LTO West: PAS verantwoord gebruiken

Met de invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) constateert LTO Noord dat adviesbureaus en ondernemers zelf bang zijn dat er niet voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en daarom uit voorzorg alles aanvragen wat ze sowieso kunnen 'krijgen'.

'Wij roepen agrariërs in West-Nederland nogmaals nadrukkelijk op om hun gezonde (boeren)verstand te gebruiken, zichzelf niet in de vingers te snijden en hun zuurverdiende centen op een goede manier in te zetten', schrijven de provinciale LTO-voorzitters Arie Verhorst (Zuid-Holland), Nico Verduin (Noord-Holland), Bert van Donselaar (Utrecht) en Arnold Michelsen (Flevoland) in een open brief.

Voldoende ruimte

Volgens LTO-voormannen is er voldoende ontwikkelruimte in West-Nederland. 'Maximaal twee handen vol potentiële piekbelasters daarbij uitgezonderd.'

Eerder becijferden de provincies dat op basis van huidige uitgangspunten van de PAS, 94 procent van de vergunningaanvragen in Nederland kan worden verleend. In West-Nederland is de situatie voor agrarische ondernemers nog gunstiger, onder meer door de relatief grote afstand tot stikstofgevoelige natuur en de relatief extensieve veehouderij.

Ze hameren erop de PAS goed te gebruiken. 'Wanneer er (veel) meer emissieruimte gevraagd wordt dan feitelijk nodig, wordt het imago van vervuiler in de ogen van veel partijen en organisaties nogmaals bevestigd. Met alle politieke en maatschappelijke consequenties van dien.'

Meer geld

Bovendien kost te veel vragen letterlijk iedereen meer geld dan nodig is, voor de betreffende ondernemers en voor de gehele sector. Zowel de adviseur als de betreffende agrariër snijdt zich 'diep in de vingers', aldus de LTO-voorzitters. 'De vergunning/melding zal na een tijd verlopen en de agrariër kan de komende jaren geen aanspraak maken op ontwikkelruimte.'

'Laten we daarom allemaal de PAS gebruiken waar deze voor bedoeld is, namelijk het duurzaam mogelijk maken van economische ontwikkelingen, juist in de agrarische sector. Ook voor de niet-melkveehouders onder ons geldt in deze situatie: melk de koe, maar trek ze de spenen niet af.'