‘Maisstro als onderstrooisel niet voor ieder geschikt’

Henk Broeders houdt in Berkel-Enschot duizend stieren in potstallen. Elke zes weken worden de stallen leeggereden. Bij het hervullen gaan er elke keer zo’n 75 rollen van circa 300 kilo maisstro de pot in. ‘Zo vullen wij de pot meteen met volume en besparen we op het gebruik van tarwestro’, vertelt Broeders. ‘We hebben in het verleden ook wel geprobeerd op te strooien met maisstro, maar dat was geen succes. De machines kunnen het amper aan en de vochtopname is minder goed dan tarwestro.’
Broeders wint het stro van het eigen bijbehorende akkerbouwbedrijf waar elk jaar 30 tot 40 hectare mais wordt gedorst. Het stro ligt dan twee weken op het land waarbij het tot wel 100 graden heet wordt door broei. Daarna harkt Broeders het stro met een acrobaat bij elkaar, andere hooimachines zijn voor dit stro te licht, en laat hij het licht persen in rollen om voldoende lucht in de baal te laten om plakvorming te voorkomen.
‘Wij hebben grote percelen, daardoor kan dit. Ik raad kleine veehouders het niet gauw aan. De bewerkingskosten zijn snel te hoog. Bij ons ligt het omslagpunt op 80 tot 90 euro per ton. Nu betaalden we voor de tarwestro 90 euro en kan het net uit. Als het weer niet meewerkt of het stro is goedkoop, dan kunnen ook wij de maisstro beter onderploegen’, zegt Broeders.