Zorgboerderijen starten opleiding

Elf zorgboerderijen zijn onlangs een proef gestart om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op te leiden. Volgens mede-initiatiefnemer, zorgboer en onderzoeker aan Wageningen UR Jan Hassink is het richten op de ontwikkeling van deelnemers van wezenlijk belang voor het houden van contracten met gemeenten.

Tienke WoudaBinnenkort heeft Hassink een gesprek met de gemeenten om het leertraject te integreren op zijn bedrijf Hoeve Klein Mariëndaal in Arnhem dat wekelijks dagbesteding aanbiedt aan negentig deelnemers. Het leerwerktraject levert hen financieel niet meer op, maar wel dat ze bij de gemeente beter in beeld zijn, geeft de onderzoeker aan.
'De gemeenten kunnen kiezen met welke zorgboerderij ze in zee gaan. In de contracten moet je laten zien hoe een deelnemer zich ontwikkelt op de participatieladder. Als je dat niet zichtbaar maakt, dan heb je minder kans op een contract.'
Hassink merkt onder de 1.100 zorgboeren die zijn aangesloten bij de Federatie Landbouw en Zorg koudwatervrees om in het leertraject te stappen dat de zorgboeren samen met onderwijsadviesbureau KPC Groep hebben ontwikkeld.
'Het is voor veel van hen lastig omdat ze niet iemand hebben met een onderwijsachtergrond en het daardoor moeilijk vinden de eerste stappen te zetten. Veel zorgboeren zijn vooral aan het overleven; ze hebben er geen tijd voor. Maar dit wordt een onmisbaar onderdeel van de samenleving.'
En de pilot werpt zijn vruchten af. Naar schatting stroomt een derde van de cursisten door naar een betaalde baan voor enkele dagen per week bij bijvoorbeeld een hovenier, een derde gaat vrijwilligerswerk doen bij bedrijven in de buurt en de rest blijft op de zorgboerderij, maar heeft wel ervaring opgedaan.
Niet alleen vanuit de gemeente, ook vanuit de deelnemers zelf komt de vraag om een vak te leren. 'Waar in dagbesteding de routine sluipt, is de druk bij dit traject groter om iets te leren. Dat is goed voor hun eigenwaarde. Sommigen zijn begonnen op het vmbo, maar doordat ze niet goed konden rekenen of over te weinig taalvaardigheid beschikten, zijn ze uitgevallen. Zij hebben daarom nog nooit een diploma gehaald.'
De medewerkers worden op-geleid tot assistent-hovenier of assistent-horecamedewerker, met vooral aandacht voor de praktijk. Na afloop van de het traject krijgen de leerlingen een branche-erkend certificaat. Volgens Hassink heeft het certificaat veel overeenkomsten met het mbo-niveau 1-diploma. 'Alleen rekenen en taal worden niet getoetst.'
In verschillende modules leren de medewerkers bestraten, snoeien, het gras verzorgen, maar ook bestellingen opnemen, koffiezetten en het maken van kleine eenvoudige gerechten. Ook gaan ze op stage bij bijvoorbeeld een hovenier of restaurant.
'Vakinhoudelijk redden ze het allemaal. Maar de algemene vaardigheden blijven voor velen toch lastig', merkt Hassink. Het gaat dan met name om het omgaan met collega's, het leren omgaan met kritiek en het omgaan met lastige klanten.

Gehospitaliseerd

Dat merkt ook begeleider Martijn Prinsen van de theeschenkerij op Hoeve Klein Mariëndaal. 'Cappuccino's maken kunnen de deelnemers na veel oefenen allemaal. Maar afbellen of samenwerken zijn ze niet gewend. Ze zijn vaak te veel gehospitaliseerd. Als ze iets niet kunnen, hoeven ze het ook niet te doen', vertelt hij.
'Bij ons zit er wat meer druk achter', vervolgt Prinsen. 'Zo ontweek iemand het opnemen van bestellingen omdat ze niet kan schrijven. Nu gaan ze vaak met zijn tweeën of laten het de gasten opschrijven. We zien dat ze hierdoor dat meer initiatief durven te nemen. Ze doen steeds meer zelf.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer