‘Je personeel is en blijft het hart van je bedrijf’

PED is nog steeds aanwezig in Noord-Amerika. Het is in veel mindere mate actief en verspreidt zich minder snel. Vleeskopers hadden verwacht dat als het virus zou zijn uitgewoed, er geen varkensvlees meer over zou zijn en dreven in 2014 massaal de prijzen op. Wij varkenshouders hebben daar goed van geprofiteerd.
Maar zoals altijd komt er aan ieder feest een einde en zijn de varkensprijzen inmiddels weer behoorlijk gedaald naar voor Amerikaanse dollars zelfs lage prijzen. Door de moeilijke oliemarkt is de Canadese dollar met 25 procent gedaald, waardoor onze varkens duurder zijn geworden. Dat maakt ons weer wat concurrerender ten opzichte van de Amerikaanse varkenshouder. Met name de verkoop van speenbiggen gaat altijd goed met een sterke Amerikaanse dollar omdat er relatief weinig voer in een speenbig gaat ten opzichte van een vleesvarken.
Binnen ons bedrijf bij Greyland Pork zijn we de laatste maanden druk geweest met het trainen van mensen. We hebben een nieuwe bedrijfsleider aangenomen omdat onze oude na zeven jaar besloot voor een andere carrière te kiezen. Deze overgang is goed verlopen; ons personeel heeft er positief op gereageerd.

Schuiven met personeel

We hebben deze gelegenheid ook aangegrepen om een aantal medewerkers van hun vertouwde posities te halen en op andere afdelingen in te zetten. Ik vind het belangrijk dat mensen die vooruit willen, ook binnen een bedrijf de mogelijkheid krijgen om te groeien en met name om zich te ontwikkelen op andere gebieden.
Zo werkt onze vaste kraamstalverzorger nu na twee jaar in de dekstal en is onze vaste dekstalmedewerker na vijf jaar in de rol van assistent-bedrijfsleider gekomen. Hij gaat zich meer richten op de opfok van de gelten en het onderhoud binnen het bedrijf.
Het voordeel van deze transitie is dat ik nu in de zeugenstal een ervaren medewerker heb die zowel de kraamstal als de dekstal op zijn duimpje kent. En dat ik bij eventueel verder verloop van personeel weer makkelijker mensen door kan schuiven zonder dat ik zelf het stokje volledig in de hand hoef te nemen.
Doordat we twee locaties met in totaal tweeduizend zeugen hebben en we verschillende producten produceren - fokgelten, speenbiggen en vleesvarkens - moet ik zorgen dat ik zelf mijn handen vrij probeer te houden, zodat ik alles aan kan blijven sturen. Vooral het hebben van voldoende gekwalificeerde mensen in de dekstallen kan wel eens eens struikelblok in de weekenden zijn. Dat kan het eindresultaat flink onder druk zetten.
Bij grote varkensbedrijven blijft het hart van het bedrijf toch altijd het personeel. Daar moeten we zuinig op zijn en we moeten vooral zorgen dat we hen mee laten groeien met ons bedrijf.

Jeroen van Boekel