Maïs mist voldoende temperatuur en water

Pieter Stokkermans In 2014 was bij de Maïsmeetnetboeren de gemiddelde zaaidatum 30 april, nu is dat 5 mei. Dit uit zich ook in de gemiddelde lengte, die vorig jaar rond dit tijdstip boven de 10 centimeter lag. Bij sommige boeren blijkt de vroege maïs juist beter bestand tegen de kou, terwijl elders boeren blij zijn dat hun gewas nog niet is opgekomen.
Dat geldt ook voor Wim Vedder uit Gasselternijveenschemond. Woensdag voorzag hij voor de eerste dagen nog niet veel goeds. ‘Donderdag wordt veel wind verwacht. Mede door de droogte kan het dan wel eens flink stuiven. Dit schurend zand is ook niet goed voor de planten. Het zorgt voor scheurtjes, oftewel rangen, in het blad. Dit levert stress op voor de plant. Stress is niet goed voor het dier, maar ook niet voor de plant.’
De vooruitzichten zijn beter. ‘Maïs is al helemaal een warmteplant. Voor volgende week wordt 25 graden Celsius en wat water verwacht. Prima omstandigheden voor de opkomst en groei van dit gewas. Ook nog een beetje water is welkom.’

Onkruid

Guido Frijns uit Margraten was woensdag volop aan het eggen, net als vorige week zondag. ‘De opkomst zal donderdag starten. Het zit er tegenaan’, zo vertelde hij die dag vanaf zijn trekker.
De biologisch melkveehouder had bewust lang gewacht met de zaai en was daarmee de laatste meetnetboer. Het land lijkt nu goed. ‘De maïs is 8 centimeter diep gezaaid en daar zit volop vocht. De temperatuur kan wel beter.’
Bij Bas Fokkert uit Holthone lijkt juist een overmaat aan water voor problemen te zorgen. ‘Net als vorig jaar hebben we over een smal spoor veel regen gehad. Drie weken geleden regende het hier in korte tijd 57 millimeter. Gelukkig stond de maïs toen nog niet boven, anders was deze wellicht compleet verzopen. Doordat deze vettige leemgrond vervolgens opdroogt, ontstaat korstvorming. De toplaag wordt keihard, waar de maïs moeilijk doorheen komt. Gelukkig is alle maïs goed opgekomen.’
De maïs van Jorge Knipscheer uit Lepelstraat is dinsdag bespoten met een cocktail van 1,5 liter Laudis, 1.5 liter Akris, 0,5 Kart en 0,3 Samson 6OD. Op het perceel stond nogal wat melde, uitlopende gladiolenbollen, kamille, muur, zwaluwtong en perzikkruid. ‘Het gewas staat in een vierbladstadium, dan kan de gewasbescherming ook prima’, stelt Knipscheer. Verder is aan het spuitmiddel 1 liter Impro-Grain toegediend. Dit is een meststof op basis van gisten, wat de fotosynthese verbetert.
Woensdag oogde de maïs van Knipscheer wat lichtgroen. Volgens hem komt dit deels door de kou. ‘Door de bespuiting heeft het gewas een extra tikje gehad. Dat trekt wel bij’, verwacht de melkveehouder.
Ook Dick Davelaar uit Leusden moet een deel van zijn maïs spuiten. Dit deel, dat hij niet volgt in het kader van het Maïsmeetnet, is niet geploegd. ‘Dit moeten we op tijd spuiten, anders groeit het vanggewas over de maïs heen.’ Hij wacht nog even totdat het wat heeft geregend, waardoor de bespuiting beter aanpakt.
Roan en zijn vader Jolan van Noye schrikken wat, wanneer ze door de maïs lopen. Het gewas heeft hier en daar lichtere vlekken. ‘Dat komt ongetwijfeld door de kou. We hebben zelfs een nachtvorstje gehad. Gelukkig trekt dat weer bij’, stelt Jolan.
Een soortgelijke kleur ziet Willy Aarts uit Hellum. ‘De drie blaadjes van de plant lijken nog niet echt lichtgroen.’ Woensdag was hij overigens bezig met het binnenhalen van de eerste snede gras. ‘We hadden nogal ganzenschade, vandaar dat we wat laat zijn’, vertelt hij.

Onder folie

Roelof de Jong uit Sibrandabuorren lijkt minder last te hebben van de kou. ‘Onder de folie is het lekker warm. Nu moeten we de winst van de extra investering in die folielaag pakken.’ Op delen waar geen folie ligt, staat het gewas er een stuk minder florissant voor. ‘Daar moet die zelfs nog boven komen, terwijl de eerste foliemaïs al door de folie prikt.’ Wel kampt hij met de droogte. ‘Zelfs in de greppels zitten droogtescheuren.’
Bert Wissels uit het Gelderse Hengelo had een andere ‘noviteit’. Hij paste rijenbemesting met drijfmest toe. ‘Ik had er een hard hoofd in toen na het ploegen de driewieler nog op het land kwam. Die maakte ook het perceel zaaiklaar. De opkomst is goed.’