Gebied beregeningsverbod bruinrot blijft krimpen

De herziening van de beregeningsverbodsgebieden is onderdeel van het NVWA-project 2016-2021. In het kader hiervan heeft de NVWA sinds 2016 zo'n 1.300 watermonsters per jaar binnen de beregeningsverbodsgebieden genomen. Als een locatie drie jaar lang vrij is van bruinrot, wordt deze vrij verklaard.

Naar aanleiding van dit onderzoek en de stroomgebiedenkaarten heeft de NVWA de gebieden waar een beregeningsverbod geldt, opnieuw in kaart gebracht. De omvang van de verbodsgebieden is dit jaar met ruim 11 procent afgenomen. Het gaat om gebieden in Noord-Holland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg.

Optimistisch

Waterink is optimistisch over de uitkomsten van het onderzoek: 'In 2019 was bijna 86 procent van de monsters in de verbodsgebieden niet besmet. Dit jaar zijn buiten de gebieden 52 monsters genomen en deze waren vrij van bruinrot. De gebieden worden daarom niet uitgebreid. Ik denk dat de gebieden met een beregeningsverbod voor 2020 kleiner worden.'

Uitzondering

Vanuit het oosten van het land is er een voorstel gedaan om het beregeningsverbod uit te sluiten voor consumptie- en zetmeelaardappelen. Telers zouden dan kunnen volstaan met een melding van beregening bij de NVWA.

Voorzitter Peter Berghuis van de LTO-werkgroep Pootaardappelen vindt dat bij deze wijze van werken het water moet worden onderzocht op bruinrot. 'Dit onderzoek duurt tien dagen. De uitkomst komt dus altijd te laat.'

Bemonsteren

Een tweede optie is bemonsteren en gelijk gaan beregenen. Als later blijkt dat het water bruinrot bevat, komt het bedrijf onder toezicht van de NVWA te staan. 'We zijn bezig met de uitwerking van deze opties', zegt Berghuis.