'Waar je boert was niet eerder zo bepalend'

De plek waar je boert is niet eerder zo bepalend geweest voor welke toekomstmogelijkheden je hebt als agrarisch ondernemer op die plek. Het moet duidelijk zijn waar welke soorten land- en tuinbouw kunnen en wat dat betekent voor de bedrijfsvoering en het management van de boer. Als dat duidelijk is, dan is ook helder wat de uitgangspunten zijn en hoe een ondernemer daarop kan sturen.

De boerenproblemen in Nederland zijn vooral een zaak van ruimtelijke ordening. En dus ligt de oplossing ook vooral in de provincie. Zij hebben de regie over het regionale krachtenspel van doelen, belangen en behoeften. De provincies gaan over het verdelen van de milieugebruiksruimten.

Natuurlijk zijn er kaders nodig vanuit de landelijke overheid in combinatie met een helder pad en doelstellingen. Het idee van een agrarische hoofdstructuur verankerd in een initiatiefwet, waar NSC deze week mee kwam, zou een antwoord kunnen zijn op de vraag: waar kan wat wel? Eerder pleitte voormalig landbouwminister Cees Veerman ook al voor een dergelijk structuurbeleid.

Het voorstel voor zonering als (deel)oplossing voor het stikstofprobleem, mest en grondgebondenheid is daarom logisch. Daarom ligt er nu een politieke keuze voor om via het ruimtelijke spoor te komen tot duidelijkheid in samenwerking voor alle relevante bestuurlijke partijen, ngo's en natuurlijk boeren en tuinders zelf.