‘We gaan voor een rendement van 6 procent in de varkenshouderij’

De nieuwe voorman van de LTO-varkenshouders maakt er geen geheim van dat hij verder kijkt dan zijn eigen vakgroep. ‘Ik ben voorstander van één geluid vanuit de varkenssector. In onze sector zijn we vanouds individueel ingesteld. Dat heeft ons ook groot gemaakt. Maar nu is het tijd om meer uit het collectief te halen, om als eenheid naar buiten te treden.’

Wat betekent dat voor de LTO-vakgroep?

‘Als vakgroep Varkenshouderij zetten we ons in voor een sterke gezamenlijke belangenbehartiging die met één stem spreekt. Daarom trekken LTO Varkenshouderij en NVV samen op, en daarom hebben we de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) opgericht.’

En die samenwerking moet nog intensiever?

‘Ja. Ik ben erop gebrand om dat samen met NVV-voorzitter Ingrid Jansen verder op te pakken. We zullen daarbij de focus leggen op wat we kunnen betekenen voor onze leden en hoe we voor hen werkelijk resultaat kunnen leveren in de vorm van bedrijfsrendement.’

Past uw houding naar de NVV in de LTO-organisatie?

‘Het federatiebestuur weet wie ze hebben benoemd, waar ze ‘ja’ op hebben gezegd. De LTO-organisatie is ook in beweging. Mijn inzet is dat bij elkaar aan te laten sluiten.
‘Daarbij zijn de leden mijn kompas. Zij willen één sterke belangenorganisatie voor de varkenshouders met goede verbindingen met de LTO-organisatie.’

Wat kunt u als bestuurder doen om de positie van de individuele varkenshouder te verbeteren?

‘De kosten op bedrijfsniveau kunnen we moeilijk beïnvloeden, maar we zijn wel aan het werk om de collectieve kosten terug te brengen. We richten ons op een gelijk speelveld binnen Europa. We werken er continu aan om ons kostprijsnadeel weg te werken.
‘Maar daar blijft het niet bij. De wereld globaliseert, we moeten onze producten verkopen in de hele wereld. Dat vergt een andere aanpak dan we gewend waren. We moeten uitgaan van Nederland als springplank voor een beter stukje vlees voor de wereld.’

Binnenkort komt de commissie Rosenthal met haar advies over vitalisering van de varkenshouderij. Rosenthal heeft weinig met varkenshouderij. Waarom is hij als commissievoorzitter gevraagd?

‘Uri Rosenthal was minister van Buitenlandse Zaken. In een globaliserende wereld is het goed om een commissievoorzitter te hebben die globaal kan denken. Hij heeft een scherpe en frisse blik, dat geeft veel toegevoegde waarde.
‘Als het rapport er is, gaan we eerst met onze varkenshouders spreken over de conclusies en het vervolg. Daarvoor organiseren we als LTO en NVV gezamenlijk in oktober en november een serie avonden voor alle varkenshouders.’

Waar wilt u naartoe?

‘De varkenscyclus houden we niet tegen. Maar we kunnen wel zorgen dat we er later in komen en dat we er ook weer eerder uit komen.
‘We gaan voor een rendement van 6 procent op het geïnvesteerd vermogen. Dat is nodig om de Nederlandse varkenshouderij blijvend vitaal en sterk te houden. Dat is onze ambitie.’

Is dat niet wat hoog gegrepen?

‘Hoezo? De supermarkten realiseren een rendement van 23 procent.’