Bodemcheck met experts en collega’s

Hoe kan ik de bodem het beste ontzien als ik ga oogsten? Wat is beter: een rups of band? Hoelang duurt het voordat het bodemleven goed op gang komt? Volgens Remijn zijn dat typische ondernemersvragen uit de bijeenkomst. ‘Na afloop zijn de deelnemers naar huis gegaan met een hoop antwoorden op de vragen waarmee ze kwamen.’
Onderwerpen die op 10 februari aan bod kwamen, waren onder andere verdichting, niet-kerende grondbewerking, waterafvoer en bodembewerking. ‘De aanwezige akkerbouwers boeren vooral op kleigrond’, weet Verdurmen. ‘Op verschillende grondsoorten lopen ze tegen verschillende issues aan. De bodem is geen kas waar de omstandigheden overal constant zijn te regelen. Dat vraagt om keuzes op maat.’
‘Bijvoorbeeld bij verdichting’, vult Remijn aan. ‘Daarbij zie je dat het bij zwaardere ondergrond beter is om de natuur z’n werk te laten doen, waardoor deze scheurt. Op zandgrond is mechanisch aanpakken beter.’

Technisch

Vergeleken met andere ZLTO-bijeenkomsten zijn de verdiepingsbijeenkomsten bodem nogal technisch ingestoken. ‘Dat heeft tot enthousiaste reacties van leden geleid’, ervaart Verdurmen.
De ZLTO-adviseur merkt dat leden baat hebben bij de technische insteek. ‘Bodem is voor akkerbouwers een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering. Vergelijk het met wat een koe is voor een melkveehouder. Als je niet weet hoe het gaat met de bodem, dan kun je er niet op sturen. Aan de oppervlakte van de grond zie je veel, maar lang niet alles, zoals hoeveel fosfaat erin zit.’
Verdurmen signaleert dat ondernemers steeds bewuster omspringen met de bodem. ‘Denk aan akkerbouwers met kinderen die het bedrijf gaan overnemen. Bij hen zie ik de drive dat ze zuinig op hun grond willen zijn. Ze kijken naar de lange termijn en realiseren zich steeds meer dat er aan technische oplossingen ook grenzen zitten.’
Dat er bewuster naar de bodem wordt gekeken is een gunstige ontwikkeling, vindt Remijn. ‘Al is het logisch dat het nog niet bij iedereen evengoed tussen de oren zit, zeker als je bedenkt dat er zo veel jaar geleden geen quotum was voor stikstof en fosfaat. De bijeenkomsten zijn er dan ook niet op gericht om ondernemers de les te lezen, maar handvatten te geven en leren van elkaars ervaringen. Uiteindelijk zijn ze zelf de baas.’

Naar buiten

In het voorjaar, medio mei, volgt deel twee van de verdiepingsbijeenkomst. ‘Dan gaan de ondernemers in kleine clubjes naar buiten, het land op’, aldus Remijn. ‘Buiten gaan ze zien en voelen welk effect niet-kerende grondbewerking heeft. Een stuk drainage komt aan bod en de beoordeling van verdichting aan de hand van wortelgroei. Wederom zal het aanbod worden afgestemd op de vragen van deelnemers.’
Volgens de adviseur van DLV Plant loont het om een bijeenkomst te bezoeken. ‘Niet achterover leunen maar actief deelnemen, vragen stellen en discussiëren. Dat is het karakter van de bijeenkomsten.’
Verdurmen kan dat beamen. ‘Met een maximum van vijftien deelnemers lukt het om persoonlijke vragen te beantwoorden en openhartig te discussiëren met elkaar. Dat resulteert in kennisuitwisseling, maar ook een hoop herkenbaarheid.’