Bestrijding wateroverlast onvoldoende

Herman MertensDat er in korte tijd uitzonderlijk veel regen viel, laat onverlet dat het waterschap er ‘niet alles aan heeft gedaan om de wateroverlast en daarmee gepaard gaande schade te beperken’. Tot die conclusie komt het adviesbureau HKV Lijn in Water, dat het onderzoek in opdracht van het waterschap heeft uitgevoerd.
De LLTB had hier sterk op aangedrongen. LLTB-bestuurslid Jan Veltmans ziet in de evaluatie een bevestiging van de vele meldingen die vanuit de leden bij de LLTB binnenkwamen. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de neerslagalarmering door technisch falen niet in de organisatie was doorgezet. Dit probleem was bekend.
Door de problemen niet tijdig op te lossen heeft waterschap Peel en Maasvallei zichzelf een middel ontnomen om te anticiperen op de extreme neerslag van 9 juli 2014. Bovendien heeft het waterschap onterecht besloten niet op te schalen in de weken na 11 juli.
Opschaling zou tot een meer gecoördineerde aanpak van de wateroverlast hebben geleid, zowel inhoudelijk als in communicatie met burgers en agrariërs.

Extra materieel

Ook andere maatregelen, zoals lenen of huren van extra materieel om de watergangen te maaien of het maken van luchtfoto’s, had door de calamiteitenorganisatie in gang kunnen worden gezet.
Naar het oordeel van het adviesbureau had de setting van een operationeel team de ernst van de wateroverlast in het gebied benadrukt en een bredere analyse van de problematiek afgedwongen.
‘Deze evaluatie liegt er niet om. We zullen er samen met de plaatselijke LLTB-bestuurders op toezien dat het waterschap de adviezen ter harte neemt en stevig verankert in de uitvoering’, reageert Veltmans.
‘Natuurlijk was de regenval uitzonderlijk. Maar dan moet je als waterschap ook uitzonderlijk alert zijn’, vindt het LLTB-bestuurslid.
Agrariërs hadden wel een actieve rol in het bestrijden van de wateroverlast, omdat zij het beheer en onderhoud voeren over perceelsloten, boerenstuwen en peilgestuurde drainage. Uit interviews met zowel het waterschap als de agrariërs is gebleken dat deze beheer- en onderhoudstaak niet overal effectief door de agrariërs is uitgevoerd.
De belangrijkste oorzaak daarvoor is dat het sommige agrariërs onduidelijk is of een sloot en de daarbij behorende stuw en peilgestuurde drainage in beheer is bij het waterschap, bij de eigenaar of bij de pachter van de grond. Dat leidt ertoe dat het beheer van deze perceelsloten niet gewaarborgd is en in de praktijk ook tekortschiet.