'BO Akkerbouw moet toegevoegde waarde leveren'

Brancheorganisatie Akkerbouw beschikt sinds 4 mei over een verbindendverklaring voor een onderzoeks- en innovatieprogramma, nodig voor een verplichte financiële bijdrage. Het is nu aan de organisatie om het breedgedragen programma tot uitvoering te brengen en toegevoegde waarde te leveren.

Dirk de Lugt is sinds 1 november 2015 voorzitter van Brancheorganistie Akkerbouw (BO Akkerbouw) als opvolger van Bram Bierens. Zijn voorganger heeft de brancheorganisatie in de steigers gezet. Het huis staat nu.

Het is de taak van de nieuwe voorzitter om de belangen van alle partijen goed aan bod te laten komen en dat de activiteiten van de BO, waaronder het onderzoeksprogramma, resultaat opleveren.

Royal Cosun

De akkerbouwsector kent De Lugt sinds 4 juni 2014 als voorzitter van Royal Cosun. Op het eiland Texel heeft hij samen met een broer, zoon en neef een gemengd bedrijf van 280 hectare akkerbouw en 150 rosékalveren. De bedrijfssituatie maakt het mogelijk om bestuurlijk actief te zijn.

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen van de twee functies?

'Beide functies hebben met de akkerbouw te maken. Bij Cosun gaat het om een fulltimefunctie en moet je zeven dagen in de week beschikbaar zijn. De functie is in- en extern gericht. Bij BO Akkerbouw gaat het om een paar dagen per maand. Het is een efficiënte organisatie met zes medewerkers. Het voorzitterschap is vooral technisch en extern gericht.'

Waarom hebben we ook alweer een BO Akkerbouw?

'Aanleiding is de opheffing van het Productschap Akkerbouw. Partijen in de akkerbouw missen daardoor een platform waar gezamenlijk zaken zijn op te pakken. Er ontstond behoefte aan een plaats om activiteiten die de sector waardevol vond uit te voeren.

'Als sector zijn we met een nieuwe organisatie gekomen om samen te werken bij gewas- en ketenoverschrijdend onderzoek. Bij gewasspecifieke zaken is het onderzoek vaak goed geregeld. BO Akkerbouw richt zich op bouwplanbrede kwesties, waarvan onderzoek er één is.'

Hoe belangrijk is de verbindendverklaring?

'Het programma voor onderzoek en innovatie is van belang voor alle akkerbouwbedrijven. Het is dan rechtvaardig dat met een verbindendverklaring iedereen bijdraagt aan het onderzoeksprogramma. Het zou niet terecht zijn als LTO- en NAV-leden ook betalen voor de niet-leden. Het rendement dat telers uit de uitkomsten van het onderzoek kunnen halen, is voor iedereen gelijk.

'De akkerbouw is de eerste sector met een verbindendverklaring. Omdat we veel moesten 'ontginnen', heeft het even op zich laten wachten. Andere sectoren kunnen van ons werk profiteren.'

Hoe zit het met het draagvlak voor BO Akkerbouw?

'Uit een internetconsultatie blijkt dat akkerbouwers over het algemeen positief zijn. Het ging wel om een beperkt aantal telers. Het onderzoeksprogramma van BO Akkerbouw heeft betrekking op keten- en gewasoverschrijdende onderwerpen.

'De bijdrage is gekoppeld aan het areaal graan, suikerbieten en aardappelen; gewassen die bijna iedere akkerbouwer in het bouwplan heeft. Zo dragen vrijwel alle akkerbouwers bij aan het programma, dat daardoor breedgedragen is. De hele akkerbouwsector is vertegenwoordigd.

'Het is nu de taak aan BO Akkerbouw om toegevoegde waarde te leveren. Het nut moet duidelijk en zichtbaar zijn, dat is de uitdaging. Een goede kennisinfrastructuur is onder andere belangrijk voor onze concurrentiepositie, de steeds strengere regelgeving en de voedselveiligheidseisen.'

Wegen de kosten van BO Akkerbouw op tegen de baten?

'Een gemiddeld akkerbouwbedrijf van 80 hectare met circa 30 procent aardappelen, 30 procent graan, 15 procent bieten en nog overige gewassen betaalt ruim 500 euro. Gezien de bedrijfsomzet lijkt me dat een verantwoord bedrag om de sector met onderzoek marktgericht en toekomstbestendig te maken.

'Bij het bedrag per hectare is vooral gekeken naar de opbrengsten die verschillende gewassen genereren. Er is geen maximumbedrag per bedrijf. Dat zou kunnen, maar is niet nodig. Het effect is terug te zien op elke hectare.'

Is een budget van 16 miljoen euro over een periode van vijf jaar voldoende?

'Elk jaar kunnen we zo'n 3,3 miljoen euro uitgeven aan het onderzoeksprogramma, dat door de leden van BO Akkerbouw is vastgesteld. Op basis van ervaringen weten we wat onafhankelijk onderzoek kost. Om rond te komen, moeten we keuzes maken.

'Het is belangrijk dat de onderzoekswensen door akkerbouwers zijn ingediend en beoordeeld. De Sectie Teelt van de BO, waarin LTO, NAV en NAJK zitting hebben, speelt daarbij een bepalende rol.'

Wat is er voor 2016 uit het wensenlijstje naar voren gekomen?

'Het gaat vooral om bodemgebonden aspecten zoals het bodemkwaliteitsplan, bemesting, effect van nieuwe groenbemesters en aaltjesbeheersing. Daarnaast middelengebruik. Bij aaltjesbeheersing is er aandacht voor chitwoodi. Dit aaltje manifesteert zich steeds meer en zorgt voor steeds meer problemen.'

Wat vindt u een belangrijk onderzoeksonderwerp?

'Een vitale bodem vind ik belangrijk, want dat is het fundament van het bedrijf. Op Texel kunnen we niet beregenen en dat maakt het extra belangrijk om naar de bodem te kijken. Hoe beter de bodemkwaliteit, hoe minder je met hulpmiddelen hoeft te corrigeren. In het verleden hebben we te weinig aandacht gehad voor de bodem en te veel met kunstmest de verschillen in bodemkwaliteit gecamoufleerd.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer