrijkjes. De sector vindt elkaar alleen in de gezamenlijke vijand Carola Schouten.'


Is uw visie voor veel boeren geen brug te ver?

'Ja. En dat is begrijpelijk. Meegaan met de mainstream werd tot voor kort altijd beloond, er kon op die manier een goede boterham worden verdiend. Maar nu loopt het systeem vast. Nu worden we gedwongen na te denken over wat we echt willen.

'Ga ik echt verdubbelen en me in de schulden steken voor de Aziatische markt? Of steek ik mijn energie in de verbinding met een eigen afnemer? Kan ik daardoor minder koeien houden om hetzelfde te verdienen? Of ik houd ik toch hetzelfde aantal koeien omdat daardoor het kalf bij de koe kan blijven? Dat zijn de zaken waar ik me in ieder geval mee bezighoud. Het is heel spannend om te zien hoever je kunt komen.'


Annette Harberink volgde een landbouwopleiding aan Warmonderhof en deed jarenlang ervaring op bij verschillende boerderijen. In 2006 komt ze in contact met Stichting IJssellandschap, waarvan ze sinds 2009 Natuurderij Keizersrande pacht. Dit is een biologisch dynamisch melkveebedrijf met een aantal belangrijke neventaken, waaronder grootschalig natuurbeheer, verhoging van de biodiversiteit, watermanagement, bevordering van landschappelijke kwaliteit alsmede recreatie en educatie. Het bedrijf beslaat circa 170 hectare en is gelegen in de Keizers- en Stobbenwaarden. Harberink melkt er zestig MRIJ-koeien. Samen met herenboer Geert van der Veer en pluimveehouder Ruud Zanders richtte ze Caring Farmers op, een belangenbehartiger voor alle boeren die op weg zijn naar een natuurinclusieve kringlooplandbouw. De organisatie wil de aangesloten Caring Farmers verbinden met elkaar en met caring vets, consumenten, ketenpartners, wetenschappers en ngo's, zodat ze samen sneller komen tot natuurinclusieve kringlooplandbouw.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer