Van Dam: weidegang in stelsel fosfaatrechten

Dat stelde staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) deze week in een Kamerdebat over dierenwelzijn in de rundveehouderij.

‘Bij het inrichten van het fosfaatrechtenstelsel moeten we juist gewone ondernemers een steuntje in de rug geven. Deze ondernemers moeten niet weer op achterstand komen en niet het gevoel krijgen dat ook zij weer moeten intensiveren, omdat ze anders de concurrentie niet aankunnen.’

Duwtje in de rug

Van Dam denkt daarbij aan een duwtje in de rug voor ondernemers die weidegang toepassen en, als het even kan, grotendeels grondgebonden zijn. ‘De focus van het beleid moet op die belangrijke elementen worden gericht, ook bij het vormgeven van het fosfaatrechtenstelsel.’

Zijn beleid moet ertoe leiden dat meer melkveehouders hun koeien buiten laten lopen. In het weideseizoen 2015 paste 78,3 procent van de melkveebedrijven in Nederland een vorm van weidegang toe. Daarmee lijkt de teruggang een halt te zijn toegeroepen.

Convenant Weidegang

Dit is in de ogen van Van Dam echter niet genoeg. Hij wil samen met de partners in het Convenant Weidegang komen tot een actieplan om 80 procent weidegang in 2020 te bewerkstelligen.

Binnen dat convenant werken 65 partijen uit de melkveehouderij en de voedselketen aan het behoud van weidegang.

Zembla

Het debat werd mede gevoerd naar aanleiding van eerdere uitzendingen van het tv-programma Zembla over de melkveehouderij. Volgens Van Dam is een bedrijf met zevenhonderd koeien, zoals in Zembla was te zien, niet representatief voor de wijze waarop koeien in Nederland worden gehouden.

‘Vorig jaar waren er in totaal 18.267 melkveebedrijven actief, waarvan slechts 62 met meer dan vierhonderd koeien. Het beeld dat Zembla schetst, dat de Nederlandse melkveehouderij tendeert naar grote bio-industrie, is niet het beeld van vandaag de dag', aldus Van Dam.

89 koeien

Dat zal op korte termijn ook niet veranderen, verwacht de staatssecretaris. ‘In 2015 had een bedrijf gemiddeld 89 melkkoeien. Niet elk klein bedrijf is goed voor zijn koeien en niet elk groot bedrijf is slecht, maar kleinere en extensievere bedrijven doen wel vaker aan weidegang.’