Meer leegstand in Overijssel

Jacomien VoorhorstVoor agrarische bedrijven geldt al langer dat steeds meer boeren stoppen. De grond gaat dan in vrijwel alle gevallen op in de schaalvergroting van overgebleven bedrijven. De boerderijen en bedrijfsgebouwen, zoals schuren en stallen, komen steeds vaker leeg te staan.
In Overijssel komt de meeste agrarische bebouwing vrij in Staphorst en in het zuidelijke deel van Overijssel.
In Staphorst komt 36 procent van het totaaloppervlak aan boerderijen en schuren vrij, van de boerderijwoningen zelfs 43 procent. Het gaat om 224.000 vierkante meter aan agrarische gebouwen, waarvan ongeveer de helft boerderijwoningen.
De provincie denkt dat het in Staphorst om veel kleine boerenbedrijven gaat die in of tegen de bebouwde kom aan liggen en weinig uitbreidingsmogelijkheden hebben.
Dat klopt wel volgens voorzitter Wout van Dalfsen van LTO Noord Staphorst. ‘Er zitten hier vrij veel oudere boeren zonder opvolger die de komende tien jaar wel een keer met hun bedrijf zullen stoppen.’
Toch kan Dalfsen niet goed inschatten of dat ook voor de grote voorspelde leegstand zal zorgen. ‘Staphorst is een gemeente van werkers en doeners. Wat je nu ziet, is dat vrij jonge mensen die een baan elders hebben, een boerderij kopen en naast hun baan een kleinschalig agrarisch bedrijf beginnen. Ze willen hier graag zelfstandig zijn. Zo’n mentaliteit heeft natuurlijk invloed op leegstand.’
De grootste oppervlakte vrijkomende agrarische bebouwing, 396.624 vierkante meter, is overigens te vinden in gemeente Hof van Twente. In Noordoost-Twente, Tubbergen, Dinkelland en Losser en in de Kop van Overijssel, met de gemeenten Steenwijkerland, Kampen en Zwartewaterland, komt relatief weinig agrarische bebouwing vrij, maar nog steeds 20 procent van het totaal.
Leegstandsproblematiek is volgens de provincie in de eerste plaats een vraagstuk van de gemeenten en de markt. ‘Een sloopregeling kost bijvoorbeeld erg veel geld en heeft ongewenste effecten’, stelt beleidsontwikkelaar ruimtelijke ordening Trijnie Drint van provincie Overijssel.

Accepteren

Aan de voormalige regeling Ruimte voor Ruimte heeft de provincie ook geen goede ervaringen overgehouden. ‘Misschien moeten we gewoon accepteren dat er leegstaande gebouwen in het buitengebied staan en afwachten wat de markt doet. Ik kan me voorstellen dat een stuk grond zonder bouwval op den duur meer oplevert dan met’, zegt Drint.