Standstill van FrieslandCampina is bittere pil

Ergens is het een zwaktebod. Een wereldwijd toonaangevende coöperatie van melkveehouders die erkent structureel onvoldoende meerwaarde te kunnen halen uit een deel van haar melkstroom en haar leden vraagt om 'alsjeblieft' niet meer te leveren.

Kennelijk slaagt FrieslandCampina er niet in om voldoende te innoveren, nieuwe margerijke niches te vinden, waarin de Nederlandse kwaliteitsmelk verwerkt kan worden. Een ontnuchterende boodschap.

Meewegende dat door tal van maatregelen de groei van de aanvoer de laatste twee jaar sowieso al fors is geremd, roept dat vragen op over de innovatiekracht in de fabrieken. Vragen die de komende tijd op luide toon worden gesteld.

Tegelijkertijd is het de realiteit. Grote Europese zuivelcoöperaties als DMK, Arla, Sodiaal en Milcobel worstelen met de verwaarding van zuivel van hun leden. De gestegen aanvoer overtreft de vraag en dat drukt de afzetkansen.

Als het overschot met verlies weg moet, kun je dat beter niet produceren. Een eenvoudige economische wet. Een wet die breder naleving krijgt. Volgens zuivelwatchers is FrieslandCampina zeker niet de laatste coöperatie die een langjarige standstill invoert.

Voor bedrijven met groeiplannen is bevriezing van het leveringsvolume een streep door de rekening. Voor bedrijven die net hebben geïnvesteerd, is het een enorme strop.

Veel van die boeren zullen serieus overwegen te vertrekken. Dan maar naar een zuivelfabriek met een iets lagere garantieprijs, die minder restricties oplegt aan het volume.

FrieslandCampina lijkt niet rouwig om het vertrek van leden die de melkstroom doen groeien. Het concern lijkt er zelfs op aan te sturen. De coöperatieve gedachte brokkelt in de ogen van veel boeren af. Alleen al om die reden is veel weerstand te verwachten.