Convenant rugstreeppad helpt boer

De rugstreeppad kan boeren die willen bouwen aardig dwars zitten. Om in een leefgebied een bouwvergunning te krijgen moet je aantonen deze beschermde diersoort niet te verstoren. In de Noordoostpolder zijn echter afspraken gemaakt. Daar zorgt een convenant ervoor dat boeren minder sores hebben én dat het iets beter gaat met de paddenpopulatie.

Boeren en tuinders ervaren de verregaande bescherming van de rugstreeppad door de Flora- en Faunawet altijd als een blok aan het been. Daarbij bezorgt het diertje ook menig projectontwikkelaar grijze haren. Het duikt namelijk bij voorkeur op in pas bouwrijp gemaakt terrein, met als gevolg het moeten stilleggen van de bouw.
In de Noordoostpolder is daar wat op gevonden. In 2011 werd het Convenant Rugstreeppad Noordoostpolder afgesloten tussen overheid, bedrijfsleven en natuurbeschermers. Omdat die polder een belangrijk leefgebied is voor de rugstreeppad en tevens goed is afgebakend, is het een ideale proeftuin.
Alle betrokken partijen in de Noordoostpolder spraken toen af zich actief in te zetten voor deze soort. Als wisselgeld verstrekte het ministerie van Economische Zaken voor vijf jaar een generieke ontheffing op de Flora- en faunawet, zodat het makkelijker is om te bouwen of andere ingrepen in het landschap te plegen.
Aan het convenant is een managementplan gekoppeld met maatregelen die het leefgebied moeten verbeteren. Zo is op diverse plaatsen sprake van een aangepast beheer van de sloten. Ook heeft Landschapsbeheer Flevoland veertig nieuwe leefgebieden en paddenpoelen ingericht, verspreid over de hele polder. De crea-tie van nieuwe leefgebieden is een vorm van compensatie voor bouwactiviteiten die vooraf plaatsvindt en binnen het collectief is geregeld.
De nieuwe leefgebieden vergroten de duurzame overleving van de rugstreeppad in moeilijke tijden, bijvoorbeeld in de twee afgelopen droge voorjaren. Het convenant wil in plaats van individuele rugstreeppadden beschermen de gehele populatie in een gunstige staat van instandhouding brengen.
De meeste rugstreeppadden zullen in de boerensloot opgroeien. Door aangepast maai- en peilbeheer voelen de padden zich er prima thuis, verwacht Ravon, de onderzoeks- en beschermingsorganisatie voor amfibieën, reptielen en vissen in Nederland. En mocht een boer toch een stal of schuur willen bouwen pal op zo’n leefgebied, dan kan hij door maatregelen verderop op zijn land te nemen migratie van de populatie daarheen bevorderen.
Zo leven agrariërs en dieren beter samen en hoeft er geen tweespalt meer te zijn tussen natuur en (agrarische) ondernemers op dit gebied. En dat is nu precies de bedoeling van het convenant, stelt Ronald Zollinger van Ravon. ‘Landbouw, terreinbeheerders, natuurbeschermers, waterschap en overheid draaien samen aan de knoppen om zo deze soort te bedienen.’
Hoewel de evaluatie nog moet worden afgerond, denkt Zollinger dat het convenant wat de bescherming van de padden betreft goed lijkt te werken. Door het pakket aan extra maatregelen neemt de soort namelijk weer langzaam in aantal toe zonder dat dit bouwactiviteiten echt in de weg zit.
‘Terwijl er landelijk sprake is van een gestage achteruitgang, gaat het hier in de Noordoostpolder iets beter. Het aantal dieren raakt weer uit de dip’, zegt Zollinger.
Maar het vergt wel nazorg, waarschuwt hij. ‘Zo zoeken we nog naar de beste manier om de kansen van de pad verder te verbeteren. De maatregelen die goed zijn voor de pad, moeten namelijk ook voor de boer kunnen.’

Kavelsloot

Zollinger heeft het dan over een ander onderhoud en aangepast profiel van de kavelsloot, aanpassingen op het erf en een peilbeheer waarbij sloten niet meer droogvallen. Door in droge tijden toch een vochtige leefomgeving te houden wordt de voortplanting niet verstoord.
‘Een pionierhabitat creëren voor de rugstreeppad vergt maatwerk. Timing is vaak cruciaal om bijvoorbeeld plotselinge droogte te compenseren. Naast de medewerking van de boer is ook die van het waterschap heel belangrijk.‘
De andere betrokkenen zien intussen ook dat het functioneert. Daarom wordt nu gewerkt aan verlenging van de regionale ontheffing.
Ook LTO Noord wil dat graag. Beleidsadviseur Ard Mooij: ‘Voor ons als agrarische sector is het zeker van belang dat er een voortzetting van het convenant komt. Het beschikbaar hebben van een generieke ontheffing scheelt veel sores voor ondernemers die willen uitbreiden.’
Dat ondervond ook Mark van de Vegte in Marknesse. Toen hij vijf jaar geleden samen met zijn ouders Kees en Joke een nieuwe melkveestal liet bouwen, hoefde hij alleen nog een archeologisch onderzoek te laten uitvoeren en geen faunascan. ‘Ik heb hier nog nooit zo’n pad gezien, dus ik zou het wel vreemd vinden als dat er nog bij kwam.’
Niet alleen natuurbeschermers en de landbouw zijn lovend. Ook lokale en provinciale overheden beseffen dat het aangepaste beleid goed uitpakt. ‘We moeten de evaluatie nog afronden. Maar als de resultaten aan onze doelstellingen voldoen, gaan we er zeker mee door’, zegt Riëtte Iken van provincie Flevoland.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer