Tarweveredelaar heeft weinig oog voor klimaatverandering

Dat stelt een groep internationale onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS. De onderzoekers keken naar cijfers van teeltproeven die sinds 2002 werden uitgevoerd met diverse tarwerassen in België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Slowakije, Spanje en Tsjechië.

Voor het onderzoek werden lange termijn gegevensreeksen van cultivarproeven in de negen Europese landen gebruikt. Cultivars met ten minste twintig opbrengstobservaties werden opgenomen in de beoordeling. De volledige dataset van cultivaropbrengsten omvatte 100.985 waarnemingen.

Gevoeliger

Volgens de onderzoekers blijkt uit de data dat tarwerassen in de Europese Unie de afgelopen vijf tot vijftien jaar gevoeliger zijn geworden voor bijzondere weersomstandigheden. In Noord- en Centraal-Europa reageerden alle rassen hierop redelijk vergelijkbaar. In Zuid-Europa waren de verschillen tussen rassen groter, vooral bij periodes met hevige regenval.

Deze beoordeling suggereert dat de huidige kweekprogramma's en selectiepraktijken zich niet voldoende voorbereiden op klimatologische onzekerheid en variabiliteit. Volgens de onderzoekers zijn nationale actieplannen en het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie van cruciaal belang om de diversiteit in de reactie van gewassen op klimatologische onzekerheden te vergroten.

Verbeteren

Onderzoek is volgens de wetenschappers nodig om het inzicht in de genetische basis te vergroten en de respons op het weer te verbeteren. De kosten en de voordelen moeten worden gekwantificeerd, zodat kweekbedrijven zich meer gaan richten op veerkrachtige cultivarkeuzes.