Stagiairs actief voor Vruchtbare Kringloop

Henriët DijkZo test bijvoorbeeld de huidige stagiaire Alida Pelleboer voor deelnemers aan de VKA de bruikbaarheid van een rekentool die de economische perspectieven bij samenwerking berekent. Pelleboer schrijft onder andere een handleiding voor de rekentool. Na twee jaar VKA is dat een van de vragen die bij ondernemers leeft, bijvoorbeeld als het gaat om mestafzet.

Handleiding

‘Twee andere stagiairs hadden eerder al de samenwerkingsmogelijkheden op sociaal en juridisch vlak uitgezocht’, zegt Van Leeuwen. ‘Daarvoor hebben ze gesprekken gehad met juridische experts, accountants en deelnemers. Daar liggen mooie antwoorden, maar het economisch kunnen doorrekenen ontbrak. Daarom schrijft de stagiaire nu een handleiding, waarbij deelnemers uit de akkerbouw, melkvee- en varkenshouderij de opties ook kunnen doorrekenen. Wat levert die samenwerking nu economisch, maar ook qua organische stof, op?’
Voor de onderzoeksvragen werkt VKA samen met hbo’s, zoals de HAS Den Bosch, CAH Vilentum en Van Hall Larenstein. ‘We hebben ook goede contacten met mbo’s in het gebied’, stelt Van Leeuwen. Zo zijn mbo-studenten ingezet om samen met boeren een bodemkwaliteitsscore in te vullen.
‘Onze ervaring is dat boeren zelf niet zo snel een bodemconditiescore invullen. Als er twee studenten komen, dan gaat een deelnemer er wel mee aan de slag. De opgedane informatie kunnen we gebruiken voor bodemstudiebijeenkomsten.’
Het projectteam van Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers was – na anderhalf jaar ‘draaien’ van het project - nieuwsgierig naar welke vragen de deelnemers hadden op het gebied van bodem en bemesting. Dat heeft de 23-jarige Teun van Welij, student dier- en veehouderij op de HAS Den Bosch, onderzocht tijdens zijn stage.
Naast een enquête onder boeren heeft Van Welij daarvoor acht deelnemers geïnterviewd. Uit zijn onderzoek blijkt dat de deelnemers vooral knelpunten ervaren met een te laag organische stofgehalte, mineralen-, nutriënten- en vochthuishouding, verdichting van de bodem en efficiënter bemesten.
Als aanbeveling geeft Van Welij het projectteam mee dat deelnemers meer individuele aandacht willen om de bedrijfsspecifieke problemen op te lossen. Verder zien de deelnemers graag meer vergelijkbare bedrijven in een groep. Ook heeft hij – met hulp van experts – vijf artikelen geschreven met vragen en antwoorden over bodem en bemesting. Die informatie wordt gedeeld via de nieuwsbrieven van het project.
De HAS-student kon kiezen uit verschillende stages. ‘Deze opdracht sprak mij aan omdat ik de boer op moest. Ik vind het hartstikke leuk om onder de mensen te zijn. Ook het zelfstandig werken was een pre’, vertelt hij. Van Welij, die momenteel stage loopt bij een onderzoeksbedrijf in Ierland, heeft veel geleerd bij VKA. ‘Niet alleen bedrijfsinhoudelijke zaken, maar ook voor mijn persoonlijke ontwikkeling was het goed.’
Van Leeuwen: ‘Het onderzoek van Teun heeft mooie concrete aanwijzingen voor het projectteam opgeleverd, bijvoorbeeld de groepssamenstelling en de inhoudelijke vragen. De artikelen zijn goed bruikbaar voor de deelnemers.’