Ruime conditie in droogstand heeft invloed op persistentie

Een te vette koe voor en rond afkalven is sloom en neemt daardoor te weinig voer op. Ze komt al eerder in een negatieve energiebalans en gaat dan haar lichaamsvet afbreken. Hierbij komen Nefa's (afbraakproducten) vrij, die zich ophopen in de lever. Normaal worden deze afgevoerd met de melk, maar omdat een droge koe geen melk geeft, hopen de Nefa's zich op in de lever met leververvetting als gevolg.

Door vervetting werkt de lever, als filter van bloed, minder goed. Daardoor kunnen vergiftigingsverschijnselen optreden. Daarnaast produceert een vette lever minder glucose, wat invloed heeft op de biestproductie en kwaliteit. Doordat een vette lever minder glucose produceert, vermindert niet alleen de melkproductie, maar ook het afweermechanisme van een koe. Het afweermechanisme heeft glucose als brandstof nodig.

Hittestress

In de zomerperiode is de kans op leververvetting bij droogstaande koeien nog groter. Bij hittestress gaan de dieren minder vreten. Dit geldt extra voor droogstaande koeien met een ruime conditie. De combinatie van het groeiende kalf, de ruime conditie en hittestress zorgt ervoor dat deze koeien te weinig voer opnemen. Hierdoor gaat ze nog meer van haar eigen vetreserves aanspreken en wordt de lever extra belast.

Een goed werkende lever kan lichaamsreserves (vet) beter omzetten in energie en overtollige vrije vetzuren afvoeren. Choline speelt hierbij een belangrijke rol, omdat deze de lever ontvet. Tijdens de transitieperiode hebben bijna alle koeien een tekort aan choline. Dit komt doordat de koe hier zelf onvoldoende van aanmaakt om in haar behoefte te voorzien.

ReaShure-XC

Dit tekort kan worden gecompenseerd door tijdens de transitieperiode choline bij te voeren. Het is wel belangrijk dat de voedingsstof in de dunne darm terechtkomt, waar deze kan worden opgenomen in het bloed. Reguliere choline wordt al in de pens afgebroken.