ABN Amro houdt rekening met extra voerkosten

Maar het heeft nog geen grote invloed op de liquiditeitspositie. Uit de liquiditeitsmonitor van ABN Amro blijkt dat de kasstroom van melkveebedrijven in het derde kwartaal van 2018 licht is afgenomen, met name vanwege lagere melkgeldopbrengsten.

De melkprijs steeg met vijf procent ten opzichte van het tweede kwartaal maar in het tweede kwartaal werd op veel bedrijven ook de nabetaling van 2017 uitgekeerd. De stand op de rekening-courant daalde met 3.300 euro ofwel ruim 30 euro per koe.

Tweede kwartaal 2018

In vergelijking met het vorige kwartaal van dit jaar werd er gemiddeld meer geïnvesteerd, minder geld geleend en daalden de toegerekende kosten. Maar de droogte leidde tot extra kosten voor beregening en soms tot productiedaling. De invloed op de voerkosten is het sterkst bij droogtegevoelige en intensieve bedrijven.

Niet alleen de droogte maar ook de invloed van fosfaatwetgeving is te zien in de liquiditeitspositie. In vergelijking met het derde kwartaal van vorig jaar waren de melkopbrengsten bijna vier cent per kilo lager. Ook werden er minder leningen opgenomen en namen de spaartegoeden toe.

Loonwerkkosten

De loonwerkkosten waren hoger. Inkuilwerk verschoof nogal eens van de zomer naar de herfst en de btw op loonwerk ging van 6 naar 21 procent. Maar dat effect is tijdelijk omdat de btw kan worden teruggevorderd. Ook werd meer geïnvesteerd. Zo kocht een deel van de bedrijven fosfaatrechten aan. Vaak gebeurde dit uit eigen middelen.

In het vierde kwartaal van dit jaar verbetert de liquiditeitspositie waarschijnlijk omdat de uitbetaling van de toeslagrechten en de weidepremie opweegt tegen de mogelijke meerkosten van voeraankoop en investeringen in fosfaatrechten. ABN Amro publiceert ieder kwartaal in samenwerking met Wageningen Economic Research de liquiditeitsmonitor.