Drie jonge boeren over het mooiste beroep van de wereld

Drie+jonge+boeren+over+het+mooiste+beroep+van+de+wereld
© Joost de la Court

Jan Sikken: ‘Bij mij was het op de basisschool eerst piloot of brandweerman, zoals bij zoveel leeftijdsgenoten. Maar daarna wist ik het wel: boer worden of in ieder geval in de agrarische sector werken. Hoewel ik nu niet volledig op het bedrijf werk, heb ik er zicht op nog boer te worden. Het moet je ook gegund worden. Maar ruimte voor fouten is er niet meer. Daarom moet je al voor je opleiding en de bedrijfsovername heel goed weten waar je heen wilt.’
Ron Kleinsman: ‘Ik heb het idee dat de wet- en regelgeving vroeger niet zo complex was als nu. Nu moet je vanaf het begin af aan echt de kop erbij houden. De investeringen die nodig zijn, zijn immers flink.’

Kansen

Ron: ‘Leergierig blijven, dat is belangrijk. Na school heb ik vooral veel geleerd bij als zzp’er en via de studieclubs, en ik zoek zelf dingen uit op internet. Daarbij heb ik van mijn vader de ruimte gekregen om het bedrijf door te ontwikkelen. Je moet snel zijn, kansen weten te benutten. Dat is ondernemen. Dat gaat goed en soms ook niet. Onze bedrijfsverplaatsing was bijvoorbeeld complex, maar pakte goed uit.’
Jan: ‘Die kansen pakken, dat lukt ook lang niet iedereen. Bij ons was een ruilverkaveling aan de orde. Daardoor waren de blokken die te koop kwamen 20 tot 30 hectare groot. Dat kan bijna niemand hier in de buurt betalen.’
Bart: ‘Wat ik heb geleerd, is dat het gras bij de buren lang niet altijd groener is. Ik ben ik Canada wezen kijken bij een vleeskuikenbedrijf. Het is er hard werken en de regeldruk is ongeveer hetzelfde. Krijg je het ergens anders dan beter? Ik vind het hier ook mooi.’
Jan: ‘In Australië was ik op een akkerbouwbedrijf van 14.000 hectare. Daar zit de boer niet meer op de trekker, maar is manager en zorgt dat zijn personeel aan het werk kan blijven.’
Ron: ‘Ik had ook voor Duitsland kunnen gaan. Maar daar lijken de regels net zo streng als hier. En toen kwam de locatie in Zwiggelte op ons pad. Het bevalt me hier goed.’
Bart: ‘Het aantrekkelijke is voor mij de combinatie. Voor mij is mijn werk mijn hobby. Daarnaast zijn er de uitdagingen van het ondernemer zijn.’
Ron: ‘Voor mij speelt ook de afwisseling tussen werk en sociale contacten, zoals via het AJK. Dat sociale hoort erbij. Ik huur arbeid in om ruimte te maken voor dat soort zaken.’
Bart: ‘De regelgeving bij ons in Groningen is een ramp. De intensieve veehouderij zit hier al zo’n vier jaar op slot. Slechts een paar veehouders mogen nog uitbreiden. Dan zit je met een stal van 25 tot 30 jaar oud die hoognodig moet worden vervangen.’

Bedreigingen

Bart: ‘Als ondernemer wil je bijblijven en dicht bij de maatschappij staan. Het beeld dat de samenleving heeft van intensieve veehouderij is over het algemeen slecht. Maar ik schaam me niet, ik ben juist trots op wat ik doe. Hoe kun je dat laten zien met een 25 jaar oude stal? Ze moeten ons de ruimte geven om te kunnen bouwen.’
Jan: ‘Ook in de akkerbouw hebben we te maken met regelgeving. Alleen belemmeren de gevolgen daarvan ons niet direct in de groei, zoals in andere sectoren. Als agrarische sector zijn we goed voor de economie. Ik snap niet waarom de overheid hier niet wat meer waardering voor toont. Gelukkig weet de gemiddelde boer zich goed staande te houden.’
Ron: ‘Ook voor ons liggen er op dit moment bedreigingen. Belangrijk punt is de fosfaatproductie. Ik heb de stal in 2015 net vol gezet en dan dreigen we weer te worden afgerekend op de veebezetting in 2014. De lijn die ik eerder had uitgezet, zal dan moeten worden verlegd. Aan de andere kant zie ik er ook wel weer een kans in. In de toekomst hoop ik intensiever samen te werken met akkerbouwers hier in de omgeving.’

Ondernemen

Ron: ‘Wat het lastig maakt om te ondernemen is dat het rendement uit vermogen in de melkveehouderij aan de krappe kant is. Terwijl de grondprijzen en de kosten blijven stijgen. Hoe kunnen wij investeren in duurzaamheid als onze marges zo smal zijn?’
Bart: ‘Nou, ook in de akkerbouw is het rendement echt niet veel ruimer. Daar nog grond bijkopen lukt ook lang niet altijd meer.’
Ron: ‘Daarom maak ik mij zorgen over de ontwikkeling dat niet boeren, maar beleggers landbouwgrond aankopen. Dat worden onze concurrenten die er uiteindelijk met de winst vandoor gaan. Wij hebben die grond nodig, ook al in het licht van de nieuwe melkveewet.’
Jan: ‘Je kunt als ondernemer rekenen wat je wil, maar als je het níet doet, heb je vaak achteraf toch spijt.’
Ron: ‘Helemaal gelijk, Jan, je moet de uitdaging zoeken en af en toe een beetje durven.’

Toekomst

Jan: ‘Mijn ideaal voor de toekomst is een levensvatbaar bedrijf met aandacht voor werkplezier en duurzame voedselproductie. Voor akkerbouwers liggen er kansen in samenwerking met de veehouderij. Ze kunnen zo hun saldo per hectare verhogen.’
Bart: ‘Wat dat betreft zitten we hier in Nederland gunstig. Infrastructuur, watervoorraad en klimaat zijn allemaal positief. Als ideaal zie ik zo mogelijk een gezinsbedrijf met een medewerker. Sociaal bezig zijn is ook belangrijk. Als ondernemer moet je ook een netwerk hebben buiten je bedrijf. Dat ligt voor onze generatie wat anders dan voor de vorige. Het gaat bij ons niet alleen maar om zo veel mogelijk werken.’
Ron: ‘Inderdaad, met alleen hard werken verdien je het niet. Mijn ideaal is een efficiënt gezinsbedrijf, waar naast de bedrijfsvoering ook ruimte is voor vrije tijd. Ik haal voldoening uit het optimaliseren van ons bedrijf en zet graag de puntjes op de i.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer