‘Met drone zie je zwakke plek perceel’

Mariska Bloemberg-van der HulstEen drone is een onbemand vliegtuigje dat vaak op afstand wordt bediend. Hang er een camera onder en je kunt er de mooiste beelden mee maken. Oorspronkelijk werden drones voor militaire doeleinden gebruikt, maar tegenwoordig zijn ze ook bij consumenten populair.
‘Ze worden massaal verkocht. Je hebt al een eenvoudige drone voor 1.000 tot 1.500 euro’, weet Herman Krebbers, adviseur loonwerk en mechanisatie bij DLV. ‘Het vliegtuigje wordt met gps stabiel gehouden en is makkelijk bestuurbaar.’
Volgens Krebbers is een drone met fotocamera een prachtig instrument om een overzicht van een perceel te krijgen. ‘Je ziet de zones waar bijvoorbeeld ganzenschade is of waar veel onkruid groeit. Ook zie je op welke plekken de kleur van het gras of de maïs afwijkt. Dit kan wijzen op droogte of nattigheid.’

50 tot 100 meter

Vorig jaar kon de adviseur op dronebeelden zien waar vogels het maïszaad op een perceel hadden weggepikt en waar wilde varkens maïsplanten hadden aangevreten. ‘Als je voor het perceel staat, zie je die zwakke plekken niet. Maar met een camera op 50 tot 100 meter hoogte wel.’
Om inzicht te krijgen in de opbrengstverschillen op een perceel, zijn de beelden van een fotocamera ontoereikend. Daarvoor is een speciale camera nodig die spectrumbeelden (infrarood) maakt. ‘Je krijgt dan databestanden met reflectiewaarden. Hiervan kun je perceelskaarten maken. Je ziet dan de verschillen in biomassa en stikstofopname.’
Volgens Krebbers is in dit geval ook een geavanceerde drone nodig is. Eentje die niet handmatig bediend hoeft te worden, maar geprogrammeerd kan worden en daarna automatisch over het perceel vliegt. ‘Zo’n drone kost al snel 15.000 euro en ook voor de speciale camera moet je 10.000 tot 15.000 euro neertellen.’
Dat wordt dus een duur grapje. Bovendien mogen mensen hun drones, door strenge wetgeving en veiligheidsmaatregelen, niet zomaar het luchtruim insturen. Ze moeten eerst een stapel papierwerk doorworstelen en vergunningen, licenties en ontheffingen aanvragen.
Krebbers vindt het goed dat er dergelijke wetgeving is, want een drone is geen speelgoed. Ze kunnen namelijk op hol slaan, zonder dat je het in de gaten hebt. ‘Het vliegtuigje kan bijvoorbeeld te hoog opstijgen en het reguliere vliegverkeer verstoren. Ook weet ik dat er drones zijn aangetroffen in een maaier, bietenrooier, maaidorser en preirooier.’
Boeren die aan de slag willen met dronebeelden, kunnen dus het beste aankloppen bij een professional. Christel Thijssen uit Nieuwehorne is de eerste loonwerker in Nederland die een professionele drone in het machinepark heeft. Hij zet zijn eBee Ag vanaf medio 2015 in om multispectrale opnamen van gewassen te maken. ‘Eerder lukt niet, want we moeten eerst alle zaken rondom de regelgeving in orde maken. De theorie voor ons vliegbrevet hebben we al binnen’, vertelt Thijssen.
Er is vanuit de akkerbouw veel interesse en ook in de rundveehouderij wordt de ontwikkeling op de voet gevolgd. ‘We gaan dit jaar meedraaien in diverse rundveehouderijprojecten’, zegt de loonwerker.

Bruikbare data

‘We moeten bovendien zorgen dat alle data die we met de camera verzamelen, worden omgezet in bruikbare data. Dat moet ook worden getest. We kunnen vliegen wat we willen, maar het moet wel functioneel zijn.’
Volgens Krebbers zit er zeker toekomstmuziek in het gebruik van drones in de veehouderij, maar er zitten wel haken en ogen aan. ‘Tot nog toe zijn de spectrumbeelden die met behulp van de drones worden gemaakt, nog niet geschikt voor het meten van absolute opbrengsten. Je kunt ze niet gebruiken voor een bemesting op maat.’
Volgens de adviseur zullen de vliegtuigjes zeker vaker worden ingezet bij het in beeld brengen van wild- en gewasschade. ‘In Zweden gebruiken ze een eenvoudige drone om te zien hoeveel hectare grond onder water staat bij een wateropslag. De omvang wordt overzichtelijker en daarmee is de vergoeding aan de boer nauwkeuriger te berekenen.’